Op negentienjarige leeftijd wordt Bieke Vandekerckhove ziek en krijgt te horen dat zij de dodelijke spierziekte ALS heeft, met een levensverwachting van nog twee tot vijf jaar.
Hoe nu verder te leven? Omstandigheden brengen haar naar het klooster in Egmond waar zij kennismaakt met de benedictijnse spiritualiteit en het psalmgebed, die haar leven voorgoed beïnvloeden. Haar ziekte stabiliseert, maar kan elk moment terugkomen. Jaren later leert ze ook de stilte van zen kennen. Over het wezen van deze stilte schrijft ze: ‘De benedictijnse spiritualiteit en het zenboeddhisme zijn de twee longen geworden waarmee ik adem.’
Als Bieke in 2010 haar boek De smaak van stilte schrijft, leeft ze al twintig jaar met ALS. Inmiddels is zij overleden. Maar haar boek is schrijnend, hoopvol en hartversterkend.
In zijn voorwoord schrijft zenmeester Ton Lathouwers dat juist in de confrontatie met wat onmogelijk te aanvaarden lijkt, Bieke zich leert richten op het ‘meest wezenlijke’. Onmogelijkheid mag voor haar nooit het laatste woord zijn. Ook in die ‘muur’ liggen onvermoede openingen. Bieke kiest onvoorwaardelijk voor het ingaan in de stilte als enige overgebleven weg. Juist in de confrontatie die dat oplevert is dat meest wezenlijke vlakbij: zo gewoon en tegelijk zo buitengewoon…Daarbij hoort voor Bieke ook het vergeten van haar eigen lijden wanneer ze ziet hoe moeilijk anderen het hebben.
De smaak van stilte is voor Ton Lathouwers ‘een bijzonder authentieke en diepe getuigenis van het menselijkerwijs onmogelijke waartoe een mens in staat is. Het verwoordt in een even eigentijdse als levende taal de zoektocht die zeer velen zullen herkennen. Een zoektocht waarin hoop, angst, twijfel maar nog meer geloof tegen alle evidenties in, verlangen en vooral liefde en mededogen de steeds terugkerende thema’s zijn. Dit getuigenis kan naar mijn diepste overtuiging voor velen een gids betekenen op hun eigen innerlijke weg.’
En de Benedictijn Benoit Standaert schrijft in dit verband dat we getuigen nodig hebben ‘die blijven glimlachen doorheen al hun tranen. Dit boek is zo’n glimlach.’
Wij vragen deelnemers het boek aan te schaffen en de eerste keer mee te nemen. De eerste bijeenkomst is een kennismaking met elkaar en met het boek. We bespreken het boek (150 pgs.) in de volgende vier bijeenkomsten.
Bieke Vanderkerckhove, De smaak van stilte. Hoe ik bij mezelf ben gaan wonen, 2010, Ten Have/LANNOO. (Winnaar van de Prijs voor het Spirituele Boek 2011 in Vlaanderen).
Dagen: Vijf donderdagen (14.00 – 16.30 uur)
Data: 18 jan – 8 febr – 22 febr – 7 mrt – 21 mrt
Kosten: 55 euro
Begeleiding: Joanne Kruijswijk Jansen en Lia Vergouwen
Ton van der Stap (1934-2009) was schilder en schrijver. De bijdragen in de bundel In een ander licht lagen in een kast in zijn huis. En kunnen misschien het best gekenschetst worden als ‘gevonden voorwerpen’, schrijft Gerard Swüste in het voorwoord. Hij schreef over de gewone dingen, zó gewoon, dat er eigenlijk geen woorden voor zijn. Hij deed dat met een grote onbevangenheid en eerlijkheid. Hij maakt je deelgenoot van wat hij ziet. Hij kijkt met aandacht en liefde: hij houdt van mensen, van de natuur, van schoonheid.
De natuur, in haar weergaloze, ontroerende schoonheid, die gebouwd is op de meest raadselachtige wreedheid, vergezelt mijn bestaan. Ik kan niet zonder haar. Ze fascineert me, omdat vlak achter mijn deur iets is wat in mijn lichaam, mijn hoofd en in de boeken die ik lees niet voorkomt: die durende, zwijgende aanwezigheid, die er zijn zal zolang ik rondloop. Zomaar. Om niet. De troost van de dingen die mij, onwetend, begeleiden. Die eeuwigheid van zinloze pracht waartussen ik woon.
Het gaat niet over weten, kennen of leren, het gaat over aanvoelen, langzaam tot je door laten dringen, je eigen maken, je leest niet met je hoofd, je leest met je ziel. Zo scherpt hij je intuïtie.
Hij schrijft onder andere over de intuïtie van denkers en dichters, over geluk, over Rembrandt en Rothko, over het landschap van de ziel.
Menigmaal schrijft hij over Meester Eckhart. Die kan vol zijn van een God die geen naam heeft, van wie we geen beeld hebben. Vol van leegte dus. Over God spreken is op zijn best: over God zwijgen.
Het is niet verwonderlijk dat Ton van der Stap ook zen in zijn leven als een bron van inspiratie ervaart en daar graag over schrijft.
We gaan in gesprek met elkaar over de essays van Ton van der Stap, aangevuld met enkele zen teksten en gedichten, onder andere van M. Vasalis. Misschien ervaren ook wij iets van het grondbesef dat de werkelijkheid in al haar verscheidenheid door een eenheid wordt gedragen en dat we daarin zijn opgenomen.
Als ik het zo beleef, betekent dat dat ik thuis ben in het leven. Dat er gebeuren mag wat wil, alle gewone dingen, het schokkende waarover ik mij verbaas, het alledaagse dat mij vreugde bezorgt of ergert, hoe dan ook, in al dat heen en weer, in de beproeving en de teleurstelling die allemaal heel echt zijn, die allemaal het leven zijn – daarin ben ik ten slotte altijd geborgen.
Ton van der Stap, In een ander licht. Een bloemlezing gekozen en ingeleid door Gerard Swüste, Meinema 2011. (niet leverbaar, we maken gebruik van kopieën).
Dagen: Vijf vrijdagen (13.00 – 15.30 uur)
Data: 2 feb – 16 feb – 1 mrt – 15 mrt – 5 april
Kosten: 55 euro
Begeleiding: Wil Simis-Goddijn en Riet Spierings
De films Supernova, Close en The Blue Caftan tonen ons intieme portretten waaruit de existentiële waarde blijkt van intieme relaties en wat er kan gebeuren als je die dreigt te verliezen. Bovendien leggen de drie films niet uitsluitend, maar wel nadrukkelijk het accent op intimiteit tussen jongens en mannen – in vriendschap, in seksualiteit, in liefde…
Supernova
De Britse film uit 2021 van Harry Macqueen vertelt het verhaal van twee geliefden van wie er een binnenkort zal verdwijnen, omdat hij in een vergevorderd stadium van dementie leeft. Tusker en Sam zijn al meer dan twintig jaar samen als we ze treffen in hun kleine camper op het Engelse platteland. Zeker als ze de heuvels in rijden, trakteert Supernova ons op schitterende landschappen. Het is een van de manieren waarop de film je in het licht van Tuskers ziekte de mooie dingen in het leven net weer iets meer laat waarderen. Alleen al het gebruik van de stilte om emoties en vertrouwdheid te communiceren, verdient een prijs op zich. Waarbij hun onderlinge liefde het verhaal stuwt.
Close
De Belgische film uit 2022 van Lukas Dhont opent met een hechte jongensvriendschap tussen Leo en Remi. Het is de zomervakantie voordat ze naar de middelbare school gaan. Ze rennen over bloemenvelden, spelen in een verlaten bunker en liggen in de zon tegen elkaar aan in het hoge gras. Hun relatie is bijna symbiotisch. Maar zodra ze na de vakantie samen het schoolplein betreden, zoomt de camera uit. Hun wereld is opeens groter. Leo schrikt als een van de meisjes vraagt of hij en Remi een stel zijn. Omdat hij sociaal wat capabeler is dan Remi, legt hij snel nieuwe contacten. Leo gaat op ijshockey en duwt Remi in de maanden die volgen verder van zich af. Die verwijdering heeft grote gevolgen.
The Blue Caftan
In de Marokkaanse film uit 2023 van Maryam Touzani runnen Halim en Mina een traditionele kaftanwinkel in de medina van Salé. Halim is meester-kleermaker. Mina, zijn vrouw, ontvangt de klanten. Zij houden veel van elkaar. Maar wat Mina niet ontgaat, is het verlangen in de ogen van haar man wanneer hij naar Youssef kijkt, de nieuwe, jonge hulp in de winkel. Mina weet dat Halim homoseksueel is. Het is het grote geheim waarmee ze hebben leren leven. De film toont liefde in verschillende vormen. Platonische liefde. Lichamelijke liefde. Liefde voor handwerk. Zacht schijnt het licht op de blauwe kaftan die Halim met hulp van Youssef maakt: het tafereel lijkt wel een Vermeer.
Dagen: Drie zaterdag (11.00 – 16.00 uur)
Data: 3 feb – 17 feb – 2 mrt
Kosten: 66 euro
Begeleiding: Marjeet Verbeek en Wilbert Sentenie
De twaalf Kleine Profeten hebben van Augustinus de typering ‘klein’ gekregen, omdat hun boeken aanmerkelijk dunner zijn dan die van de ‘grote’ profeten, Jesaia, Ezechiël, Jeremia.
De twaalf leven in verschillende tijden en dus ook in verschillende omstandigheden, maar ze zijn erg eensgezind in hun boodschap: als je wilt geloven, moet je dat ook serieus doen, ook als het niet gemakkelijk is. Ze zijn ook eensgezind in hun ervaringen als profeet: men wil niet naar hen luisteren. ‘Hoepel op, profeet’, krijgt Amos te horen, ‘je brengt ons in verwarring’. Maar wat ze zeiden en deden was niet anders dan zich houden aan ‘het woord van de Levende’. Dat was de bron van waaruit ze leefden.
Deze twaalf traden lang geleden op. Ze waren de ‘klokkenluiders’ van hun tijd en dat is in de kern hun boodschap tot op de dag van vandaag: durf te zeggen wat gezegd moet worden, neem geen genoegen met wat er allemaal als vanzelfsprekend wordt gezien, maar wat niet goed is.
Het boek Jona is een prachtig verhaal: een dwarse profeet, een reddende walvis, een plagende God. Lezend in dit boek proberen we ons in te leven in de ervaringen van een profeet: hoe is het om net als Jona met een onmogelijke opdracht op weg te worden gestuurd? En we gaan kijken waarom men het verhaal van Jona in Israël absoluut niet een leuk boek vond.
Maleachi vaart uit tegen de priesters. God laat via zijn profeet weten dat hij zich tekort gedaan voelt met de schamele offers die de priesters brengen, terwijl ze het er zelf goed van nemen. De teksten van Maleachi lijken hier en daar op de kritiek die Jezus van Nazareth op de Schriftgeleerden heeft: overtuigd van hun eigen gelijk en vroomheid, maar niet leven in de geest van de Tora.
We lezen uit het boek Gerard Swüste, Omkeren naar de Levende, de twaalf Kleine Profeten vertaald en toegelicht, 2023, Skandalon.
Data: Vier woensdagen (14.00 – 16.00u)
Dagen: 7 feb – 21 feb – 6 mrt – 20 mrt
Kosten: 44 euro
Begeleiding: Gerard Swüste
Het zingen van het lijdensverhaal uit de vier evangeliën heeft in de liturgie van de Goede Week altijd een belangrijke functie gehad. De evangelieteksten werden over het algemeen niet gesproken maar gezongen, omdat op deze wijze de boodschap van de tekst in het hoofd en het hart van mensen kon beklijven.
Bach componeerde zijn Johannes-Passion zes jaar eerder dan zijn Matthäus-Passion. Beide werken worden vaak met elkaar vergeleken en het gevolg is dat aan de Johannes-Passion als vanzelf minder waarde wordt gehecht omdat zij in vergelijking met de Matthäus-Passion bijna een uur korter duurt en een veel soberder indruk maakt. Maar wie zich laat raken door de ‘binnenkant’ van Bachs muziek, ontdekt dat de Johannes-Passion met niets te vergelijken is omdat zij zo uniek is.
Dé Johannes-Passion bestaat eigenlijk niet. Bach heeft in de 27 jaar dat hij in Leipzig woonde en werkte vier versies van een Johannes-Passion gecomponeerd. De eerste, derde en vierde laten niet zulke grote verschillen zien, maar de tweede versie mogen we beschouwen als een heel nieuwe passie. Wat wij ‘Bachs Johannes-Passion’ noemen en zoals wij haar kennen is dan ook een reconstructie die volkomen verantwoord is. Maar zij laat zien dat we eigenlijk niet mogen spreken van ‘de’ Johannespassie van Bach, maar van Bachs Johannespassies in het meervoud.
Vanaf het moment dat Bach de eerste versie van zijn Johannes-Passion in 1724 voltooid had, heeft hij zijn hele verdere leven aan dit stuk gewerkt. In tegenstelling tot de Matthäus-Passion ademt de Johannes-Passion een sfeer van vurigheid en emotionaliteit die tot klinken komen in vaak schrille muzikale contrasten. Zij geven ons veel stof tot overweging!
Onder leiding van Ad de Keijzer zullen wij fragmenten uit Bachs Johannes-Passion beluisteren en overwegen.
Datum: Donderdag 14 maart (11.oo – 16.00 uur)
Kosten: 22 euro
Begeleiding: Ad de Keijzer
Oorlog en Terpentijn wordt gezien als het eerste van een drietal boeken dat Hertmans schreef steeds naar aanleiding van een manuscript dat hem werd aangeboden. De Bekeerlinge en De Opgang, die daarna volgden, werden in de voorgaande jaren enthousiast ontvangen en besproken op het KCS.
In de jaren tachtig kreeg Stefan Hertmans een aantal volgeschreven oude cahiers van zijn grootvader vlak voor diens dood. Toen hij ze vele jaren later las was hij diep ontroerd door het leven dat zijn opa had beschreven. Het bleek getekend door armoede in zijn kinderjaren eind 19de eeuw in Gent, door gruwelijke ervaringen in de Eerste Wereldoorlog en door een te jong gestorven grote liefde. Dat alles probeerde hij te sublimeren in de fresco’s die hij in alle stilte schilderde in vele kerken.
Het is het verhaal van een kleine moedige man die in uitzonderlijke tijden probeert zijn waardigheid te behouden en te leven vanuit dienstbaarheid en trouw. Zijn passie ervaart hij schilderend in de stilte van een kerk. Hertmans besluit op zoek te gaan naar het leven van zijn opa en probeert tegelijk ook meer zicht te krijgen op de tijd waarin hij leefde. Hij bezoekt de plaatsen waar zijn leven zich afspeelde en kijkt naar de kunst die zijn opa inspireerde. Hij ontdekt dat zijn schilderijen, meer nog dan zijn levensbeschrijvingen, de diepte van zijn ziel blootleggen. En het is troostend dat het leven van de hoofdpersoon niet enkel wordt bepaald door lotsbestemming, maar ook door verwondering en bezieling.
De taal is van een grote poëtische schoonheid, evenals de beelden waarmee hij zijn verhaal verweeft. Hij schildert als het ware met woorden.
Het resultaat is het veelgeprezen en formidabele boek Oorlog en Terpentijn waarin hij zowel het leven van zijn grootvader als zijn eigen zoektocht daarnaar beschrijft.
Het boek biedt vele aanknopingspunten om met elkaar in gesprek te gaan. Herkennen wij ons in de waarden van waaruit de hoofdpersoon probeert te leven: trouw, plichtbesef en moed? Kennen wij ook de dilemma’s van schier onmogelijke keuzes tussen plichtbesef en passie? Of, om in donkere tijden toch perspectief te zien, zoals Hertmans zich afvraagt: Dat wonder dat we in onze dromen licht en leven zien, terwijl het donker is om ons heen.
Om te kunnen deelnemen aan deze dag geldt als voorwaarde dat u het boek Oorlog en Terpentijn van Stefan Hertmans (uitgegeven bij De Bezige Bij) gelezen heeft.
Datum: Vrijdag 22 maart 2024 (10.30 – 16.00 uur)
Kosten: 22 euro
Begeleiding: Kees Weel en Wil van der Heijden