Samsara
In het schilderachtige berglandschap van het Indiase Ladakh, ook wel ‘Klein Tibet’ genoemd, groeit Tashi op als boeddhistische lama. Heel zijn bestaan staat in het teken van meditatie en yoga, met de bedoeling spirituele verlichting te bereiken. Dat lijkt gelukt te zijn wanneer Tashi na drie jaar, drie maanden en drie dagen in afzondering geleefd te hebben, weer terugkeert naar het klooster. Maar de rust is niet van lange duur. Hij ervaart allerlei veranderingen bij zichzelf. Zo dringt het beeld van een jonge moeder die haar baby voedt, diep zijn geest binnen. Bovendien krijgt hij seksuele dromen. En tijdens een oogstfeest wordt hij verliefd op de mooie Pema, de huwbare dochter van een plaatselijke graanboer. Na een inwijding in het tantrisme door een boeddhistische heremiet, besluit Tashi het klooster te verlaten. Hij treedt binnen in de wereld van samsara, de cyclus van dood en wedergeboorte. Hij huwt Pema en ze krijgen een zoon: Karma. Al snel komt Tashi onder invloed van allerlei verleidingen, met de nodige pijnlijke verlangens, irritaties en verwarringen tot gevolg. Hij beslist dan ook de wereld van samsara te verlaten en terug te keren naar het klooster. Maar daarbij had hij niet gerekend op Pema, die in grote wijsheid de confrontatie met hem aangaat.
Regisseur Nalin Pan is een autodidact en schreef het scenario op basis van persoonlijke ervaringen. Zijn spirituele Ayurveda-opvoeding thuis, zijn talrijke trektochten doorheen India en Europa, zijn werkervaring in Bollywood te Bombay, zijn filmclub waar hij retrospectieven organiseerde van het werk van Tarkovski, Godard, Kurosawa, Eisenstein en Buñuel, zijn spirituele leerschool in de Himalayastreek, dat alles mondde in 2001 uit in de film Samsara. In Samsara ontwikkelt hij een cinematografie die hij doopt met de nieuwe naam ‘zenematografie’. ‘Zen’ verschijnt hier in een algemene zin en duidt op een oosterse cultuur waarin meditatie en yoga binnen een vooral boeddhistische omgeving centraal staan. In Samsara gaat het om een Tibetaans boeddhisme met veel lokale, Noord-Indische accenten en met een expliciete inbreng van het tantrisme. Een belangrijk zenematografisch aspect betreft de wereld van het licht en de daarmee verbonden kleuren. Zo introduceert de proloog de toeschouwer in de adembenemende schoonheid van het Indische hooggebergte in Ladakh. Het is het magische licht dat hier regisseert. Het onthult een landschap met een wijdte en een diepte die de mens sprakeloos maakt en tot inkeer brengt. Een ander belangrijk zenematografisch element ent zich op de spirituele titel Samsara. Daarin staat de figuur van de cirkel – de kringloop – centraal: een dynamische cirkel, die we terugvinden in het indrukwekkende openingstafereel met de arend die ook terugkeert in het slotbeeld, in de originele montage en poëzie van de eerste liefdesscène tussen Tashi en Pema en de dramatische confrontatiescène met Pema en Tashi.
In Samsara ontwikkelt Nalin Pan een denkwereld die diepe wortels heeft in de religieuze en spirituele tradities van het Oosten, alsook in de religieuze en spirituele traditie van de Europese cinema van mensen als Tarkovski, Buñuel en Godard. Wat deze Europese cineasten doen met de Europese, christelijke tradities, realiseert Nalin Pan ten aanzien van de overgeleverde oosterse tradities.
Dag: Zaterdag (11.00 − 16.30 uur)
Datum: 5 februari
Kosten: 20 euro
Begeleiding: Marjeet Verbeek en Wilbert Sentenie