Genesis – De geboorte van verantwoordelijkheid in de oorsprongsverhalen
‘Genesis gaat over de leden van een familie. Gewone mensen die bijzonder worden door hun bereidheid om God te volgen. Ze beginnen een reis die nog steeds voortduurt. De familie is de basis van ieders leven. Mensen – toen en nu – doen er ervaring op met relaties, boosheid en vergeving. In Genesis verloopt dat nooit eenvoudig of ideaal. Er zijn spanningen en tegenslagen, maar er is ook liefde en zorg. Familiebanden bieden boeiende metaforen voor de relatie tussen mensen en God zelf: vader en kind, bruidegom en bruid; bovenal blijkt de Bijbelse God geen abstract begrip maar een persoonlijke, nabije God.
Wij kunnen onszelf herkennen in de personages en hun dilemma’s. Wij maken deel uit van hun wereld zoals zij van de onze. Geen andere oude literatuur heeft zo’n hedendaagse uitstraling. Dit is ons verhaal; dit is waar we vandaan kwamen; dit is onze reis.’ (Flaptekst)
De Bijbel begint met vier verhalen: Adam en Eva, Kaïn en Abel, Noach en de Grote vloed en de Toren van Babel. Waarover gaan die verhalen? Waarom staan ze hier? Het verhaal over Gods verbond met de kinderen Israëls en de stormachtige geschiedenis daarvan, begint pas in Genesis 12 met Gods oproep aan Abraham om het land, en het huis van zijn vader te verlaten. Maar welke functie hebben dan de eerste elf hoofdstukken? Het gaat in deze verhalen om meer dan geschiedenis alleen. Ze vertegenwoordigen een zoektocht naar zin in de geschiedenis. Ze vormen in feite een filosofisch drama in vier bedrijven, een strak geconstrueerde verkenning van het begrip verantwoordelijkheid: een ontwikkelingspsychologie van het morele besef.
Eerst ontdekken we de persoonlijke verantwoordelijkheid, onze vrijheid om te kiezen. Dan krijgen we inzicht in wat morele verantwoordelijkheid is, de kennis dat kiezen grenzen heeft: niet alles wat we kunnen doen, mogen we doen. Later leren we de collectieve verantwoordelijkheid: wij maken deel uit van een gezin, een gemeenschap en een samenleving en we delen in hun onschuld of schuld. Nog later gaan we beseffen dat de samenleving zelf onderworpen is aan een hogere wet: macht kent morele grenzen.
Sacks volgt alle twaalf Schriftgedeelten (parasjot) waarin het boek Genesis is verdeeld ten behoeve van de voorlezing in de synagoge. Hij slaagt erin om vroegere leraren hun licht te laten schijnen op vraagstukken uit onze tijd. Hiervoor gaat hij in gesprek met allerlei wetenschappers zoals filosofen, biologen, wiskundigen, medici en ethici uit alle eeuwen over politieke en maatschappelijke kwesties van dit moment. Hij heeft daarbij pareltjes verzameld uit de omvangrijke bibliotheek van zijn joodse traditie. Zijn commentaar levert mooie spreuken en inzichten op en opvallende oneliners, zoals: ‘Het jodendom is de meest hoopvolle van de wereldgodsdiensten’ (blz. 51).
In deze cyclus maken we een keuze uit de parasja’s: door te luisteren en te antwoorden, voegen we onze stem toe aan de nooit eindigende dialoog tussen het joodse volk en zijn bestemming.
Jonathan Sacks, Genesis – boek van het begin. Skandalon, ISBN 9789492183910
Dagen Vijf dinsdagmiddagen (14.00 – 16.00 uur)
Data 11 okt – 25 okt – 8 nov – 22 nov – 6 dec
Kosten 55 euro
Begeleiding Janneke Krijger en Wil Simis-Goddijn