Hadewijch Liederen

Wie minne wil veroveren,
mag niet in gebreke blijven,
maar geve zichzelf altijd aan de minne.

(Uit: Lied 24, strofe 9)

 

De afgelopen jaren is er veel over Hadewijch geschreven. Een teken dat deze grote middeleeuwse schrijfster en mystica volop in de belangstelling staat. Haar geschriften blijven vanuit verschillende hoeken boeien, al is ze niet altijd gemakkelijk te verstaan.Sinds kort ligt er een bijzonder boekwerk over Hadewijch in de boekwinkel: Hadewijch Liederen, Veerle Fraeters & Frank Willaert (red.), m.m.v. Louis Peter Grijp [Historische Uitgeverij, Groningen 2009, 49,95 euro, ISBN 978 90 6554 478 0].

 

Hoewel weinig over Hadewijch bekend is moet zij in haar tijd (13e eeuw) al iemand geweest zijn met een uitstraling die veel verder reikte dan de beweging van religieuze vrouwen die buiten de gewone kaders een eigen spirituele weg gingen.

 

Jan van Leeuwen de beroemde de kok van het klooster Groenendaal, waar de mysticus Jan van Ruusbroec prior was, prees haar (eind 14e eeuw) als een heylich en glorieus wijf, wiens woorden direct van God komen. Een prachtige typering voor iemand die fier en zelfbewust met vriendinnen en geestverwanten deelde wat haar ten diepste bezielde. Vermoedelijk schreef Hadewijch vooral voor hen, die haar als een waremeesteres beschouwden, haar vele Brieven, Gedichten en Visioenen, die in deze kringen niet alleen gretig werden gelezen maar ook werden gezongen en voorgedragen.

 

In alle geschriften van Hadewijch is steeds minne het sleutelbegrip. Want voor alles gaat het haar om de liefde als weg naar God. Dit verkeer met God is voor Hadewijch een grenzeloos boeiend, maar ook een hachelijk avontuur, waarin een mens met heel haar wezen in kan worden meegesleurd. Gepassioneerd en zonder compromis bezingt ze de beleving van deze minne als een woedende begeerte. Soms gepaard gaand met grote verrukkingen en zalige genietingen, maar ook tijden kennend van gemis en diepe verlatenheid. De minne wekt de weelde van het genieten én het wee van het gemis en tekort.

 

Bij dit alles blijkt dat de beleving van de hoge minne voor Hadewijch geen afgezonderd stuk van haar bestaan is, maar deel is van heel haar leven en handelen. De Minne is voor haar geen bezit, maar een opdracht; geen verzadiging maar honger; geen vervulling maar dienst; geen geneugte maar verlangen (Hadewijch Liederen, blz. 43).

 

Na zoveel eeuwen zijn nu voor het eerst een aantal van Hadewijchs gedichten op muziek gezet. Het pas uitgekomen boek met een nieuwe vertaling van haar Strofische Gedichten gaat vergezeld van een viertal cd’s waarop een aantal gedichten worden gezongen of voorgedragen.

 

In de loop der jaren heeft het KCS meerdere keren Hadewijch in het programma opgenomen en met succes. Haar werk is van een onuitputtelijke rijkdom. Aan de hand van deze nieuwe uitgave willen we Hadewijch opnieuw ter sprake brengen. We hopen dat het beluisteren van enkele gezongen en voorgedragen gedichten een nieuwe mogelijkheid biedt om Hadewijch direct tot ons te laten spreken. Het is niet nodig om zelf de uitgave Hadewijch Liederen ter beschikking te hebben. 

 

Dagen: Vijf dinsdagen (10.00 – 12.30 uur)

Data: 26 jan – 9 feb – 23 feb – 9 mrt – 23 mrt
Kosten: 45 euro
Begeleiding: Tony Lindijer en Riet Spierings