What’s in a name?
mijn kind weet nog niet hoe ik heet.
Hoe moet ik mij geborgen weten?
Noem mij, bevestig mijn bestaan,
laat mijn naam zijn als een keten.
Noem mij, noem mij, spreek mij aan,
o, noem mij bij mijn diepste naam.
Voor wie ik liefheb, wil ik heten.
Neeltje Maria Min
(Uit: Voor wie ik liefheb wil ik heten, Bert Bakker-Daamen, Den Haag 1966)
Van namen gaat een fascinatie uit. Bij onze geboorte krijgen we een naam, die met ons meereist door het leven. Onze identiteit raakt ermee verbonden. We zijn er gevoelig voor hoe onze naam wordt gebruikt. Niet zelden worden mensen door een intense ervaring of gebeurtenis die een omkeer in hun leven teweegbrengt, ertoe aangezet een nieuwe naam te kiezen, die past bij het nieuwe levensperspectief. We merken ook dat steeds meer mensen bezig zijn met het zoeken naar de betekenis van hun naam, naar hun afkomst, naar hun wortels.
In veel religieuze tradities wordt de kracht van de naam ervaren. Overgangen in het leven, ’rites de passage’ worden gemarkeerd en gevierd waarbij de naam een voorname rol speelt. Ze zijn terug te vinden in onze christelijke rituelen. De joods-christelijke traditie kent ook talloze verhalen over het krijgen of aannemen van een nieuwe naam. De prachtige vertelling van Jacobs worsteling met de ‘onbekende tegenstander’ bij de Jabbok in het duister van de nacht, is een van de meest sprekende.
En de naam van God? We blijken er grote behoefte aan te hebben te benoemen wat ons ‘heilig’ is en ons ‘te boven gaat’, ook al beseffen we dat het onmogelijk is het onnoembare te willen vatten in een naam. De meeste religies hebben gretig ingespeeld op deze behoefte door talloze namen aan te reiken om het goddelijke nabij te brengen.
In de ogen van velen zijn de namen voor god waarmee we zijn opgegroeid, versleten en onbruikbaar. Ze roepen zelfs weerstand op. Alle woorden laten varen maakt leeg, maar schept ook ruimte. Als we zoeken naar spirituele verdieping mogen we echter opnieuw luisteren naar de stem van ons hart, waardoor we misschien nieuwe woorden en namen vinden om het onuitsprekelijke op te roepen. Al kan het ook zijn dat het beter bevalt de ruimte open, naamloos te laten. Juist deze persoonlijke keuze heeft zeggingskracht en maakt het mogelijk dat je je een naam kunt toe-eigenen en ervan kunt gaan houden, zegt de Vlaamse psychologe Mia Leijssen in haar boek Tijd voor de ziel.
In deze cyclus gaan we na wat een naam persoonlijk voor ons betekent. We laten ons meenemen door enkele markante verhalen uit de Schrift en verkennen de vele Gods namen in Bijbel en Koran. Verder laten we ons inspireren door hedendaagse teksten en gedichten (bijvoorbeeld het gedicht Maria Magdalena van Michel van der Plas) bij het zoeken naar de zeggingskracht van de naam.
Dagen Vijf dinsdagen (10.00 – 12.30 uur)
Data 25 jan – 8 feb – 22 feb – 8 mrt – 22 mrt
Kosten 50 euro
Begeleiding Tony Lindijer en Riet Spierings