De spiritualiteit van Bachs Johannes-Passion
De Johannes-Passion van Bach heeft altijd een beetje in de schaduw gestaan van haar grotere zusje de Matthäus-Passion. De reden daarvan is zeker niet dat de Johannes-Passion ‘minder’ zou zijn.
Een van de oorzaken, misschien wel de belangrijkste, is dat het toeval hier een bepalende rol heeft gespeeld. Pas 100 jaar na de eerste uitvoering werd de Matthäus-Passion weer uitgevoerd in 1829 en ‘herontdekt’ met een enorm succes. Toen bleek dat Bachs andere oratoria en cantates ook de moeite van het uitvoeren waard waren, kwamen ook deze in beeld. Het zou tot 1960 duren voordat de Johannes-Passion een vaste plaats kreeg in het repertoire van passie-uitvoeringen in de tijd voorafgaand aan Pasen.
Bach schreef zijn Johannes-Passie om in de liturgieviering van Goede Vrijdag uitgevoerd te worden. Deze context geeft ons de mogelijkheid te zoeken naar de actualiteit ervan. Een liturgische rite – de Johannes-Passion mogen we als zodanig beschouwen – krijgt zijn betekenis in de voltrekking door de deelnemers. In Bachs passies zijn dit zowel de musici als de kerkgangers, en dat geldt tot op de dag vandaag voor ons die naar deze passie luisteren en zoeken naar de betekenis ervan.
Niet alleen de liturgische context, ook de structuur van de Johannes-Passion geeft ons stof tot nadenken. Het lijdensverhaal wordt muzikaal en tekstueel in aria’s, ariosi en koralen overwogen. Hier komen wij als luisteraars in het geding, als je jezelf eraan wilt blootstellen.
Op deze dag staan we stil bij fragmenten uit Bachs Johannes-Passion die ons kunnen helpen richting te wijzen op onze weg.
Datum Donderdag 26 maart (11.00 – ca 16.00 uur)
Kosten 20 euro
Begeleiding Ad de Keyzer