In de loop van de geschiedenis heeft de wereld een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Maar wat er in mensen leeft aan pijn, verdriet, woede, vertrouwen, blijdschap, dankbaarheid, dat is van alle eeuwen. En daarover zingen de Psalmen. Gedichten, liederen, twee-, soms misschien wel drieduizend jaar oud. Ze proberen woorden te geven aan wat mensen beleven, wat er omgaat in hun hart. Tot op de dag van vandaag worden ze gezegd, gebeden en gezongen. Ze vormen de rode draad in het dagelijks leven van alle abdijen over de hele wereld. Woorden van troost, woorden om je moed te geven, je hart te luchten. Soms dus ook woorden die ongemakkelijk zijn, wellicht vooral als ze zingen over wat ‘de vijand’ wordt toegewenst.
Met de woorden van de Psalmen spreken mensen al eeuwen tot de Levende die gezegd heeft ‘Ik zal er zijn’, maar die soms zo ver weg of zelfs zo afwezig lijkt. De Psalmen leren ons dat je tegenover de Levende alles mag zeggen, alles wat je op je hart hebt.
We gaan enige psalmen onder de loep nemen. Kijken naar de opbouw, de poëzie, de verwijzing naar verhalen uit de Schrift en ook naar passages waar we het misschien moeilijk mee hebben.
Datum Vrijdag 10 januari (19.30 – ca 21.30 uur)
Kosten 5 euro
Begeleiding Gerard Swüste
Aanmelden noodzakelijk (ruimte is beperkt) en uitsluitend schriftelijk of via e-mail: info@kcs-haarlem.nl
Menselijkheid en religiositeit zijn niet te scheiden, maar horen onverbrekelijk samen
Kierkegaard blijft boeien. Hij leefde meer dan anderhalve eeuw geleden, maar nog steeds spreekt hij ons aan. Het is wonderbaarlijk hoe hij het raadsel van het leven nader probeert te verklaren en op te lossen, zoekend naar een verbinding tussen zijn eigen ervaringen en zijn religieuze wortels. Zich steeds bewegend op het grensvlak van filosofie, psychologie en religie. Hij onderzoekt, verhaalt, verklaart op een zodanige manier, dat de lezer gedwongen wordt de opgeworpen vragen zelf te beantwoorden. Ieder mens is uniek en zal zijn eigen antwoorden moeten vinden. Kierkegaard geeft de denkrichting aan, het antwoord laat hij aan de lezer.
Dit voorjaar verscheen er een nieuw boek over Kierkegaard. Een pareltje, zo noemt kenner Geert Jan Blanken het boek. Het is een feestje om het te lezen. Het boek Wij zijn ons brein van Dick Swaab, beleefde veel drukken. Het is echter zaak om niet zomaar met die eenzijdige visie op de mens mee te gaan. Kierkegaard gaf al in de 19e eeuw aan, zo verwoordt Andries Visser het, dat niet ons brein denkt en overweegt, maar dat we dat zelf doen met onze geest.
We willen in zes middagen over dit boek in gesprek gaan. Kierkegaard lezen we graag in groepsverband. Wanneer je dat met elkaar doet, blijkt hij veel rijker te zijn dan wanneer je hem alleen leest. Hij werpt je op jezelf terug, confronteert je met de waarheid van je eigen leven. In deze cyclus lezen we óver het mensbeeld van Kierkegaard, maar mét veel citaten van hemzelf kunnen we zeer zeker ook genieten van zijn unieke, spitse en diepe wijsheden, terecht pareltjes genoemd. Een fijne manier om met elkaar in gesprek te gaan en ervaringen uit te wisselen.
We lezen: Andries Visser, De mens is geest, Kierkegaards Humanisme. ISBN 978 946340 1852 NUR 730 Uitgeverij Damon, Eindhoven. € 19,90
Dagen Zes woensdagen (14.00 – 16.30 uur)
Data 22 jan – 5 feb – 19 febr – 4 mrt – 25 mrt – 15 april
Kosten 60 euro
Begeleiding Riet Spierings en Krijn Kramer
Midden in de aardsheid van dit leven staan
Alleen wie voor de joden schreeuwt, mag ook gregoriaans zingen.
(Dietrich Bonhoeffer)
De Duitse theoloog, luthers predikant en verzetsstrijder Dietrich Bonhoeffer (1906-1945) was actief betrokken bij de Bekennende Kirche (Belijdende Kerk) én bij het verzet tegen de nazibeweging. Vanaf het begin weigerde hij te collaboreren met het Hitler regime door bijvoorbeeld in een radiolezing het Führerprincipe te weerleggen (1933) en te weigeren de ariërverklaring te tekenen (1935). Vanwege zijn protest tegen het nationaalsocialisme, zijn ondergrondse verzet, zijn hulp aan de joden en zijn daadwerkelijke deelname aan de samenzwering tegen Hitler en zijn bewind, werd hij op 5 april 1943 gearresteerd en gevangengezet.
Twee jaar later, enkele weken voor de capitulatie van Duitsland, werd Dietrich Bonhoeffer op 9 april door ophanging geëxecuteerd in het concentratiekamp Flossenbürg.
Vanuit de gevangenis schreef Bonhoeffer brieven, waarin hij op directe en levendige wijze uiting geeft aan wat er in hem omgaat aan vragen en onzekerheden, aan angst en hoop, aan ongeloof en vertrouwen. Zijn brieven en aantekeningen vormen een fascinerend menselijk document, waarin een man in gevangenschap tot het einde toe getuigt van vrijheid en verantwoordelijkheid. Zijn cel weerhoudt hem er niet van door te gaan met het zoeken naar richting te midden van chaos. Hij denkt er als het ware hardop, verwoordt intuïties, schetst aanzetten die hij later hoopt uit te werken, leeft intens mee met mensen in en buiten de gevangenis en vraagt zich af waar de grens ligt tussen noodzakelijk verzet tegen het ‘lot’ en de even noodzakelijke overgave. (…) De grens tussen verzet en overgave is (…) niet principieel te trekken. Beide zijn noodzakelijk en met beide moeten we vastberaden leven. (21 februari 1944)
-mei 1944- Ons christenzijn zal in deze tijd bestaan uit slechts twee elementen: bidden en onder de mensen het goede doen.
-16 juli 1944- God doet ons weten dat we moeten leven als diegenen, die hun leven inrichten zonder God. De God, die met ons is, is de God die ons verlaat (Markus 15:34). (…) Voor en met God leven wij zonder God.
-21 juli 1944- … ik ervaar het tot op dit moment, dat je pas leert geloven als je midden in de aardsheid van dit leven staat; als je er volledig van afziet iets te maken van jezelf – een heilige, een bekeerde zondaar, een man van de kerk (een priesterlijke figuur!), een rechtvaardige of een onrechtvaardige, een zieke of een gezonde; als je aards leeft, dus met alle taken en problemen, successen en mislukkingen, met alle ervaringen en twijfels; want dan geef je je helemaal over aan God …
Aan de hand van Dietrich Bonhoeffers inmiddels klassiek geworden Verzet en overgave en onze eigen ervaringen proberen we op het spoor te komen van een spiritualiteit die bij ons persoonlijke en maatschappelijke leven past.
Bij de tekstlezing gebruiken we: Dietrich Bonhoeffer, Verzet en overgave, Brieven en aantekeningen uit de gevangenis, Vertaald en ingeleid door L.W. Lagendijk, Ten Have, Baarn 2003/2007. ISBN 90 259 5353 0
Dagen Zes vrijdagen (14.00 – 16.30 uur)
Data 24 jan – 7 feb – 21 feb – 6 mrt – 20 mrt – 3 apr
Kosten 60 euro
Begeleiding Lia Vergouwen en Wil van der Heijden
Een opgroeiend en spelend kind, kan dat een metafoor zijn voor het opdoen van nieuwe veerkracht in het leven?
Voor Christa Anbeek was haar spelende kleinzoon zo’n levende metafoor. Ze schreef het boek Voor Joseph en zijn broer over haar ontdekkingsreis in het leven als ‘overlevende’ van diverse zelfdodingen in haar directe familie- en vriendenkring. Na veel verdriet heeft ze het verlangen om weer voluit te kunnen leven en ze gaat op zoek naar nieuwe veerkracht. Kleine Joseph, waar zij oppas voor is en die ze observeert in zijn spel leert haar onbedoeld en onbewust om weer mee te bewegen met de stroom van het leven.
Nieuw leven verandert mij: een klein kind dat niet anders kan dan zich aan mij toevertrouwen, dat zich koestert in mijn aanrakingen. Een kind dat speelt, lacht en mij in zijn wereld betrekt. Ik word gelokt, verleid en uiteindelijk als in een golf meegesleurd.
Over die ervaringen schreef ze het boek Voor Joseph en zijn broer, dat als Beste Spirituele Boek 2019 gewaardeerd werd. Het juryrapport noemde het boek ‘een intens persoonlijke én tegelijkertijd filosofische verkenning van het belang van spelen. Door de confrontatie met het verlies van een vader en een broer aan een zelfgekozen dood is de schrijfster ervan doordrongen geraakt dat zonder het spelen individuele levens kunnen stranden, maar dat ook een samenleving ontwricht kan raken. In het boek koppelt zij indringende persoonlijke ervaringen aan filosofische beschouwingen’. Zulke ervaringen noemt ze ‘contrastervaringen’, onverwachte gebeurtenissen die het leven ontregelen en die een grote impact hebben op de voortzetting van dat leven. Hoe moet je of kun je na indringende en ontregelende ervaringen – verlies, rouw, verdriet, tegenslagen, conflicten of verwijdering – je dagelijks leven niet alleen weer oppakken maar ook ten volle leven?
Door de omgang met haar kleinzoon komt Christa Anbeek tot de vraag hoe zij weer kan leren spelen en zich zou kunnen ‘laven aan werkelijkheden die anders zijn dan de echte, maar die er wel degelijk toe doen’:
Spel is serieus en niet-serieus, is oppervlakkig en heeft ook diepgang, is spontaan en toch gebonden aan regels, fantasievol en verankerd in de echte wereld. Het is kinderlijk, maar ligt tevens ten grondslag aan veel grootse volwassen prestaties. (-) Maar je kunt spelen ook zien als een geschenk van God, dat het leven op aarde de moeite waard maakt.
In deze cyclus lezen en bespreken we samen dit boek, met als ondertitel Van overleven naar spelen en andere zaken van ultiem belang, en kijken wat dit voor ons eigen leven betekent.
Om mee te doen met de cyclus is het nodig om over het boek te beschikken.
Christa Anbeek, Voor Joseph en zijn broer. Van overleven naar spelen en andere zaken van ultiem belang. Uitgave Ten Have 2018, ISBN 978 90 259 0629 0. € 20,-
Dagen Vijf donderdagen (13.30 – 16.00 uur)
Data 6 feb – 20 feb – 5 mrt – 19 mrt – 2 apr
Kosten 50 euro
Begeleiding Joanne Kruijswijk Jansen en Wil Simis-Goddijn
De afgelopen decennia stonden in het teken van het ‘ik’, van de ontplooiing van ons zelf. De laatste jaren komt de vraag op hoe we ons leven leiden samen met anderen. We zoeken verbindingen en een zekere geborgenheid. We verlangen ernaar vertrouwen te herstellen. En dat is nog een hele kunst. Waar staan wij in onze verbeelding van een nieuw ‘wij’? Waar vinden we bronnen voor onze creativiteit? Drie films wijzen ons wegen.
I, Daniel Blake
In de met een Gouden Palm bekroonde Britse film I, Daniel Blake uit 2016 van Ken Loach worden we getuige van de kafkaëske strijd die de zieke en tot armoede vervallende 58-jarige werkloze timmerman voert met een meedogenloos bureaucratische overheid om het recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Voortdurend wordt hij telefonisch in-de-wacht gezet. En hoe dien je een bezwaarschrift in als je nooit hebt geleerd met computers om te gaan? En als het dan eindelijk lukt, is het eindeloos wachten op een reactie van een onbereikbare en onzichtbare Decision maker. Gelukkig krijgt hij steun van de eveneens werkloze moeder Katie en haar twee kinderen. Maar is dat genoeg? Nog één keer staat Daniel op en laat hij zijn verbeelding spreken voor een betere samenleving!
Shoplifters
In de eveneens met een Gouden Palm bekroonde Japanse film Shoplifters uit 2018 laat Kore-eda de teloorgang van traditionele familierelaties zien en stelt hij de vraag wat ons dan nog wel bij elkaar houdt. Volgens hem zit het in de menselijke natuur om een hand uit te steken naar de ander. Nauwkeurig registreert hij hoe een verrassend ‘samengesteld gezin’ aan de rand van de samenleving met elkaar omgaat. Hij doet dat met humor, sympathie en begrip voor arme mensen. Daarmee plaatst hij zichzelf in een humanistische traditie, die verwant is aan I, Daniel Blake van Ken Loach, aan wie Kore-eda zich schatplichtig weet. Het zou zonde zijn om nog meer over dit verbeeldingsrijke ‘familiedrama’ te vertellen, aangezien het vol verrassende plotwendingen zit.
What did we do on our holiday?
De hartveroverende ‘kleine’ tragikomische Britse familiefilm What did we do on our holiday? uit 2014 van Andy Hamilton en Guy Jenkin heeft minder hoge ogen gescoord in de filmwereld, maar is niet minder interessant. De hele film door kijken we met drie kinderen mee die lijdzaam, maar ook eigenzinnig toezien hoe hun ouders verstrikt zitten in een vechtscheiding. We worden als het ware uitgenodigd zelf weer een beetje het kind te worden dat we ooit waren én om ons te verplaatsen in iemand die tijd van leven heeft gehad, een opa. Deze eigenwijze opa helpt de kinderen de beklemmende familierelaties te doorbreken, uiteindelijk zelfs buiten zijn weten om. Hoe dan ook krijgt de verbeelding van de kinderen vleugels – ook al heeft de maatschappij daar zo zijn bedenkingen bij…
Dagen Drie zaterdagen (11.00 – 16.30 uur)
Data 8 feb – 22 feb – 7 mrt
Kosten 60 euro
Begeleiding Wilbert Sentenie en Marjeet Verbeek
Zoals in het christendom God de belichaming van goedheid en rechtvaardigheid is, zo werd de duivel de verbeelding van het kwaad. Maar het kwaad is geen gruwelijk monster dat kwaad doet naar believen en op die manier eenvoudig te herkennen valt, zo constateert de filosofe Hannah Arendt wanneer zij in 1961 het Eichmann-proces in Jeruzalem volgt. Daar openbaart het nazi-kopstuk Eichmann zich voor haar niet als een bloeddorstige moordenaar maar slechts als een slaafse ambtenaar. Zo komt zij te spreken over ‘de banaliteit van het kwaad’.
Voor vele filosofen is het kwaad geen demon of duivel, maar komt slechtheid voort uit zwakte, luiheid of onwetendheid van de mens. De grond van het kwaad is altijd te herleiden tot bepaalde motieven. Maar toen de filosofe Hannah Arendt deze gedachte op verrassende wijze aan de bureaucraat Eichmann koppelde was dat schokkend. Zijn we allemaal dus zozeer tot kwaad in staat als we ons gedachteloos overleveren aan het systeem?
We gaan eerst de film Hannah Arendt (2013, regie Margarethe von Trotta) bekijken. Haar denken over het kwaad wordt vertrekpunt voor een gezamenlijke zoektocht naar hoe wij het kwade kunnen benoemen, herkennen en laten verhouden tot wat we het goede noemen.
Datum Zaterdag 29 februari (11.00 – 16.30uur)
Kosten 20 euro
Begeleiding Mirjam Wolthuis
Na het levensverhaal van Tara Westover, beschreven in haar boek Leerschool, staat in dit jaarprogramma opnieuw een sterke vrouw centraal. Niet levend in deze tijd, zoals Westover, maar in de 12e eeuw, de Middeleeuwen. Ook in dit verhaal speelt religie een grote rol in het leven van het christelijke Normandische meisje Viglis oftewel de bekeerlinge zoals de titel van het boek luidt. Ze trouwt met de joodse David, een toekomstig rabbijn. Zo’n verbintenis is in die tijd bijna onvoorstelbaar. Door liefde aangespoord vlucht ze weg van huis, bekeert zich tot het joodse geloof en noemt zich voortaan Hamoutal. Om te ontkomen aan de pogroms en aan de ridders van haar vader, gaat ze met haar man wonen in het kleine Franse dorpje Monieux aan de voet van de Mont Ventoux.
In dit slapende bergdorpje brengt Hertmans zijn zomers door en krijgt hij een 12e eeuws manuscript onder ogen dat verhaalt over Hamoutal en dat hem enorm intrigeert. Ook in Egypte blijkt een document te zijn gevonden over haar leven.
Vanuit de verbeelding van de schrijver komt het leven van deze bekeerlinge te voorschijn. Hertmans reist haar als het ware achterna op zoek naar sporen van dat duizend jaar oude verleden op plekken waar ze heeft gewoond of waar ze is geweest op zoek naar haar kinderen.
De twee verhaallijnen, van de bekeerlinge en de moeizame reis van Hertmans, lopen naadloos in elkaar over. Hij trekt in dit beeldrijk geschreven boek lijnen vanuit de Middeleeuwen met haar pogroms en kruistochten naar de huidige tijd met vluchtelingen en jihad. Hij komt tot de conclusie dat het vaak niet de grote verhalen van de religies zijn die aanzetten tot haat en geweld. Het is geen vijand die van buiten komt maar een die in de harten schuilt en nu onweerstaanbaar naar buiten breekt, gevoed als hij is door jarenlange hetze, kleine afrekeningen en verwijten over en weer. De vijand in het eigen hart, daar kan geen mens zijn cultuur van vrijpleiten.
En wat dit betreft is er in duizend jaar niet zoveel veranderd.
Wederom een dag over een ongelooflijk spannende en meeslepende zoektocht van een vrouw die aan het einde van haar leven niet meer weet wie ze is of tot welke God ze eigenlijk moet bidden. Ook in onze tijd is bekeren niet altijd zonder gevaar en zijn er wereldwijd kleine en grote conflicten tussen religieuze groeperingen.
Een boek dat talloze persoonlijke, maatschappelijke en religieuze thema’s biedt om met elkaar over in gesprek te gaan.
Hopelijk gebeurt bij u wat in een recensie in De Vlaamse krant De Standaard werd voorspeld: ‘De bekeerlinge’ is een cruciaal boek dat harten en hoofden zal beroeren.
Om deel te kunnen nemen aan deze dag geldt wel als voorwaarde, dat u het boek De bekeerlinge van Stefan Hertmans (uitgegeven bij De Bezige Bij) vooraf heeft gelezen.
Datum Vrijdag 13 maart (10.30 – 16.00 uur)
Kosten 20 euro
Begeleiding Wil van der Heijden en Kees Weel
Het hart van ieder mens is groot genoeg om heel de mensheid te omvatten. We hoeven het alleen open te stellen, zonder vrees. Mohamed El Bachiri
Mohamed El Bachiri is een Marokkaanse Belg en moslim. Hij is ook de man van Loubna Lafquiri, zijn grote liefde en moeder van zijn kinderen, die op 22 maart 2016 bij de aanslagen in Brussel om het leven is gekomen. Zijn liefdevolle speech, die hij uitsprak in een Vlaams tv-programma, ging viraal en beroerde miljoenen mensen.
Als ik een aanhanger van een ander geloof ontmoet die zich laat leiden door liefde, heb ik het gevoel dat we dezelfde godsdienst belijden. Het komt een beetje in de buurt van een gedicht dat ik lang geleden heb gelezen. Van imam Al-Ghazali, geloof ik, de grote mysticus uit de geschiedenis van de islam: “Ga naar het uiterste van je godsdienst, daar zul je de godsdienst van anderen aantreffen”.
In het boekje Een Jihad van Liefde praat Mohamed over zijn jeugd in de Brusselse wijk Molenbeek, de liefde voor zijn vrouw, zijn leven na de aanslagen en zijn visie op het leven en de wereld. De bekende Vlaamse schrijver David Van Reybrouck tekent zijn verhaal op.
Het boekje is een eerbetoon aan Loubna en tegelijkertijd een eenvoudige én indrukwekkende boodschap van liefde, moed en menselijkheid.
Het leven heeft niet meer dezelfde smaak voor mij, maar de ondergaande zon is nog steeds prachtig.
Tijdens deze zondag, precies vier jaar na de aanslag, laten we dit boekje tot ons spreken. Een zondag waarin liefde, hoop en verbinding tussen mensen en culturen centraal zullen staan.
Het is mooi om deel uit te maken van een volk, maar boven alles maken we deel uit van de mensheid. Ieder kind moet voor alles leren dat hij bij deze wereld hoort. Dat hij zich mag identificeren met alle groten uit de geschiedenis. Dat hij van Aristoteles, Plato, Roemi, Sun Tzu, Confucius, Moeder Teresa… mag houden. Dat hij zich met elk van hen mag identificeren. Ze zijn ook van hem. Ze zijn van ons allemaal.
Voor het volgen van deze dag is het nodig dat u het boekje Een Jihad van liefde van Mohamed El Bachiri aanschaft. Het is voor minder dan 10 euro te koop/te bestellen in de boekhandel. Als dit niet lukt, geef ons dan even een seintje.
Dag Zondag 22 maart (11.00 – 16.30 uur)
Kosten 20 euro
Begeleiding Mineke Kroes en Dinette Kooiman
De Johannes-Passion van Bach heeft altijd een beetje in de schaduw gestaan van haar grotere zusje de Matthäus-Passion. De reden daarvan is zeker niet dat de Johannes-Passion ‘minder’ zou zijn.
Een van de oorzaken, misschien wel de belangrijkste, is dat het toeval hier een bepalende rol heeft gespeeld. Pas 100 jaar na de eerste uitvoering werd de Matthäus-Passion weer uitgevoerd in 1829 en ‘herontdekt’ met een enorm succes. Toen bleek dat Bachs andere oratoria en cantates ook de moeite van het uitvoeren waard waren, kwamen ook deze in beeld. Het zou tot 1960 duren voordat de Johannes-Passion een vaste plaats kreeg in het repertoire van passie-uitvoeringen in de tijd voorafgaand aan Pasen.
Bach schreef zijn Johannes-Passie om in de liturgieviering van Goede Vrijdag uitgevoerd te worden. Deze context geeft ons de mogelijkheid te zoeken naar de actualiteit ervan. Een liturgische rite – de Johannes-Passion mogen we als zodanig beschouwen – krijgt zijn betekenis in de voltrekking door de deelnemers. In Bachs passies zijn dit zowel de musici als de kerkgangers, en dat geldt tot op de dag vandaag voor ons die naar deze passie luisteren en zoeken naar de betekenis ervan.
Niet alleen de liturgische context, ook de structuur van de Johannes-Passion geeft ons stof tot nadenken. Het lijdensverhaal wordt muzikaal en tekstueel in aria’s, ariosi en koralen overwogen. Hier komen wij als luisteraars in het geding, als je jezelf eraan wilt blootstellen.
Op deze dag staan we stil bij fragmenten uit Bachs Johannes-Passion die ons kunnen helpen richting te wijzen op onze weg.
Datum Donderdag 26 maart (11.00 – ca 16.00 uur)
Kosten 20 euro
Begeleiding Ad de Keyzer
Zen Zien Tekenen is een actieve vorm van zen-meditatie.
Je sluit de wereld niet buiten, maar maakt directe verbinding met de werkelijkheid zoals die is.
Zen Zien Tekenen helpt ons om met meer rust, vrijheid en vollediger aandacht in het leven te staan. Om even op te houden met rondrennen en eenvoudig er te zijn in het moment op de plaats waar je bent. Je zou Zen Zien Tekenen ook als verdiepte mindfulness training kunnen zien.
Alles wat ik niet heb getekend, heb ik niet werkelijk gezien. Deze uitspraak is van Frederick Franck, de Nederlands-Amerikaanse kunstenaar die het Zen Zien Tekenen ontwikkelde, een prachtige vorm van tekenen die je in direct contact brengt met de werkelijkheid om je heen.
Tekenen kun je overal en alles, het maakt niet uit, alles in onze omgeving is onderwerp om te tekenen. Alle heel gewone, dagelijkse dingen worden bijzonder als je ze ziet met een oog dat tekent. Als je ogen opengaan is alles inspirerend. Al tekenend ga je zien, en al ziende ontdek je en leef je in verbondenheid met alles wat je ziet. Potlood of pen en papier zijn alles wat je nodig hebt.
Het Zen-Zien-Tekenen is niet op de eerste plaats gericht op het leveren van artistieke prestaties en is ook niet bedoeld als ‘creatieve bezigheid’. Ervaring met zenmeditatie en ‘kunnen tekenen’ is geen vereiste. Wel wordt van de oprechte beoefenaar van Zen-Zien-Tekenen openheid, doorzettingsvermogen, inzet en vertrouwen verwacht. Ook vioolspelen leer je niet in één dag.
Ook al heb je eerder al eens deelgenomen, toch ben je weer welkom. De persoonlijke begeleiding zorgt ervoor dat het steeds weer vernieuwend is.
Aanbevolen boek o.a.: Inspiratieboek Zen Zien Tekenen, Nelleke Metselaar, Leo van Vegchel e.a., Asoka 2017. ISBN 9789056703660
Dagen Twee zaterdagen (11.00 – 16.30 uur)
Data 4 en 18 april 2020
Kosten 40 euro
Begeleiding Leo van Vegchel