Speling is een driemaandelijks tijdschrift voor bezinning. Het tijdschrift geeft ruimte aan eigentijdse spiritualiteit, die midden in het leven staat, en zoekt daarin naar verdieping. Het steeds weer qua vorm en inhoud prachtig uitgegeven blad bestaat al vanaf 1948. Sindsdien is de belangstelling voor spiritualiteit alleen maar toegenomen. Speling is al die jaren een toonaangevend tijdschrift geweest van christelijke spiritualiteit.
Peter Nissen, redactielid van Speling schreef naar aanleiding van het 60-jarig bestaan van het tijdschrift: ‘Er is op de markt van zingeving en spiritualiteit behoefte aan onderscheidingsvermogen en dus aan bezinning, in de zin waarin het tijdschrift Speling die verstaat. Met een open oog en een open oor voor wat er ruist en ritselt in onze tijd, wil Speling de voorraadschuren van de christelijke traditie van spiritualiteit wijd open zetten om de spirituele honger van onze tijd te kunnen stillen, niet met fast food uit een religieuze McDonalds, maar met degelijke kost. Dat is waar Speling voor wil staan, in deze bewogen tijden. Speling wil de vinger bij de pols van de tijd houden. Het tijdschrift is steeds op zoek geweest naar geaarde, belichaamde en bijdetijdse spiritualiteit. Het heeft vanaf zijn oprichting de tekenen van de tijd willen verstaan, zonder trendy of modieus te willen worden.’
Op diverse plekken in het land zijn inmiddels leesgroepen opgericht. Artikelen uit recente Spelingnummers worden gelezen en besproken. Naar aanleiding daarvan worden persoonlijke ervaringen uitgewisseld. Ook in Haarlem zijn we, onder de vleugels van het KCS, vorig jaar gestart met een dergelijke leesgroep. De groep bestaat thans uit een tiental leden en twee begeleiders.
Het jaarthema van 2013 is: ‘Oefeningen voor de ziel. Waarom zouden we?’ In deze jaargang wil Speling onderzoeken wat klassieke geestelijke praktijken nú kunnen betekenen. Ieder nummer diept een thema uit, te weten: bidden, waken, vasten en lezen.
We houden avondbijeenkomsten om ook werkende mensen in de gelegenheid te stellen deel te nemen aan deze doorlopende groep.
Dagen: Dinsdagen (19.30–22.00 uur)
Data: 10 sep – 10 dec – 11 mrt – 10 juni
Kosten: 40 euro per jaar
Begeleiding: Connie van den Herik en Krijn Kramer
‘De componist openbaart het diepste wezen van de wereld en spreekt de diepste wijsheid uit, in een taal die zijn rede niet kan verstaan. In heel deze uiteenzetting van de muziek heb ik duidelijk proberen te maken, dat zij in een universele taal het diepste wezen, het “op zichzelf” van de wereld verwoordt.’ Aldus Arthur Schopenhauer in het begin van de 19de eeuw. Pas sinds Schopenhauer zijn we muziek als diep gaan benoemen. Waarschijnlijk zou iemand als Johann Sebastian Bach – een eeuw voor Schopenhauer – zijn muziek niet beschouwd hebben als de hoogste der kunsten en als de kunst die het diepste wezen van de wereld openbaart. Toch zouden wij Bachs muziek zeker als diep willen kwalificeren. Van sommige muziekstukken zeggen we immers dat ze ‘diep’ zijn, andere vinden we eerder oppervlakkig. Wat maakt de muziek van Bach dieper dan die van Händel? Waarom gaat Schubert dieper dan Johann Strauss? Schrijven Taverner en Pärt diepe muziek?
Ieder kan zijn lijstje maken van favoriete diepe muziekstukken. Die lijstjes zullen uiteenlopen, maar toch zal er ook wel een zekere overeenstemming bestaan met betrekking tot de vraag welke muziek diep is en het hart raakt, en welke niet. De interessante kwestie is natuurlijk: wat is diepe muziek?
Tijdens dit programma zullen we al luisterend, aan de hand van een reeks muziekvoorbeelden, op zoek gaan naar bouwstenen voor een antwoord. Daarbij is de ervaring het uitgangspunt, maar we zullen die ervaring ook dialogisch proberen te onderzoeken, want waar komt die ervaring van diepte in de muziek nu eigenlijk vandaan?
Dag: Woensdag (11.00–16.00 uur)
Datum: 11 september
Kosten: 20 euro
Begeleiding: Erik Heijerman
Orthodoxe vrouwen leren bescheiden te zijn. Dat maakt ze niet zwak, maar juist heel sterk. Ze krijgen een soort ‘noblesse de coeur’ aangeleerd, zielenadel. Ze schreeuwen niet als ze een doel willen bereiken, maar gaan rustig aan de slag, zoals Shira’s moeder, die de affectie tussen haar dochter en schoonzoon allang in de peiling had. Uiteindelijk krijgt ze precies wat ze wil. Ja, misschien wel als een soort ’godmother’. (Rama Burshtein)
In Fill the void (Vul de leegte) volgt de debuterende Israëlische regisseuse Rama Burshtein de tweestrijd van de 18-jarige Shira, die na de dood van haar zus in het kraambed, door haar moeder gevraagd wordt om met haar zwager Yochai te trouwen. Shira wil eerst niet. Ze wil een nieuwe, eigen man. Maar je ziet de erotische spanning tussen de twee gaandeweg groeien in prachtige close ups van blikwisselingen vol ingehouden verlangens. Het orthodoxe Fill the Void is een film die uitnodigt om met open blik naar een onbekende wereld te kijken. De wereld van vrome chassidische joden. Nu eens niet gefilmd door een buitenstaander met een kritische en afkeurende blik, maar van binnenuit door een lid van die gemeenschap zelf.
Hoe vul je de leegte die achterblijft na het verlies van een dierbare? Fill the void is anders dan al die andere films over rouw, omdat het verhaal zich hier afspeelt binnen een gesloten religieuze gemeenschap. Hier wordt het dagelijks leven bepaald door het strikt naleven van eeuwenoude voorschriften. De familie- en gemeenschapsbanden zijn sterk en de ‘rebbe’ is de spirituele leider die met zijn kennis van de traditie de gemeenschap met raad en daad bijstaat. Ook bij vragen rond rouwen en trouwen. In deze met de rug naar de moderne wereld levende gemeenschap fungeren de moeders als de managers van het patriarchaat. De moeder die haar kleinkind niet wil verliezen, lobbyt bij de weduwnaar, spreekt met haar man, oefent druk uit op haar dochter. Je vraagt je onwillekeurig af hoe een vrouw van nu deze onderdanigheid nog kan accepteren.
Burhshtein filmt dicht op de huid, maar velt geen oordeel. Ze klaagt de chassidische regels niet aan, maar ze romantiseert ze ook niet. Op den duur kunnen de voortdurende begroetingen en besprekingen, het eindeloze geprevel van de gelovigen in de nauwe ruimtes beklemmend werken, evenals de stilte in de keuken op de avond van het Poerimfeest. Maar betovering is er ook, bijvoorbeeld in de intimiteit tussen de vrouwen, zoals die tussen moeder en dochter wanneer die op het diepst van de crisis op bed tegen elkaar aankruipen. Shira straalt op haar huwelijksdag, als ze, gehuld in witte tulen, de gelukwensen en liefkozingen van de andere vrouwen ontvangt. Maar in een later aangrijpend beeld zie je toch ook angst op haar gezicht. In deze meerduidigheid schuilt de kunst en de vrijheid van deze filmmaakster, die met Fill the void een rijke, bijzondere, tot nadenken stemmende film heeft gemaakt.
Burshtein is de eerste filmmaker die het orthodoxe joodse leven van binnenuit portretteert. Ze groeide op in een seculiere omgeving in Tel Aviv, maar werd op haar 26ste heel religieus. Ik trouwde, kreeg vier kinderen en keek mijn ogen uit in die oude, wijze, spirituele wereld. Toen ik werd geïntroduceerd in die prachtige, 3000 jaar oude cultuur, voelde dat als thuiskomen.
Dag: Zaterdag (11.00–16.30 uur)
Datum: 21 september
Kosten: 20 euro
Begeleiding: Marjeet Verbeek en Wilbert Sentenie
Er is meer troost in het hart van de stilte dan in een antwoord op een vraag. (Thomas Merton, 4 juli 1952)
Lezen in de geschriften van schrijver, dichter en monnik Thomas Merton (1915-1968) is boeiend en verrassend. We maken kennis met een man die in zijn leven een houding cultiveerde van waakzame aandacht om op een vruchtbare manier inhoud te geven aan zijn zoekend bestaan. Zo wordt hij zich bewust van zijn plaats in het grote geheel. Op die eigen plek onder de hemel, in de alomvattende kosmos, buigt Thomas Merton zich naar binnen, trappist én wereldburger, leeg én vervuld, zwijgend én sprekend, eenzaam én verbonden met wereld en mensheid. Een monnik bij wie contemplatie en actie zijn als in- en uitademen.
In zijn werk ontmoeten we een mens die ons veel facetten van zijn persoon laat zien: een denker, een brief- en dagboekschrijver, een poëet, een kunstenaar, een natuurbeschouwer, een zoeker, een vriend en een vreemdeling. Zijn woorden en zijn tekeningen weerspiegelen steeds zijn eigen beleving en ervaring.
Merton uit zich o.a. als een kritisch contemplatief die openstaat voor God en wereld, als een warm voorstander en pionier van de interreligieuze dialoog en als een hartstochtelijk advocaat van gerechtigheid en vrede. Vele van zijn kritische waarnemingen en beschouwingen zijn nog steeds actueel. Enkele korte fragmenten voor een indruk.
Heer, mijn God, / ik weet niet waar ik heen ga. / Ik ken de weg niet die voor me ligt. / Ik kan niet met zekerheid zeggen / waar hij zal eindigen. (1958)
Het is heerlijk plots te ontwaken in de eenzaamheid van de bossen en naar de lucht te kijken en de volslagen onzin van alles in te zien, zelfs van de hoogdravende spiritualiteit van de experts in het geestelijk leven en dan gewoon in lachen uit te barsten en te lachen om de lucht en de bomen, want God is niet te vangen in woorden of in systemen, ook niet in liturgische plechtigheden, zelfs niet in ‘contemplatie’ met een hoofdletter of in ascese of iets dergelijks en evenmin in het apostolaat. Heel zeker ook niet in boeken. Ik kan rustig doorgaan met schrijven, al zou men van mijn boeken evengoed papieren vliegtuigjes kunnen maken. (18 september 1958)
Mag ik wel zeggen dat ik een antwoord heb gevonden op de vragen die de mensen van onze tijd kwellen? Ik weet niet of ik wel antwoorden heb gevonden. Toen ik pas monnik was, was ik veel zekerder van ‘antwoorden’. Maar naarmate ik ouder word in het monastieke leven en verder doordring in de eenzaamheid, word ik er mij van bewust dat ik pas begonnen ben met het zoeken naar de vragen. (21 augustus 1967)
Aan de hand van Thomas Mertons werk In gesprek met de Stilte* én onze eigen inzichten en ervaringen proberen we op het spoor te komen van een levenshouding die bij ons persoonlijke en maatschappelijke leven past. We lezen dit boek met de bedoeling ons ermee uiteen te zetten en ons te laten raken, ook als hetgeen ons treft weerbarstig en paradoxaal is of haaks staat op wat wij menen te weten.
*Thomas Merton, In gesprek met de Stilte. Gebeden en tekeningen, Samengesteld door Jonathan Montaldo en vertaald door Constant Broos, Ten Have, Baarn / Davidsfonds, Leuven, 2002, 128 blz., ISBN 90 806883 5 5. Aangezien deze uitgave niet meer in de handel is zijn er aan het begin van de bijeenkomsten kopieën beschikbaar voor hen die niet in het bezit zijn van het boek.
Dagen: Zes donderdagen (14.00–16.30 uur)
Data: 26 sep – 17 okt – 31 okt – 14 nov – 28 nov – 12 dec
Kosten: 60 euro
Begeleiding: Jetske Nicolaas en Vic Bos
…het is vreemd, het is vreemd mooi ook
(…)
zoals een pasgeboren kind kijkt alsof het kijkt
naar iets in zichzelf, iets ziet daar
wat het meekreeg
Een stem, een geur, een licht, een omhelzing … en een woord dat daarna verwijst. Ontroering heeft iets buitengewoon intrigerends. Wat is het toch dat een paar regels, een gebaar, een grap, een foto, een schilderij, dat die iets teweeg kunnen brengen, iets onverhoeds kunnen laten gebeuren, dat lijkt op het losspringen van een slot. Een op het eerste gezicht onbetekenende sleutel past op het slot, waarvan je niet wist dat je dat in je omdroeg. Het maakt iets helder, een inzicht in het eigen bestaan, een stukje van de melodie van jouw leven.
Op vijf maandagen loopt Rutger Kopland (1934-2012) met ons mee en wij met hem, nieuwsgierig naar die sleutels en die sloten, dat mechaniek van de klik. Met een andere selectie van gedichten was Kopland hierbij al eerder onze gids. Als uitgangspunt nemen we dit keer diverse gedichtenreeksen in verschillende toonaarden, variërend van ernstig en weemoedig over nadenkend tot opgewekt en hilarisch. Het centrale thema is de beleving van het mooie. En dat dan in de betekenis van Kopland zelf: Mooi, maar dat is het woord niet.
Dagen: Vijf maandagen (14.00 uur–16.30 uur)
Data: 30 sep − 14 okt − 28 okt − 11 nov − 25 nov
Kosten: 50 euro
Begeleiding: Janneke Krijger en Cees Savelkouls
De gehele kosmos in de vorm van een reusachtig ei, zo kijkt Hildegard van Bingen (1098-1179) naar het universum. Maar zij ziet ook hoe de omarmende moederliefde van God ons leidt en voedt en door gevaren heen helpt en hoe God de mens, als Zijn grote werk en Zijn kostbare parel, in barmhartigheid gedachtig is. Hildegard gebruikt beelden in haar visioenen en brieven die in hun symboliek verstrekkende betekenis hebben voor de manier waarop wij in de wereld staan en ons verhouden tot het Goddelijke. Ook in haar liedteksten en muziek zien en horen wij dit terug: de bijzondere plaats van de mens in de na te streven heelheid van zijn bestaan. Veel van de betekenis die Hildegard voor ons kan hebben is niet te begrijpen zonder de benedictijnse spiritualiteit waarin zij is grootgebracht. Deze spiritualiteit met deugden als deemoed en matiging heeft haar leven in belangrijke mate beïnvloed. Hetzelfde geldt voor het benedictijns koorgebed dat zij dagelijks meemaakte.
Hildegard was een bijzondere vrouw die ons veel te bieden heeft, maar ook haar bewogen leven is interessant. Op 42-jarige leeftijd trad zij met haar visioenen naar buiten, ‘brak zij door’ en kreeg bekendheid met name door de correspondentie met belangrijke personen uit haar tijd, door haar composities (gezangen) en kruidenboeken. Zij groeide op in het klooster van de Disibodenberg, maar stichtte een eigen klooster, genaamd de Rupertsberg, aan de Rijn bij Bingen. Grote moed was hiervoor nodig, ook om de vele tegenslagen het hoofd te bieden die zij op haar pad tegenkwam. Hoewel Hildegard zich doorstroomd voelde door Gods genade, heeft ze zich ook vaak zwak en onzeker gevoeld. Het was de goddelijke inspiratie die haar staande hield. Op hoogtepunten kon haar ziel zingen O kracht van Wijsheid, die cirkelend zijt rondgecirkeld, alles omvattend in één weg, die het leven bevat…
De spirituele weg die zij aflegde kan voor ons herkenbaar zijn en ons wellicht dienen als ‘voorbeeld’: hoe blijven we trouw aan onszelf in wat we ten diepste vinden en in wat ons beroert en inspireert? Paus Benedictus XVI heeft haar weg officieel erkend door haar in 2012 heilig te verklaren. Op 7 oktober van hetzelfde jaar heeft hij haar uitgeroepen tot kerklerares. Hildegard is de vierde kerklerares naast Catherina van Siëna, Teresa van Avila en Thérèse van Lisieux.
Tijdens deze cyclus willen we ons bezighouden met de levensgeschiedenis van Hildegard, enkele afbeeldingen van haar visioenen bekijken en een paar brieven lezen, afgewisseld door haar muziek. In gesprek met elkaar zullen we bezien of de visie van Hildegard op de schepping met de mens daarin en de vrouw in het bijzonder, ons nu iets te zeggen heeft. Verder zullen we op een rustige, meditatieve manier naar haar gezangen luisteren en met elkaar delen wat de muziek met ons doet. Kunnen we daarbij iets verstaan van waar Hildegard zo vervuld van was: de levendige presentie van het Goddelijke?
Dagen: Vijf dinsdagen (10.30–13.00 uur)
Data: 1 okt – 15 okt – 29 okt – 12 nov – 26 nov
Kosten: 50 euro
Begeleiding: Tony Lindijer en Riet Spierings
Van de schoonheid en de troost: zo luidt de titel van een veelgeprezen en bekroond programma dat Wim Kayzer in de jaren negentig maakte voor de VPRO-televisie. Hij interviewde 26 befaamde kunstenaars, schrijvers, wetenschappers, filosofen en musici over datgene wat het leven voor hen de moeite waard maakt. Hoe weten zij te leven te midden van de vaak chaotische alledaagse werkelijkheid?
Kayzer legde hen de vraag voor wat in hun leven schoonheid vertegenwoordigt en of die schoonheid in staat is om troost te bieden in een somtijds mistroostig en bar bestaan. Een moeilijke vraag, waarop zijn gesprekspartners zoekend en tastend een antwoord zochten, zowel vanuit hun werk als hun persoonlijk leven. De reacties waren zeer uiteenlopend. Waar voor de een schoonheid en troost schuilen in de ordening van het heelal, vindt de ander deze juist in het onvoorspelbare en het vergankelijke. Maar ook in muziek, oude familiefoto’s en zelfs in verdriet kan schoonheid schuilgaan.
Aan de hand van enkele interviews zullen ook wij ons in deze cyclus bezighouden met de vraag wat ons leven de moeite waard maakt. Wat biedt mij zowel schoonheid als troost om me te verzoenen met het leven en met mijn persoonlijk leven?
In deze cyclus bekijken we drie interviews met mensen uit de wereld van de schone kunsten: Vladimir Ashkenazy, Rudi Fuchs en Rutger Kopland. Het zijn ontroerende, diepgravende en soms weerbarstige gesprekken met mensen voor wie de woorden schoonheid en troost waardevol en onmisbaar zijn.
De beroemde Russische pianist en dirigent Vladimir Ashkenazy zegt: Troost is onlosmakelijk verbonden met liefde. Schoonheid geeft ons een basis om te doorgronden wat liefde inhoudt. Zonder schoonheid is dat minder makkelijk te onderkennen. Voor hem is de esthetische ervaring niet los te zien van de ethische kant van het bestaan. Op bijzondere wijze laat hij ons drie prachtige muziekstukken horen, die hij vergezeld doet gaan van fijnzinnig commentaar.
Rudi Fuchs is kunsthistoricus en voormalig directeur van het Stedelijk Museum in Amsterdam. Hij beschrijft de taalkundige machteloosheid die we voelen als we oog in oog staan met een kunstwerk. We voelen hoe het ons beroert, we zien wat het is, maar we kunnen het niet uitdrukken. Toch proberen we het, misschien wel omdat de moderne mens niet meer in staat is in geheimen en wonderen te geloven en daar commentaar op moet hebben. Het is buitengewoon verrassend hoe hij zelfs tussen alledaagse ansichtkaarten en kunst een relatie weet te leggen.
Rutger Kopland noemt zichzelf de man van twee ambachten. Hij is namelijk dichter en psychiater. Hij wordt beschouwd als een van de grootste dichters in ons taalgebied. Hij is onder andere bekroond met de P.C. Hooftprijs. Kopland is de dichter van de paradoxen: beweging en stilstand, aanwezigheid en afwezigheid, leven en dood. En over de mens die wil blijven en weggaan, zijn en niet zijn. Een hele complexe en boeiende thematiek. De Vlaamse dichter Herman de Coninck heeft over de poëzie van Kopland gezegd: Het zijn gedichten waar je heel gemakkelijk inkomt, maar niet meer uit geraakt.
We kijken naar drie indringende gesprekken en zullen graven naar de onderstroom die ons leven kleurt, maar waar we doorgaans niet zo uitvoerig bij stilstaan. Wie gelooft dat schoonheid en troost geen illusies zijn, maar mogelijk kunnen bijdragen aan een zinvol bestaan, is van harte welkom.
Bij de serie is destijds een boek verschenen dat helaas is uitverkocht: Wim Kayzer, Het boek van de schoonheid en de troost. Op internet worden er nog tweedehands exemplaren aangeboden.
Dagen: Drie vrijdagen (11.00–16.30 uur)
Data: 4 okt – 18 okt – 8 nov
Kosten: 60 euro
Begeleiding: Wil van der Heijden en Lia Vergouwen
Wandelaar, je voeten zijn de weg en niet meer dan dat.
Wandelaar, er is geen weg, de weg ontstaat al gaande.
Al gaande ontstaat de weg en als je achterom
kijkt zie je het pad, dat je nooit meer kunt gaan.
(13e eeuwse inscriptie op een kloostermuur in Toledo)
Al wandelend door het leven worden we vanzelf ouder. Mooi en boeiend is dat of kan het zijn, maar in het algemeen wordt daar niet zo tegenaan gekeken. Ouder worden is lichamelijke aftakeling, niet meer kunnen wat je wilt, gemis en verdriet meemaken, eenzamer worden omdat geliefde familieleden en vrienden wegvallen. Toch is er meer dan dat, ouder worden geeft ook nieuwe keuzes en kansen. We hoeven niet zoveel meer van onszelf, er wordt minder van ons verwacht, we hebben meer tijd voor bezinning en verdieping. Als we leren omgaan met deze aspecten van ouder worden, kan er ruimte ontstaan voor het onverwachte: nieuwe perspectieven en verdere groei. Het levensverlangen hoeft niet op te houden, het kan ons blijven bemoedigen om die perspectieven op te zoeken en om (opnieuw) geïnspireerd te raken.
Met elkaar gaan we in gesprek om op het spoor te komen van die nieuwe, andere kanten van dat blijvende levensverlangen. Ons vertrekpunt is die onbekende weg, die zich uitstrekt onder onze voeten en waarop we niet kunnen terugkeren. We lezen en bespreken met elkaar gedichten en prozateksten die raken aan thematieken over ouder worden: het beamen van het ouder worden, terugkijken en loslaten, innerlijke ruimte ontdekken, zin geven en zin ontvangen. De prozateksten worden ontleend aan het werk van Herman Andriessen, en we lezen gedichten van bv. Rutger Kopland, Ida Gerhardt, M. Vasalis en Hans Andreus.
Samen lezen we de teksten en we delen wat ons hierin raakt, wat raakt aan ervaringen op onze weg door het leven. Door er samen over te praten en te erkennen wat mooi en wat moeilijk was en is, kunnen we herkenning vinden bij elkaar, en zo verder groeien naar aanvaarding met het leven achter ons en vertrouwen in de weg die voor ons ligt. Zo vinden we vrede met onszelf en met de weg van het ouder worden want:
Wij groeien met de jaren
naar binnen
waar wij als ’t ware
niet meer verjaren
omdat beminnen
en leven samengaan
en wij het ‘andere’ ontginnen.
(Jos Van den Broeck)
Dagen: Vijf woensdagen (10.30–13.00 uur)
Data: 9 okt – 23 okt – 6 nov – 20 nov – 4 dec
Kosten: 50 euro
Begeleiding: Joanne Kruijswijk Jansen en Wil Simis–Goddijn
Mijn God,
ik hoef niet naar de hemel te klimmen
om met U te spreken
en bij U mijn vreugde te vinden.
Ik moet mijn stem niet verheffen
om met U te praten.
Al fluisterde ik heel zacht,
Gij hoort me al;
want Gij zijt in mij,
ik draag U in mijn hart.
(Teresa van Avila)
Van Teresa van Avila (1515-1582) is bekend dat zij op een eigenzinnige wijze haar leven vorm heeft gegeven. Samen met enkele anderen heeft zij een nieuwe stijl van religieus leven ontwikkeld, goeddeels tegen de heersende vanzelfsprekendheden in. Haar vastberadenheid daarin moge mede door karakter en aanleg bepaald zijn, het gevoel voor de goede richting en de maatvoering heeft zij al doende moeten vinden.
Hoe is zij in haar tijd tot dat onderscheidingsvermogen gekomen? Wat is haar geheim om bij de vele heftige en tegengestelde invloeden niet verloren te lopen? We trachten elementen van dat geheim op te sporen in haar autobiografie, het boek van haar leven.* Vervolgens proberen we te zien hoe die elementen, wellicht in een voor onze tijd gewijzigde vorm, ook ons eigen leven richting kunnen geven. Om te beginnen lezen we de uitstekende inleiding in de hieronder genoemde editie. Deze tekst geeft een goed beeld van het hele boek.
*Teresa van Avila, Het boek van mijn leven. Ingeleid door Elisabeth Peeters en Ulrich Dobhan; vertaald door Carlos Noyen, Carmelitana, Gent 2009, 458 blz.,
ISBN 978 90 7667 170 3.
Dagen: Drie zaterdagen (11.00–16.30 uur)
Data: 16 nov – 23 nov – 14 dec
Kosten: 60 euro
Begeleiding: Frans Maas