Mijn weg uit de duisternis

Dagen: Vijf woensdagen (10.00 – 12.30 uur)
Begeleiding: Tony Lindijer en Riet Spierings

 

Een mens is een religieus dier, zo pareert Karen Armstrong vaak lastige vragen van mensen die het bestaan van God en godsdienst naar het rijk der fabelen verwijzen. Aangevallen en bedolven onder een stortvloed van schampere opmerkingen begint ze dan geduldig uit te leggen hoe de gave van geloof in God en godsdienst de mensen toch is aangeboren, wat ze ook van religie denken.

 

Karen Armstrong is bekend geworden door haar succesvolle boek Een geschiedenis van God, dat – zomaar even – vierduizend jaar jodendom, christendom en islam behandelt. Ook De strijd om God, haar boek over de geschiedenis van het fundamentalisme, sloeg aan omdat zij niet schuwde actuele kwesties een naam te geven en aan te pakken. Wat bezielt haar, hoe komt zij tot een zo grondige verdieping in dat immense veld van godsdienst in onze tijd? Haar eerste autobiografische boek, Door de nauwe poort, geeft een indruk van haar leven en haar intrede in het klooster. Na zeven jaar keerde ze dat de rug toe met veel twijfels, hoewel zij zegt in zekere zin altijd een non te zijn gebleven. Een reden om het klooster te verlaten was dat het haar niet lukte daar God te vinden.

 

Het autobiografische boek De wenteltrap. Mijn weg uit de duisternis (De Bezige Bij, Amsterdam 2003), beschrijft haar weg van een geknakt, mensenschuw wezen, want de aanpassing na het klooster aan ‘de wereld’ verloopt moeizaam en is vaak heel eenzaam en pijnlijk. Buiten het klooster ontdekt zij andere manieren van godsdienstig zijn dan die zij tot dan toe kent.

Ondanks haar grote talenten is het voor Karen Armstrong een lange tocht om een plaats te vinden in de maatschappij. Soms brengt dit haar aan de rand van de wanhoop. Door haar eigen weg te gaan, los van de universitaire wereld, hervindt ze zichzelf.

 

Na een periode waarin weinig haar meer boeit, bloeit haar liefde voor lezen weer op. Nu leest zij op een wijze die niet gericht is op eer of prestatie, bijvoorbeeld om met interessante ideeën indruk te maken bij collega’s. Daardoor neemt zij een nieuwe gevoeligheid waar. Nu kan zij zich openstellen voor de tekst, zich verliezen in de schoonheid van de woorden en in de wijsheid van de schrijver. Het was een vorm van extasis, een extase die geen exotische bewustzijnsverandering inhield, maar in letterlijke zin buiten jezelf treden.

 

…Zoals ik me inmiddels bewust ben is het ‘wegschrijven’ van het ego een onmisbare voorwaarde voor de religieuze ervaring. Opnieuw was ik zonder het te beseffen begonnen een van de meest universele religieuze principes in praktijk te brengen, een die centraal staat in alle wereldgodsdiensten.

 

In haar drukke maar eenzame bestaan, leert ze de stilte te waarderen en wordt eenzaamheid haar leermeester. Aanvankelijk ervoer ik deze stilte als een gebrek, als een symbool van ongewenst isolement. De eenzaamheid van mijn bestaan stond me tegen en ik kwam er tegen in opstand. Maar geleidelijk aan werd de rust iets positiefs, een bijna tastbare aanwezigheid die me behaaglijk en strelend omhulde als een zachte sjaal.

 

…De stilte waarin ik leef heeft mijn oren en ogen geopend voor het lijden in de wereld. In de stilte begin je de pijnlijke noot te horen die zoveel weergeeft van de woede en aanmatiging waarvan het hele sociale en politieke leven doortrokken is.

 

Bij het beschrijven van verschillende religieuze tradities wordt het voor Karen Armstrong steeds belangrijker zich in te leven in andere visies, rituelen en ethische praktijken. Ik schreef over drie godsdienstige tradities, maar uit niets bleek dat de een superieur was aan de ander. Vooral overeenkomsten treffen haar.

 

…Het thema compassie kwam steeds meer bovendrijven in mijn werk, omdat het de kern betreft van alle religieuze tradities – in hun beste verschijningsvorm. Schrijven wordt voor Karen Armstrong uiteindelijk een bevrijdende zoektocht.

 

In deze cyclus willen we samen het boek De Wenteltrap lezen. We nemen iedere keer een gedeelte en bespreken met elkaar wat ons raakt. Wordt het ook voor ons een bevrijdende speurtocht?