What’s in a name?
Dagen: Zes woensdagen (10.00 – 12.30 uur)
Data: 14 jan – 28 jan – 11 feb – 25 feb – 11 mrt – 8 apr
Kosten: 54 euro
Begeleiding: Tony Lindijer en Riet Spierings
Maria Magdalena op Paasmorgen
Ik was een schreiend kind, ik moest maar weggaan
voordat ze zouden lachen om mijn dwaasheid;
ik moest maar weggaan, net als al de anderen,
weg uit de spooktuin, uit het valse licht,
als al de anderen. En ik keerde me om
en veegde met mijn mouw mijn tranen weg,
toen ik de tuinman zag. Hij stond er zo
gerust en groot. En ’t was of al de bloemen
nu opeens bloemen werden en de bomen
hun groen herkregen, toen hij naar me keek,
en of ik niet alleen meer was, en of
het graf achter mijn rug niet meer bestond,
niet meer als leegte, als holle angst, en of
een leeuwerik opschoot in zijn stem: Maria!
Michel van der Plas (Fragment uit: Maria Magdalena op Paasmorgen)
Je naam te horen … het overkomt ons dag in dag uit. Maar wanneer gebeurt het dat bij het horen van je naam alles in je in beweging komt en heel de wereld rondom een andere kleur krijgt? Wat Maria Magdalena meemaakt op die prille Paasmorgen is dat wonderlijk, buitenissig? Of herkenbaar, misschien …?
Vanaf onze geboorte dragen we de naam, die ons werd gegeven en waar we al of niet gelukkig mee zijn. We worden ermee aangesproken en hij is ons eigen geworden. We zijn bekend bij onze naam en dragen hem met ons mee waar we ook gaan. Onze identiteit is ermee verbonden. Wie is er niet gevoelig voor hoe haar/zijn naam wordt gebruikt? Terecht of ten onrechte – ontlenen mensen macht en aanzien, eer of minachting aan een goede of slechte naam en faam.
Van oudsher spreekt de naam tot de verbeelding. In verschillende religieuze tradities is de naam een centraal thema dat met verhalen en rituelen is omgeven. Zo kent ook de Schrift talloze verhalen over naamgeving, over geroepen worden, over zending en opdracht, over naam en levensbestemming.
En de naam van ‘God’? Al beseffen wij vanaf mensenheugenis dat ‘de ziel van ons bestaan’ onuitsprekelijk is, toch roept ieder mens en iedere generatie opnieuw de Onnoembare in ontelbare variaties bij een ‘eigen’ naam.
In deze cyclus gaan we na wat in naamgeving verborgen ligt aan zin en betekenis en welke zeggingskracht ervan kan uitgaan, positief of negatief. We lezen daarbij enkele roepingsverhalen uit de Schrift en beluisteren opnieuw het verhaal van Maria Magdalena uit het evangelie volgens Johannes en het gedicht Maria Magdalena op Paasmorgen van Michel van der Plas. We willen ook de kerkelijke traditie met haar rijke rituelen rond naam en naamgeving (bv. bij doop en uitvaart) in deze cyclus betrekken.
En wat gebeurt er als een kind wordt gedoopt in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest? Op een hele speciale manier beschouwt Hildegard van Bingen de doop in één van haar visioenen: Vrouwe Kerk. Naast dit visioen zullen we gaandeweg nog andere teksten en gedichten bezien en bespreken. En dan zijn er nog onze eigen verhalen rond:
What ’s is in a name?