Een dak boven je hoofd
Dagen: Vijf maandagen (19.30 – 22.00 uur)
Begeleiding: Janneke Krijger en Cees Savelkouls
Een plek om te schuilen, een eigen ruime, een huis misschien. In de vorige eeuw is er heel wat kaalslag gepleegd op plekken waar mensen zich ooit thuis wisten Maar dat was bij alle luidruchtigheid toch niet het laatste woord. En Gerrit Achterberg dichtte al:
is soms nog lang onder de mensen.
Maar dan is er toch verbondenheid? En dan bestaat Hij toch nog? En hoe wisten ze zo zeker van niet?
Dat de mens wezenlijk religieus is, hoor je de laatste tijd weer in vele talen. En de koopman met lapjes als geborgenheid, spiritualiteit en God, die hij haast aan de straatstenen niet meer leek kwijt te kunnen, zoekt nu nerveus naar de adressen van zijn leveranciers. Want er is weer vraag en er zijn vast vele bewoonbare plaatsen voor mensen voorbij de verstrooiing, nog steeds en opnieuw. We hebben er enige gezocht. En u kunt er ook zelf meebrengen, want dat zal een leidende gedachte zijn: het huis is vast zo groot, dat er wel
Het gaat erom, dat we ervaringen met elkaar delen, ze leren aanscherpen en er rijker van worden.
Wat hebben wij gevonden? We besloten te selecteren op diversiteit van onverwachte en meer vertrouwde huize, van veraf en van wat dichterbij.
De dichter C.O. Jellema, die de sarcofaag van de Eeuwige vond, leeg maar wel de bodem van de hemel, rondom de leegte een stenen ruimte. Een uitblijvend antwoord of alleen maar uitgesteld en op welke vraag?
En welke troosten geborgenheid en welke uitdaging ook ligt er misschien in het luisteren, in het wijs worden en in de gedachte zelf deel van het antwoord te zijn…
De mysticus Charles de Foucauld, die de straat van de vrijheid in liep met niets dan het aanbod om een lege plek te zijn voor iemand om te blijven.
Toen hij 44 jaar oud was, ontving hij een oproep, een dringende uitnodiging om in de woestijn te gaan leven. Iedereen dacht aan een crisis, dat hij daarom, ontmoedigd, afzag van zijn werkzaamheden, van houvast. Daar, in de wonderlijke uithoeken van de Sahara, ontvangt hij een groot geschenk: de liefde voor het gebed.
De cineast Woody Allen. We willen gaan kijken naar een scene uit zijn ‘crimes and misdemeanors’ en de verbijstering over de gedachte dat de Eeuwige afwezig zou zijn, het geweten leeg en de liefde dus zonder betekenis. De ondraaglijkheid daarvan. Ook in zijn verlangen is de mens wezenlijk religieus.
De theologe Dorothee Sölle spreekt over de dood midden in het leven, de leegte, de verveling. Maar ook over de Morgenster die in het hart opgaat. Over het alleen maar functioneren, waarbij leven voortleven wordt en de mens afzakt tot werkdier. Over het alleen maar vitale dat ons weer ontvalt. En over de religieus existentiële overwinning van dit terneergeslagen zijn. Onverschilligheid, afstomping, gevoelsarmoede staat in tegenstelling tot geduld, zelfbeheersing, overgave.
Hoe afstand doen van onze ‘eigenschappen’, hoe alles laten sterven aan onszelf om ons zelf weer te kunnen vinden?
We willen hun ervaring laten spreken met de onze en plekken herkennen van verbondenheid.