Een ‘ja’ tot Gods aarde
Dagen: Zes donderdagen (14.00 – 16.30 uur)
Begeleiding: Lia Vergouwen en Vic Bos
Ik ben bang, dat christenen die slechts met één been op aarde durven te staan, ook maar met één been in de hemel staan. (Dietrich)
Ik heb een krijtstreep ter grootte van jouw cel rond mijn bed getrokken. (Maria)
De Duitse theoloog en predikant Dietrich Bonhoeffer (1906 – 1945) was actief betrokken bij de Belijdende Kerk én bij het verzet tegen de nazi-beweging. Vanaf het begin weigerde hij te collaboreren met het Hitler-regime en waagde hij zijn leven voor de politieke vrijheid. Vanwege zijn protest tegen het nationaal-socialisme, zijn ondergronds verzet en zijn daadwerkelijke deelname aan de samenzwering tegen Hitler en zijn bewind, werd hij op 5 april 1943 gearresteerd en gevangengezet. Twee jaar later, enkele weken voor de capitulatie van Duitsland, werd Bonhoeffer op 9 april geëxecuteerd.
Maria von Wedemeyer (1924 – 1977) groeide op in een familie die een grondige afkeer van de nazi’s koesterde. Grootmoeder Von Wedemeyer was bevriend met Dietrich Bonhoeffer. Ze had een bijzondere band met haar kleindochter Maria, die ze ‘haar kleine vriendin’ en ‘haar kleine heks’ noemde. Via haar ontmoetten Maria en Dietrich elkaar in de zomer van ’42. Maria was 18 en had net haar eindexamen gymnasium gedaan. In de maanden die volgden leerden ze elkaar beter kennen en begonnen ze in elkaar een toekomstige levenspartner te zien. De moeder van Maria, haar vader was in de zomer van ’42 aan het front gesneuveld, had aanvankelijk moeite met hun verhouding vanwege Maria’s jonge leeftijd en het grote leeftijdsverschil met Bonhoeffer. Ondanks een in november ’42 overeengekomen wachttijd volgde in januari ’43 hun verloving. In een brief van 13 januari met als aanhef ’Beste dominee Bonhoeffer’ schreef Maria: ‘Ik kan heden met een geheel en al onbekommerd hart ‘ja’ tegen u zeggen.’ Wel werd afgesproken dat de verloving voorlopig niet zou worden bekendgemaakt. De arrestatie van Bonhoeffer kort daarop doorbrak alle afspraken. Vanaf die tijd tot enkele maanden voor zijn terechtstelling zagen zij elkaar alleen in het bijzijn van anderen en bestond hun contact enkel in een levendige briefwisseling. Pas in juni kreeg Maria het vreselijke bericht van de dood van haar geliefde.
32 Jaar later, na een bewogen en rijk gevuld leven, gaf Maria op haar sterfbed aan haar oudste zus Ruth-Alice toestemming deze nalatenschap te publiceren. Enkele jaren eerder schreef ze haar zus: ‘Je hebt gelijk als je zegt dat je aan sommige zaken tijd moet gunnen en het goede moment moet afwachten. Ik sta er telkens weer versteld van hoe ongelooflijk gevoelig ik ben op het punt van Dietrich en mijn verhouding tot hem.’
Wij mogen in deze liefdesbrieven ervaren hoe intens Maria en Dietrich bij elkaar hoorden en hoe wreed hun saamhorigheid werd doorkruist. Over hun dood heen bieden deze geliefden ons een boeiende en ontroerende inkijk in de wijze waarop zij niet alleen ‘ja’ zeiden tegen elkaar, maar ook ‘tot Gods aarde’.
Aan de hand van Dietrich Bonhoeffers en Maria von Wedemeyers Bruidsbrieven uit de cel, 1943 – 1945 (Ten Have, Baarn 2004) en onze eigen ervaringen proberen we op het spoor te komen van een spiritualiteit die bij ons persoonlijke en maatschappelijke leven past.