Mensen zijn altijd op weg en onderweg. Je loopt, je rent, je holt, je vliegt. Kijk om je heen op de markt en in winkelstraten (…) Het leven lijkt vaak op een doolhof. We dwalen en verdwalen, jagen en jachten en zijn op zoek. Waarnaar? Waar willen we heen? Welke koers kiezen we? Onze samenleving waarvan we deel uit maken, waarheen koerst die? Zit er zin in? Zijn we zomaar op deze wereld, zijn we toeval?(…) Wie geeft er om mij? Wie mist me?

 

Met elkaar leven, goed samen leven gaat niet vanzelf. We ervaren dat het op allerlei manieren mis kan gaan en hunkeren voortdurend naar beter samen leven thuis, op het werk, in de politiek. Goed samen leven is ingewikkeld en kwetsbaar. Maar kan ook verrijkend en verdiepend zijn. Soms proeven we daar iets van als we eens echt stilstaan bij wat je om je heen ziet, werkelijk eens stilstaan bij wat er om je heen gebeurt. Het kan je op het spoor brengen van het besef van waaruit je echt leeft. En tegelijk ga je vanuit die ervaring misschien anders kijken en krijg je meer oog voor een ander, voor je medemens, voor de mens in nood.

 

Ik was een nietig stofje en jij maakte me groter dan een berg.
Ik was de laatste en jij plaatste me vooraan.
Ik was verloren en gewond en jij was de remedie voor mijn hart.
Dronken en uitbundig werd ik door jou… en jij hebt mij zo gemaakt.

(Maulana Jalaluddin Rumi)

 

Als geen ander weet Jurjen Beumer, tot voor kort pastor-directeur en spil van Stem in de Stad, het diaconaal centrum in het hart van Haarlem, hoe samen leven een spannend avontuur is. Vele jaren sloeg hij vanuit een diepe innerlijke gedrevenheid, scherp acht op mensen, dingen, gebeurtenissen om hem heen en schreef er veel over. Daarbij bleef hij steeds hoopvol gestemd, omdat hij geloofde in de kracht van iedere mens. In een interview van mei 2013 voor het Straatjournaal zegt hij in ieder mens zit een waakvlam. Daar ben ik naar op zoek. Stilstaan bij wat je elke dag om je heen ziet gebeuren in mens en samenleving noemde Jurjen Beumer mijmeren.

 

Mijmeren is afsteken naar diepere lagen in mens en wereld, is stoten op levensvragen die om een reactie van onze kant vragen. (…) ik geef signalen af en probeer bij dit alles te blijven luisteren. Want wie weet spreek ik voor mijn beurt en kan ík wel menen dat ik nagedacht heb, ervaren en geproefd, maar misschien is mijn reikwijdte toch te beperkt. (…) Een handreiking wil ik, zoek ik, een goed verhaal, dat mij uitdaagt, corrigeert, tegenspreekt en troost. ‘Iets’ dat mij voorbij mezelf brengt en mij buiten m’n eigen oevers laat treden, op weg naar vruchtbaar grasland, grazige weiden, samen met alle mensen van deze planeet.

 

In deze cyclus willen we stilstaan bij de vraag wat is goed samen leven en wat niet? We doen dat al mijmerend over wat we zelf zien en meemaken en door ons te laten gezeggen, inspireren, troosten en bemoedigen door een goed verhaal, een inspirerende gedachte. Deze verhalen laten we ons aanreiken door het boek dat we gaan gebruiken: Heeft de regen een vader? Mijmeringen over God, mens en wereld, van bovengenoemde auteur. Maar er kan ook een vonk overspringen, als we ons open stellen voor elkaars verhalen. We hopen dat ieders waakvlam aangewakkerd kan worden en dat we ons laten inspireren door wat in de bijeenkomsten gebeurt.

 

Dagen: Vijf woensdagen (14.00–16.30 uur)
Data: 5 feb – 19 feb – 5 mrt – 19 mrt – 2 apr
Kosten: €50; voor vrijwilligers Stem in de Stad en Groenmarktparochie €12,50
Begeleiding: Wil Simis–Goddijn en Riet Spierings

In 2013 is het 200 jaar geleden dat schrijver, theoloog en filosoof Søren Aabeye Kierkegaard (1813-1855) werd geboren. Hij voorspelde dat hij pas lang na zijn dood erkenning zou krijgen. Dat is uitgekomen. Tijdens zijn leven werden zijn boeken, die hij op eigen kosten liet drukken, nauwelijks verkocht. Pas in de twintigste eeuw, en met name na de tweede wereldoorlog, is de betekenis van deze uitzonderlijke denker mondiaal erkend. Zijn boeken worden wereldwijd vertaald en er verschijnen talloze wetenschappelijke publicaties over hem. Kierkegaard is een oorspronkelijk denker, heeft een grootse schrijfstijl en blijkt nog steeds een inspiratiebron voor velen te zijn.

 

Ook in ons Karmelitaans Centrum voor Spiritualiteit zijn de werken en dagboeken van Kierkegaard in de loop der jaren veelvuldig aan de orde geweest. Steeds weer blijkt dat hij ook voor de zoekende, vragende en twijfelende mens van de eenentwintigste eeuw de juiste vragen kan stellen. Deze negentiende-eeuwse schrijver houdt ons een spiegel voor en dwingt ieder van ons zijn of haar eigen antwoord te zoeken. Kierkegaard schrijft voor de enkeling, het individu. Het is daarom niet vreemd dat hij juist in deze tijd, waarin het individualisme hoogtij viert, zo veelvuldig wordt gelezen. Hij leert ons dat het individu niet alleen rechten, maar ook plichten heeft.

 

Kierkegaard heeft niet alleen filosofische en theologische werken geschreven, maar ook zogenoemde ‘opbouwende toespraken’, waarin hij veel van zijn gedachten verwerkt. Deze keer hebben we gekozen voor een onlangs vertaald en uitgegeven boekje God zoeken, liefde en dood.* Daarin worden deze drie prachtige thema’s behandeld naar aanleiding van een biecht, van een huwelijk en bij een graf. Diepzinnig komen belangrijke vragen aan de orde, bedoeld om te vinden wat een mens opbouwt.

 

Kierkegaard is geen gemakkelijk schrijver. Hij kan daarom het beste in een groep worden gelezen. Steeds blijkt, dat juist door de inbreng van anderen, hun interpretaties, ervaringen en associaties Kierkegaards gedachten verdieping en verrijking van ieders eigen spiritualiteit teweegbrengen.

 

* Søren Kierkegaard, God zoeken, liefde en dood. Kierkegaards toespraken 5, Vertaald door Lineke Buijs en Andries J. Visser, Uitgeverij Buijten & Schipperheijn Motief, Amsterdam 2011, 143 blz., € 15,00, ISBN 978 90 5881 553 8.

 

Dagen: Woensdagen (14.00–16.30 uur)
Data: 12 feb – 26 feb – 12 mrt – 26 mrt – 16 apr
Kosten: 50 euro
Begeleiding: Riet Spierings en Krijn Kramer

Het gedicht is een van de plekken die in onze cultuur zijn afgesproken om te mediteren over het mensenleven (…). Wij buigen ons in stilte over een klein, eindig stukje tekst, dat, omringd door wit, alle aandacht naar zich toetrekt. De omgang met poëzie heeft iets ritueels en iets religieus. (Maaike Meyer)

 

Rond de uitdagende titel Van God los* hebben de deskundige bloemlezers Koen Stassijns en Ivo van Strijtem onlangs 160 gedichten bijeengebracht uit de hele wereld. Deze aantrekkelijke bloemlezing werd in Vlaanderen in het kader van de Maand van de Spiritualiteit samen met twee andere boeken genomineerd voor De Prijs voor het Spirituele Boek van 2012. Deze prijs bekroont een boek waarin op een toegankelijke wijze wordt bijgedragen tot de zoektocht naar zin, bezinning en bezieling in de huidige samenleving. De Prijs is aan deze bundel voorbijgegaan, maar de nominatie van een gedichtenboek alleen al is opmerkelijk te noemen.

 

Het boek opent met een rijke inleiding getiteld God is een gedicht. De gedichten die dan volgen gaan over God en toch weer niet over God. Of zoals de ondertitel verheldert over geloof en ongeloof. Woorden van alle tijden, zoals de uitroep van de vader van wie de zoon bezeten was: ‘Ik geloof! Kom mijn ongeloof te hulp’ (Marcus 9, 24). Gedichten over aanwezigheid en verlatenheid, over hoop en wanhoop, over vertrouwen en twijfel. En ‘vertwijfeling hoort bij geloof als windstilte bij zeilen’, zegt Willem Jan Otten. Altijd overstijgen de gedichten het bijkomstige en raken aan het wezenlijke, aan het mysterieuze, hoe klein of hoe gewoon de toegang of de aanleiding ook mag zijn.

 

Stassijns en Van Strijtem zijn zelf dichter en vertaler. Beiden zijn vurige pleitbezorgers voor poëzie. Voor hen is poëzie er voor iedereen. Niet alleen voor de ervaren poëzieliefhebbers, maar ook voor hen die minder vertrouwd zijn met de dichtkunst. Dit betekent niet dat iedereen elk gedicht dat zij opnemen op zichzelf zal betrekken of erdoor aangesproken zal worden, maar hun bloemlezing is zo rijkgeschakeerd dat er voor elkeen die zich wil laten aanspreken wel woorden zijn die zoeken naar ‘een ik weet niet wat’. Soms schoorvoetend, soms met vaste tred, soms wankelend of strompelend.

 

De samenstellers bieden met oog voor kwaliteit een grote variëteit van gedichten aan. Voor hen gaat het erom dat de woorden van de dichter iets met of voor de lezer of de luisteraar doen. Woorden kunnen ontroeren en ergeren, verwondering en verontwaardiging oproepen, troosten en je in de kou laten staan. Dichters kunnen bezweren en wanhopen, ze kunnen vragen stellen en je onderuit halen, ze kunnen een richting wijzen en het onuitspreekbare ter sprake brengen. En de lezers kunnen met een variant op Leo Vroman de woorden wakker lezen, zodat ze opnieuw gaan leven. In dit samenspel van dichter en lezer kunnen beiden uit hun woorden komen.

 

Op zes donderdagmiddagen wisselen we uit wat ons in deze gedichten het meest raakt. In gesprek met elkaar hopen we door te dringen tot wat ons beweegt en bezielt in ons persoonlijke en maatschappelijke leven.

 

*Koen Stassijns en Ivo van Strijtem, Van God los. Gedichten over geloof en ongeloof, Lannoo, Tielt 2012, 206 blz., ISBN 978 90 209 9879 5

 

Dagen: Zes donderdagen (14.00–16.30 uur)
Data: 13 feb – 27 feb – 13 mrt – 27 mrt – 10 apr – 24 apr
Kosten: 60 euro
Begeleiding: Lia Vergouwen en Vic Bos

Geef je niet over aan verdriet en kwel jezelf niet met gepieker. Blijdschap doet een mens leven, en een vrolijk mens leeft lang. (Sir. 30,21-22)

 

Deze oude Bijbelse wijsheid van Jezus Sirach is een oproep tot lichter leven. Niet in een lichtzinnige, oppervlakkige betekenis, maar wel in de oorspronkelijke betekenis. Het is een appèl om te leven vanuit de bron van licht die onze oorsprong is.

 

Hoe kunnen we dat licht in onszelf opdelven waardoor ons bestaan aan vreugde en rijkdom wint? Vaak leven we in ons hoofd, denkend aan alles wat nog moet gebeuren, aan wat voorbij is of wat we niet meer kunnen. Dat belemmert ons om in het heden te zijn, in het hier en nu en bij alle rijkdom en diepte van de mensen en de dingen om ons heen.

Met aandacht en in volheid leven vraagt om de zintuigen volledig te gebruiken. Het vraagt dat we met aandacht bij ons lichaam zijn of, wellicht beter, dat we aandachtig ons lichaam zijn.

 

Op deze drie vrijdagen proberen we de letterlijke en de figuurlijke lichtheid van het bestaan te versterken door middel van yoga-, meditatie- en ontspanningsoefeningen. Iedereen is hierbij welkom, ook degenen die geen ervaring hebben met yoga of op enigerlei wijze lichamelijke beperkingen ervaren. We voeren immers alle oefeningen zittend op een stoel uit. Gemakkelijk zittende kleding helpt om de oefeningen soepel uit te voeren en om vrij- en voluit te ademen.

 

Yoga beoogt het zoeken naar evenwicht met het in acht nemen van eigen grenzen en het ontdekken van eigen mogelijkheden. Hopelijk helpt het om licht en vreugde, verscholen in ieder mensenhart, in onszelf op te delven. In meerdere opzichten kan dit bijdragen aan een lichter leven.

 

Dagen: Drie vrijdagen (10.30–13.00 uur)
Data: 21 feb – 7 mrt – 21 mrt
Kosten: 30 euro
Begeleiding: Wil van der Heijden

Wat als je ongeneeslijk ziek wordt? Als je in de dertig beide benen verliest, zoals in de film De rouille et d’os van Jacques Audiard? Of als vijftiger al jaren door het leven gaat met een dwarslaesie, zoals in de film Intouchables van Eric Toledano en Olivier Nakache? Of als tachtigjarige na een hersenbloeding slechts kunt wachten op de dood, zoals in de film Amour van Michael Haneke? Drie Franse films die op indringende wijze laten zien hoe groot de impact is wanneer je getroffen wordt door het noodlot. Naast de fysieke verlamming is er die emotionele en spirituele ontreddering. Het besef dat je toekomst voor altijd ‘gehandicapt’ zal zijn. Heftige gevoelens van angst, machteloosheid en depressie komen bovendrijven, ja zelfs de wil om te sterven. Zo ook het ondraaglijke idee je verdere leven lang afhankelijk te moeten zijn van de zorg van anderen, of het nu professionals, vrienden of familieleden zijn.

 

Voor de personages in de film is die afhankelijkheid maar amper te verteren. Wat voor hen op het spel staat is het gevoel van wel of niet waardig verder leven. Ze stellen hoge eisen aan de mensen die voor hen zorgen. Louter zorg voor hun lichaam, hoe noodzakelijk ook, wijzen ze botweg af. Alleen diegenen die ook zorg hebben voor hun ziel, laten ze toe in hun leven. Het levert prachtige, ontroerende en soms ook aangrijpende beelden van goede zorg op. Want wat blijkt na verloop van tijd? Wanneer er sprake is van zorg voor de ziel, blijken de grenzen tussen de zorgbehoevende en de zorgverlener te vervagen. Er ontstaat wederzijdsheid. Omdat beide partijen hun hele wezen in het spel brengen, ontstaat er een ziel-zorg die voor allebei een wedergeboorte inhoudt, ook al leidt dat in Amour tot een wedergeboorte in de dood. Is immers niet ook een zorgverlener ergens ‘gehandicapt’? Heeft ook hij niet een ander nodig op zijn levensweg? In deze drie films, hoe verschillend ook van toon, is die ander de ‘gehandicapte’ voor wie hij zorgt. Geen zorg voor de zielige, maar zorg voor de ziel. Een kwestie van liefde.

 

Intouchables

Wanneer de gehandicapte Parijse miljonair Philippe op zoek is naar een persoonlijk verzorger, solliciteren er mannen die stamelen dat ze zo goed voor de invalide medemens kunnen zorgen. Zo niet de brutale Senegalees Driss. Deze jongeman uit de banlieue is daar alleen maar omdat het van de sociale dienst moet. Op het eerste gezicht lijkt Intouchables een film over verschillen. Het dramatische en humoristische effect ontstaat door de botsing tussen arm en rijk, jong en oud, zwart en wit. In tweede instantie vallen juist de overeenkomsten op. Ondanks dat Driss en Philippe in vele opzichten tegenpolen zijn, delen ze een grote overeenkomst. Ze zijn allebei gehandicapt. Philippe fysiek, Driss sociaal. De delinquente Driss ontvlucht de problemen van zijn familie en de verlamde Philippe een mogelijke liefdesrelatie. Het hart van deze buddyfilm wordt gevormd door de hilarische en warme band die ontstaat tussen de twee mannen. Intouchables, wat vertaald Onaanraakbaren betekent, is wars van zielig doenerij, maar gaat wel degelijk over de ziel. Ook in ons land ontpopte de film zich als de hit van 2012. Een optimistische film over immigratie en zorg spreekt ons blijkbaar aan. Maar het is vooral de vonk in het samenspel tussen Philippe en Driss die onweerstaanbaar is. Het verhaal is op feiten gebaseerd. Philippe Pozzo di Borgo beschreef in zijn boek Le second souffle hoe de jonge immigrant Abdel Yasmin Sellou van verzorger tot vriend voor het leven werd.

 

De rouille et d’os

Ook in deze film twee onaanraakbaren uit twee verschillende werelden. De rouille et d’os, wat vertaald Over roest en botten betekent, vertelt het verhaal van de aan de zelfkant levende illegale prijsvechter Ali, die gaat zorgen voor de elegante orka-dresseur Stéphanie, die bij een ongeluk beide benen heeft verloren. En ook hier komt een onwaarschijnlijke liefdesrelatie tot bloei. In De rouille et d’os echter verkeren we niet in de jetset van Parijs, maar in het milieu van Ali, dat wordt getekend door armoede, criminaliteit, illegaliteit en agressie. Deze film is dan ook niet komisch – al valt er soms wel wat te lachen. We zien vooral grimmige beelden uit de banlieue van de badplaats Cannes. En wat daar speelt stemt niet gerust. En Ali zelf al helemaal niet. Hij is agressief, impulsief, een gespannen bonk vlees. Zijn geweten is nauwelijks ontwikkeld. Al heeft hij ook iets onbevangens, zachts en kinderlijks. Ali is echter de enige die Stéphanie als een normaal mens behandelt en haar met vriendschap en seks uit haar depressie weet te halen. Om haar dan even later gerust weer te kwetsen. Maar Stéphanie herkent zijn authenticiteit. Ze geneest en weet Ali op den duur uit zijn doodlopende weg te halen. Deze film stelt fundamentele vragen over wat goede zorg is. Heb je daar bepaalde karaktereigenschappen voor nodig, intelligentie of een goed ontwikkeld geweten? Of zit dat vermogen in ieder van ons, hoe verstopt of gekwetst of wispelturig dat vermogen soms ook is?

 

Amour

In een Parijs appartement vindt de brandweer een dode vrouw alleen in bed. En dan, met een sprong terug in de tijd, zien we in een concertzaal een ouder echtpaar zitten, naar later blijkt, twee gepensioneerde musici. De volgende ochtend krijgt de vrouw een hersenbloeding en vanaf dat moment zorgt haar man voor haar. Maar vanaf dat moment ook wordt hun wereld ingesloten binnen de muren van hun appartement. Deze oude geliefden worden onaanraakbaar. Amour gaat over leven, over sterven, over zorg en over liefde. Wat is zorg voor de ziel in het aanschijn van de dood? De vraag naar zorg, en naar de grenzen van zorg, en daarmee naar die van een menswaardig bestaan, is in Amour vooral een morele vraag. Een vraag die echter humaan beantwoord wordt.

 

Amour is een film die je op jezelf terugwerpt. Op je eigen emotionele vermogens. En zo wordt de film tot een spiegel. Het is tijdens het kijken niet mogelijk om niet te denken aan eigen geliefden, vrienden of zomaar anderen die dood zijn, of ziek, of behoeftig, en de vraag wat je eigenlijk voor de ander kunt betekenen – en de ander voor jou. Maar het is ook een metaforische film over de ziel. Om met Dana Linssen te spreken: Waar is de echtgenoot in dat hermetisch afgesloten appartement? En wat betekenen later in de film die andere momenten waarop de raderen van de tijd knarsend tot stilstand komen? (…) Over of een duif een metafoor is. En de mens een ziel heeft. Die zomaar weg kan vliegen. Of dat een mens zomaar verdwijnt. Aan het einde. Omdat er zelfs geen stof overblijft om naar terug te keren. Deze film is essentieel. Een meesterwerk in de vorm van een traan.

 

Dagen: Drie zaterdagen (11.00–16.30 uur)

Data: 22 feb – 8 mrt – 29 mrt
Kosten: 60 euro
Begeleiding: Marjeet Verbeek en Wilbert Sentenie

Thich Nhat Hanh is een van de meest bekende en geliefde spirituele leraren ter wereld. Geboren in 1926 in Vietnam werd hij op 16-jarige leeftijd monnik. Tijdens de Vietnamoorlog in de jaren zestig stonden de boeddhistische kloosterlingen voor de vraag of zij het contemplatieve leven in de kloosters zouden voortzetten, of dat zij beter de slachtoffers van bombardementen en verwoestingen konden gaan helpen. Thich Nhat Hanh koos ervoor beide te doen, waarmee hij de basis legde voor zijn geëngageerd boeddhisme.

 

In 1966 werd hem na een bezoek aan de Verenigde Staten en Europa de terugkeer naar Vietnam geweigerd. Dat was het begin van zijn ballingschap, waarover hij veel aangrijpende gedichten heeft geschreven. Vervolgens was hij actief bij diverse internationale vredesbesprekingen. In 1982 stichtte Thich Nhat Hanh Plum Village, een boeddhistische (klooster)gemeenschap in Zuid-Frankrijk, waar hij Vietnamese vluchtelingen opving en ook nieuwe hulpacties opzette voor kinderen en arme families in Vietnam. Thich Nhat Hanh leidt retraites over de hele wereld en geeft regelmatig lezingen. Hij schreef vele boeken over meditatie, mindfullness, vrede, milieu en de boeddhistische leer.

 

In deze cyclus lezen we één van zijn recent vertaalde boeken, namelijk: Angst. Wijsheid om stormen te doorstaan. Uitgeverij Ten Have, 2013. Vanuit zijn veelbewogen leven kan Thich Nhat Hanh zich erg goed inleven in allerlei angsten die wij dagelijks ervaren: angst voor eenzaamheid, voor verlies, voor ziekte of dood. Voor milieurampen, voor terrorisme enz. Veel angst komt voort uit wat er in het verleden gebeurd is. Vaak leven we ook in angst voor wat er in de toekomst met ons zal gebeuren. Thich Nhat Hanh nodigt ons uit om de oorzaken van onze angst onder ogen te zien maar tegelijkertijd ons er niet door te laten overweldigen. Hij geeft uitleg over diverse thema’s uit het boeddhisme die ons inzicht kunnen geven. En het boek bevat diverse praktische oefeningen en concrete aanwijzingen om goed met angst en andere sterke emoties om te gaan. We leren zo op een eenvoudige manier tot meer stevigheid, vrijheid en vreugde in ons leven komen.

 

Thich Nhat Hanh laat ons op inspirerende wijze zien dat leren omgaan met onze angst zeker geen louter individueel proces is:

De eenentwintigste eeuw kan een spirituele tijd worden, maar dan zal de geest van saamhorigheid ons moeten leiden. We zouden moeten leren dingen samen te doen, om onze ideeën en idealen die in ons hart leven, met elkaar te delen. We hebben elkaar nodig om stevigheid, vrijheid en mededogen te beoefenen, zodat we elkaar eraan kunnen herinneren dat er altijd hoop is.

 

Als je goed oefent zul je een toevluchtsoord voor jezelf en ook voor je geliefden worden.

 

Tijdens de cyclus zullen we naast dit werk van Thich Nhat Hanh ook enkele ‘uitstapjes’ maken naar teksten van andere schrijvers die bij het gedachtegoed van de monnik aansluiten, zoals bv. Martin Luther King jr (die Thich Nhat Hanh in 1967 nomineerde voor de Nobelprijs voor de Vrede) en Nelson Mandela.

Let op: dit is geen therapiegroep en ook geen mindfullnesstraining.

 

Dagen: Drie vrijdagen (10.30–16.30 uur)
Data: 28 feb − 14 mrt – 28 mrt
Kosten: 60 euro
Begeleiding: Dinette Kooiman en Mineke Kroes

Zen-Zien-Tekenen is een stille meditatie met als oefening intensieve aandacht, onbevangen waarnemen en met als werkvorm tekenen.

 

Tekenen als een vorm van mindfulness: om de wereld werkelijk te leren zien. Om te leren waarnemen zonder te oordelen.

 

Tekenen als vorm van actieve meditatie: je zondert je niet af, maar bent juist volop aanwezig in het hier en nu. Het helpt je om met volle aandacht in het leven te staan. Er ontstaat rust, je krijg meer energie en je neemt scherper waar.

 

Tekenen kun je overal en alles, het maakt niet uit, alles in onze omgeving is onderwerp om te tekenen. Alle heel gewone dagelijkse dingen worden bijzonder als je ze ziet met een oog dat tekent. Als je ogen opengaan is alles inspirerend. Al tekenend ga je zien, en al ziende ontdek je en leef je in verbondenheid met alles wat je ziet. Potlood of pen en papier is alles wat je nodig hebt.

 

Het Zen-Zien-Tekenen is niet op de eerste plaats gericht op het leveren van artistieke prestaties en is ook niet bedoeld als ‘creatieve bezigheid’. Ervaring met zenmeditatie en ‘kunnen tekenen’ is geen vereiste. Wel wordt van de oprechte beoefenaar van Zen-Zien-Tekenen openheid, doorzettingsvermogen, inzet en vertrouwen verwacht. Ook vioolspelen leer je niet in één dag.

 

Aanbevolen literatuur: De boeken van Frederick Franck, m.n. Zen zien, zen tekenen (ISBN 9063500637) en Maria Adriaens, Ruimte zien (ISBN 9056700936). Voor verdere informatie zie ook www.zenzientekenen.nl.

 

Dagen: Twee zaterdagen (11.00–16.30 uur)
Data: 1 mrt – 15 mrt
Kosten: 40 euro
Begeleiding: Leo van Vegchel