We zijn geen menselijke wezens op een geestelijke reis. Wij zijn geestelijke wezens op een menselijke reis. (Pierre Teilhard de Chardin)

Thuiskomen is het jaarthema van Stem in de Stad en de Groenmarktkerk. Ter verdieping wordt dit thema in samenwerking met het KCS afgesloten met een cyclus van vier avonden. In een kleine groep van hoogstens 12 personen zullen we stilstaan bij wat ‘thuiskomen’ voor ons betekent.

 

Ervaren we ons huis ook als een ‘thuis’? Ieder mens is op zoek naar een ‘thuis’. Iedere nieuwe levensfase, iedere nieuwe situatie vraagt om opnieuw thuis te geraken, op deze nieuwe plek, in deze nieuwe omgeving, met deze nieuwe tochtgeno(o)t(en). Vooral jijzelf speelt in dit zoeken en vinden van een ‘thuis’ een belangrijke rol.

 

Henri Nouwen (1932-1996) schreef naar aanleiding van Rembrandts schilderij ‘De terugkeer van de verloren zoon’ het inspirerende boek Eindelijk thuis. Dit werk gaat over de worsteling in het leven om ooit thuis te komen. Nouwen zegt daarover onder meer:

Thuiskomen is een reis waar je een leven lang over doet.
Er zijn altijd weer stukjes van je die weglopen en verdwalen,
of die verstrikt raken in rancune. Voor je het weet ben je ver van huis. (…)
Op weg naar huis merk je hoe lang de reis duurt.
Maar je mag de moed niet verliezen.(…)
Als je zorgvuldig luistert, merk je dat je onderweg al een beetje thuis bent.

 

Henri Nouwen is wereldwijd bekend geworden door zijn vele lezingen en zijn boeken over spirituele en pastorale thema’s. Hij doceerde pastoraal psychologie en theologie, eerst in Nederland en later aan de Amerikaanse universiteiten van Yale en Harvard, alvorens pastor te worden van de Arkgemeenschap Daybreak in Toronto, Canada, waar mannen en vrouwen met een verstandelijke be-perking samen met hun assistenten voor elkaar een thuis creëren.

 

In Eindelijk thuis beschrijft Nouwen zijn ontmoeting met Rembrandts ‘De terug-keer van de verloren zoon’. Vele dagen en uren brengt hij met het schilderij door. Tijdens deze ontmoetingen wordt hij er diep door geraakt en denkt hij na over wat de personen op het doek voor hem betekenen. Nouwen komt via het schouwen van deze afbeelding in diep contact met zichzelf en met de liefdevolle Vader, naar wie hij een levenlang op zoek is.

 

Eindelijk thuis werd onlangs – in de maand van de spiritualiteit – uitgeroepen tot het mooiste spirituele boek. Reden te meer om dit boek voor een tweede keer de leidraad te laten zijn van een cyclus. In 1997 gebruikten we deze overwegingen voor het eerst. We zullen door beelden (het schilderij) en woorden (het boek) en door stilte het thema laten landen. We hopen zo verbonden te raken met de Parabel van de verloren zoon (Lucas 15, 11-32) dat we er sporen van ons eigen levensverhaal in gaan herkennen. Door met elkaar te delen wat ons bij het zien van het schilderij raakt en aan het denken zet, kunnen we wellicht leren van elkaar. Van harte uitgenodigd om deel te nemen aan deze zoektocht naar ‘thuis’.

 

Het is wenselijk Eindelijk thuis. Gedachten bij Rembrandts ‘De terugkeer van de verloren zoon’ (ISBN 9020947745) gedurende deze bijeenkomsten ter beschikking te hebben.

 

Dagen: Vier donderdagen (19.30 – 21.30 uur)
Data: 12 jan – 26 jan – 9 feb – 23 feb
Kosten: 40 euro (voor vrijwilligers van Stem in de Stad 10 euro)
Begeleiding: Jody van der Velde en Riet Spierings

De lelie vraagt niet ongeduldig wanneer nu eindelijk de lente komt. Als het ogenblik komt, begrijpt de zwijgzame lelie dat dit het ogenblik is en weet het te benutten. O, jullie diepzinnige meestertjes van eenvoud, die weten dat men het ogenblik nooit kan treffen als men praat. (Søren Kierkegaard)

 

Søren Kierkegaard heeft naast zijn filosofische boeken ook een groot aantal toespraken geschreven. Deze zijn vooral bedoeld om te inspireren tot een goed leven. Veelal zijn deze toespraken gebaseerd op Bijbelse thema’s. Een aantal daarvan is onlangs uitgegeven. Onbezorgd als de vogel en de lelie is een van die toespraken die vorig jaar voor het eerst in het Nederlands is vertaald.

 

Kierkegaard begint in het boek met een gebed: Vader in de hemel! Als de lente komt keert in de natuur alles met een nieuwe frisheid en schoonheid terug. De vogel en de lelie hebben sinds de vorige keer niets verloren – geef dat wij net zo onveranderd terugkeren naar het onderwijs van deze leermeesters! En als wij in de tussentijd achterop zijn gekomen, geef dan dat wij geestelijk weer gezond worden door opnieuw te leren van de lelies op het veld en van de vogels van de hemel.Achtereenvolgens behandelt hij een zevental zaken, waarover wij ons zorgen zouden kunnen maken. Het gaat om onderwerpen als armoede, overvloed, zorgen over het gevoel dat we niet veel voorstellen of dat juist onze hoogmoed zorgen baart. Kierkegaard behandelt de thema’s op zijn eigen specifieke manier, vol humor, met een ongeëvenaarde opmerkingsgave, erudiet en dwingt de lezer tot zelfonderzoek en het maken van keuzes.

 

Zorgen maken is van alle tijden. Als je je teveel zorgen maakt, raak je erin verstrikt. Je zorgen maken verandert dan in piekeren, piekeren in cirkeltjes over dingen die mis zouden kunnen lopen. Het leidt niet tot een oplossing en verliest z’n functie. Sterker nog: je wordt er angstig, nerveus en gespannen van. Kierkegaard neemt ons mee en laat zien hoe we onbezorgd kunnen zijn als de vogel en de lelie, het Bijbels perspectief.

 

Steeds blijkt weer hoe vruchtbaar het is om Kierkegaard in groepsverband te lezen. We willen dat wéér doen. Het lijkt goed te doen om in vijf bijeenkomsten het boekje van ruim 100 bladzijden met elkaar te lezen en met elkaar in gesprek te gaan. Kierkegaard is de schrijver bij uitstek, die je terugwerpt op je eigen leven, confronterend is en ondanks het tijdsverschil van meer dan 160 jaar eigentijdse problemen aan de orde stelt. We proberen de tekst in onze eigen ervaring en in onze eigen situatie te verstaan.

 

Bij de tekst gebruiken we: Søren Kierkegaard, Onbezorgd als de vogel en de lelie. Zeven opbouwende toespraken, Vertaald door Lineke Buijs en Andries Visser, Buijten & Schipperheijn B.V., Amsterdam 2010, 134 blz.,15 euro, ISBN 978 90 5881 481 4.

 

Dagen: Vijf dinsdagen (14.00–16.30 uur)
Data: 17 jan – 31 jan – 14 feb – 28 feb – 13 mrt.
Kosten: 50 euro
Begeleiding: Riet Spierings en Krijn Kramer

Wanneer die inzichten, die ik me achter m’n bureau, in omgang met de edelste gees-ten, verover, niet doordringen tot in de kleinste dingen van het dagelijkse leven, wan-neer niet iets van het grote besef over menselijke waarden, tot in de verst verwijderde ademtocht doordringt, dan heeft dat “geestelijke leven” (…) geen betekenis. (Etty Hillesum, 10 juni 1942)

 

Etty Hillesum (Middelburg, 15 januari 1914 – Auschwitz, 30 november 1943) is een jonge, joodse vrouw, die volop bezig is zichzelf te ontdekken wanneer de tweede wereldoorlog uitbreekt. In haar dagboek en haar brieven laat zij openhartig zien hoe intens ze zoekt naar de zin van het leven en hoe ze worstelt om alles, het mooie én het absurde, een plaats te geven in haar bestaan. Gaandeweg wordt haar keuze voor verzet én lotsverbondenheid steeds duidelijker. Op 7 september 1943 wordt zij met haar ouders en haar broer Mischa vanuit het deportatiekamp Westerbork getransporteerd naar het concentratiekamp Auschwitz in Polen. Haar oudste broer Jaap volgt enkele weken later. Volgens het Rode Kruis sterft Etty enkele maanden later op 30 november.

 

26 Augustus (1941), Dinsdagmiddag

Binnen in me zit een heel diepe put. En daarin zit God. Soms kan ik erbij. Maar vaker liggen er stenen en gruis voor die put, dan is God begraven. Dan moet hij weer opgegraven worden.

 

23 Juli (1942), Donderdagavond, 9 uur

Toen ik gisterenavond dat grote eind door de regen gelopen had met die blaar onder aan m’n voet, ben ik toch op het eind nog een straatje omgelopen om een bloemenkar te zoeken en ik kwam met een grote bos rozen thuis. En daar staan ze. Ze zijn net zo werkelijk als al de ellende, die ik op een dag meemaak. Er is voor veel dingen plaats in één leven. En ik hèb zoveel plaats, mijn God.
Uit de brieven die Etty Hillesum vanuit het doorgangskamp Westerbork schrijft, blijkt hoe zij in die barre werkelijkheid met beide benen op de grond is komen te staan.

 

Westerbork, 24 Augustus, 1943

Als ik denk aan die gezichten van het groengeüniformeerde, gewapende begeleidingspeloton, mijn God, die gezichten! Ik heb ze stuk voor stuk bekeken, verdekt opgesteld achter een venster, ik ben nog nooit van iets zo geschrokken als van deze gezichten. Ik ben in de knoei geraakt met het woord, dat het leidmotief van mijn leven is: En God schiep de mens naar Zijn Evenbeeld. Dat woord beleefde een moeilijke ochtend met mij.

 

Op acht donderdagmiddagen wisselen we uit wat ons in het dagboek en de brieven van Etty Hillesum het meest heeft geraakt. In gesprek met elkaar hopen we door te dringen tot wat haar bezielt en tot de levenskracht die ons beweegt.

 

Bij de tekstlezing gebruiken we: Etty. De nagelaten geschriften van Etty Hillesum 1941 – 1943, Onder redactie van Klaas A. D. Smelik, Uitgeverij Balans, Amsterdam 1986, 20085 , ISBN 978 90 5018 812 8, € 19,50.

 

Dagen: Acht donderdagen (14.00−16.30 uur)
Data: 19 jan − 2 feb − 16 feb – 1 mrt −15 mrt − 29 mrt − 12 apr − 26 apr
Kosten: 80 euro
Begeleiding: Lia Vergouwen en Vic Bos

Deze tekst staat boven de ingang van een kerk in een Frans dorp om de mensen in de kerk tot stilte te manen. Kernachtiger kan het belang van stilte niet worden uitgedrukt. Stilte die ons bewaart, voor ons zorgt! Er is echter een voorwaarde aan verbonden: zelf de stilte betrachten.

 

Dat is niet gemakkelijk in een cultuur waar stilte eerder problematisch is door het alom aanwezige geluid en de vele communicatiemiddelen. Geen wonder dat veel mensen op zoek gaan naar stilte: in de natuur, in kerken en kloosters of op een stilteplek in het eigen huis. Het is belangrijk een plaats en een tijd af te bakenen dat er niets moet, dat we tot rust en tot onszelf kunnen komen.

 

Door de inspanning gedurende de fysieke oefeningen is de ontspanning daarna des te meer voelbaar. Daaruit vloeit de verstilling voort naar lichaam en geest en kan er vrede groeien in ons bestaan. Mogelijk dat stilte dan meer en meer een metgezel wordt en doet raken aan het geheim van het leven.

 

Enkele dagdelen waarin we door middel van yoga-, ontspannings- en meditatieoefeningen de stilte beoefenen en bewaren in de hoop en het vertrouwen dat de stilte ons zal bewaren.

 

Aan de yoga, zoals we die in deze cyclus beoefenen, kan iedereen meedoen. Van belang is de eigen grenzen die het lichaam stelt in acht te nemen.

 

Dit is de eerste keer dat er op het KCS yoga in het programma voorkomt. Er zijn geen hulpmiddelen aanwezig die voor de yoga nodig zijn. Daarom is het van belang dat U zelf het volgende meeneemt:

  • Een dekentje of slaapzak om op de parketvloer te leggen voor de zittende en liggende oefeningen.
  • Mocht U een rubber of kunststof matje bezitten dan kunt U dat ook meenemen. Noodzakelijk is dat echter niet.
  • Vindt U het moeilijk om met het hoofd plat op de grond te liggen dan is een klein kussen ter ondersteuning prettig.
  • Het is van belang dat U gemakkelijk zittende kleding draagt.

Iedereen is welkom, ook degenen die geen ervaring hebben met yoga en meditatie.

 

Yoga beoogt het zoeken naar evenwicht met het in acht nemen van eigen grenzen en het ontdekken van je eigen mogelijkheden. Een prachtige leidraad in deze is het volgende citaat van George Sheehan: Als je het antwoord wil vinden op de grote vragen over je ziel, kun je maar het beste beginnen met de kleine antwoorden over je lichaam.

 

Dagen: Drie vrijdagen (14.00–16.30 uur)
Data: 20 jan − 3 feb – 17 feb
Kosten: 30 euro
Begeleiding: Wil van der Heijden

Verdriet kit al mijn krachten samen,
zodat ik roerloos word als steen.
Mijn hele wezen wordt materie,
een ondoordringbaar star mysterie,
o sla de rots, opdat ik ween.

(M. Vasalis)

 

Soms worden we geconfronteerd met een breuk in het bestaan: een ingrijpende ziekte, verlies van een dierbare, scheiding, pijn en onrecht. Bij onszelf of bij anderen. In het begin is er bijna altijd paniek, woede, zelfrechtvaardiging, protest, verwijt, radeloosheid, verkramping, eenzaamheid. Bijna altijd wordt geprobeerd het verlies te herstellen, er iets tegen over te stellen of het in te ruilen voor iets beters.

 

De eigenlijke ervaring van zo’n wezenlijk verlies bestaat hierin dat de manier waarop wij ons leven en onszelf tot nu toe hebben gedefinieerd, niet meer opgaat. Ons ‘levensontwerp’ is stuk.

 

Het leven blijkt plotseling minder maakbaar te zijn dan gedacht. De vraag naar de zin van het leven komt sterker dan ooit naar voren. Of: wat is de zin van het leven als ik er geen zin meer aan kan geven?

 

Wie wezenlijk verlies wil goedmaken – en spontaan wil dat bijna iedereen – is in het gevaar een kans te verspelen; en dat gevaar loopt bijna iedereen. Het wezenlijke verlies, het leed kan een kans worden om een weg te gaan naar het Geheim van het leven. (Andriessen)

 

Aan de hand van verschillende teksten gaan we in gesprek over het leven waar het lijden bij hoort. Het leed wordt niet weggeredeneerd of goedgepraat. Het lijden wordt overigens ook niet verheerlijkt zoals in een verouderde en voorbije christelijke lijdensspiritualiteit. Het lijden blijft lijden, de breuk blijft breuk.

 

Stilstaan bij het lijden – het lijden van onszelf, het lijden van anderen – kan zo een weg van uitzuivering zijn. De breuken in het leven kunnen soms tot bronnen worden waarmee het leven nieuwe zin en betekenis krijgt. Een weg om intenser bij het leven te komen en misschien de Kern soms even te raken.

 

Deze cyclus is geen lotgenotencontact of therapie. Natuurlijk verdient het leed dat we met ons meedragen een plaats en is het goed om uit te wisselen hoe we omgaan met verlies. Maar we zijn bijeen voor iets anders. We willen naar lijden en leven kijken vanuit een ander, verrassend perspectief, aangereikt in teksten, om ons te helpen een eigen spirituele weg in het leven te gaan, waar ziektes, lijden, breuken en wonden bijhoren.

 

Dagen: Vijf donderdagen (14.00−16.30 uur)
Data: 26 jan – 9 feb – 23 feb – 8 mrt – 22 mrt
Kosten: 50 euro
Begeleiding: Wil Simis-Goddijn en Harm van Grol

De meditatievorm Zen Zien Tekenen legt op een directe wijze verband tussen wat het zuivere oog ziet, het open hart beweegt en de vrije hand beschrijft. Het is een intense meditatievorm en een geconcentreerde oefening in aandacht. Het is ten diepste wakker worden in het hier en nu. Het is thuiskomen in de harmonie van je diepste natuur.

 

Zen Zien Tekenen wordt gezien als een van de jongste loten aan de stam van de traditionele zenmeditatie. Het is een actieve maar toch verstilde meditatievorm, die goed aansluit bij onze traditionele maar beweeglijke westerse spirituele cultuur.

 

Het Zen Zien Tekenen is niet op de eerste plaats gericht op het leveren van artistieke prestaties en ook niet bedoeld als ‘creatieve bezigheid’. Ervaring met zenmeditatie en ‘kunnen tekenen’ zijn geen vereisten. Wel wordt van de oprechte beoefenaar van Zen Zien Tekenen inzet, doorzettingsvermogen, openheid en vertrouwen verwacht. Ook vioolspelen leer je niet in één dag.

 

Deze intense en verrassende cyclus bestaat vooral uit praktisch oefenen met het Zen Zien Tekenen, zoals dr. Frederick Franck dat heeft ontwikkeld.

 

Aanbevolen literatuur: De boeken van Frederick Franck, m.n. Zen zien, zen tekenen (ISBN 9063500637) en Maria Adriaens, Ruimte zien (ISBN 9056700936).

 

Dagen: Twee zaterdagen (11.00–16.30 uur)
Data: 28 jan – 18 feb
Kosten: 40 euro
Begeleiding: Leo van Vegchel

De gevierde film Des hommes et des dieux (Van mensen en goden) van regisseur Xavier Beauvois werd in Cannes bekroond. De film is gebaseerd op een waar gebeurd verhaal. In 1996 werd een zevental Franse Cisterciënzer monniken uit hun klooster in Tibhirine in Algerije ontvoerd en onthoofd teruggevonden. De actie werd meteen opgeëist door de militante Groupe Islamique Armé, (GIA, Gewapende Islamitische Groep), maar aan de ware toedracht wordt tot op de dag van vandaag getwijfeld. De Franse geheime dienst stuitte namelijk op bewijzen dat de gruweldaden wel eens het resultaat konden zijn van een grove fout van het Algerijnse leger.

 

Wat we te zien krijgen zijn acht Franse monniken die in volstrekte harmonie leven met hun islamitische dorpsgenoten. Ze nemen met ritmisch handgeklap deel aan een besnijdenisfeest en broeder Luc staat met zijn medische kennis de lokale bevolking bij. Ook helpen de monniken de mensen aan werk en levensmiddelen. Maar het is onrustig in de regio en de invloed van terreur en angst wordt steeds merkbaarder. Nadat een groep buitenlandse werknemers op brute wijze door een militante Islamitische groepering wordt afgeslacht, duurt het niet lang voor deze terroristen het klooster met een bezoek vereren.

 

Het knappe is dat de regisseur zich op geen enkele wijze een oordeel aanmeet. Er is geen sprake van superioriteit, christelijk of islamitisch. Waar geweld het belangrijkste wapen is, zijn er immers alleen maar verliezers en gooit het elk geloof te grabbel. De monniken doen juist hun uiterste best de Islam te omarmen en verdiepen zich erin. Op hun nachtkastje ligt naast de Bijbel de Koran. Beauvois laat zien hoe verschillende culturen en religies in perfecte harmonie met elkaar kunnen samenleven. Hij heeft aandacht voor de schoonheid van het geloof. Ook voor de rituelen van de monniken is veel aandacht en de respectvolle wijze waarop hun gebeden in de film in beeld worden gebracht is rustig en sereen. Alsof hij stond te filmen op het ritme van een lofpsalm, registreert de cineast de dagelijkse rituelen in het klooster: het wieden van het onkruid, de maaltijden (frieten!), de avondgebeden. Het komt niet vaak voor in de hedendaagse cinema dat religie in zo’n positief daglicht wordt gesteld.

 

Maar uiteindelijk gaat Des Hommes et des Dieux over de persoonlijke afwegingen van de acht monniken, die voor zichzelf moeten uitmaken om te blijven of te vluchten voor het gevaar. Beauvois trekt veel tijd uit voor onderlinge discussies en laat zien hoe iedereen worstelt met de juiste beslissing. Uiteindelijk blijven de monniken, omdat ze een belofte hebben afgelegd aan elkaar en aan God. Ze zijn zich bewust van de gevolgen van hun keuze, maar wijken niet. Dit wordt benadrukt in een zeldzaam ontroerende scène die ik nu niet zal verklappen.

 

Om zijn verhaal te vertellen heeft de regisseur er de structuur van een passieverhaal aan gegeven. Des Hommes et des Dieux toont het fundamentele belang van compassie, van tolerantie, van oprechte menselijkheid, van ‘humanistische’ religie. De regisseur zegt daarover: ‘Voordat je geloof hebt, heb je vrijheid, gelijkheid, broederschap. Liberté, égalité, fraternité. Deze monniken zijn vrije mannen, die zichzelf als gelijken zien tegenover elkaar, maar ook als broeders, van elkaar én van de moslims. Het zijn intelligente, gepassioneerde mensen: ze praten met elkaar, bevragen elkaar, zijn geïnteresseerd in elkaar. Ze verkeren kortom in een staat van zijn, en niet zoals velen van ons in een staat van doen.’

 

Dag: Zaterdag (11.00–16.30 uur)
Datum: 11 februari
Kosten: 20 euro
Begeleiding: Marjeet Verbeek en Wilbert Sentenie

En wanneer die donker kom
En jou mensen my ontwyk
Sal ek my liefde gee
Totdat die haat verdwyn
Want jou huis is my huis
Jou angs is my angs
Jou stilte my stilte
Jou land is my land (Stef Bos)

 

Het boek Ruth neemt in het eerste testament van de Bijbel een bijzondere plaats in. Het is een klein boek met grote literaire zeggingskracht. Een pakkende novelle waarin in eerste instantie twee vrouwen, de Moabitische Ruth en haar joodse schoonmoeder Naomi, de hoofdrol spelen. Het verhaal vormde het uitgangspunt voor de preek van ds. Carel ter Linden bij de huwelijksinzegening van prins Willem-Alexander en de Argentijnse Maxima, nu bijna 10 jaar geleden.

 

Aangrijpend in het verhaal is het moment waarop Ruth onvoorwaardelijk en zonder aarzeling haar eigen lot aan dat van haar schoonmoeder verbindt. Als Naomi na de dood van haar man en zonen besluit vanuit Moab terug te keren naar haar geboortestad Bethlehem, besluit Ruth om bij haar te blijven. Deze keuze blijkt een keerpunt te zijn in de geschiedenis van de twee vrouwen. Maar ook in de geschiedenis van beide families en zelfs in die van de beide volkeren, Israël en Moab. In ‘Lied van Ruth’ verwoordt de zanger Stef Bos deze keuze in het Afrikaans als volgt:

 

Maar jou land is my land
Jou volk is my volk
Jou taal is my taal
Jou God is my God
Jou droom is my droom
Jou pad is my pad
Jou toekoms my toekoms
Jou hart is my hart

 

Het is de aanloop naar een meeslepend verhaal met meerdere lagen, die voor ons als lezers vele perspectieven openen. Hebben wij zelf wel eens zo’n onverdeelde keuze gemaakt? Of misschien willen maken? Of heeft iemand anders voor òns zo’n keuze gemaakt? Hoe kom je er toe? En wat kunnen de gevolgen zijn? Maar ook: wat betekent het precies om ‘terug naar je land’ te gaan? En wat betekent het dan om ‘in den vreemde’ te zijn? Hoe zit het eigenlijk met ‘geluk hebben’?

 

Het boek Ruth heeft ons veel te zeggen over de pijn van scheiding en verlies. Maar ook over hoop en herkenning, over grenzen van cultuur, taal en geloof heen. Een zoektocht van hele gewone mensen naar een leven in heelheid en verbinding.

 

Gedurende drie vrijdagen lezen we het boek Ruth. We gebruiken hiervoor de methode van de Lectio Divina, het meditatief lezen van de Bijbel. Naast lezen zullen we ook kijken. Marc Chagall maakte bij het boek Ruth vijf prachtige schilderijen in voornamelijk bruine en rode tinten. Kleuren van vruchtbaarheid en liefde. Ook deze schilderijen krijgen in de cyclus hun plaats. En natuurlijk luisteren we naar het mooie lied van Stef Bos.

 

Dagen: Drie vrijdagen (10.30−16.30 uur)
Data: 2 mrt − 16 mrt – 30 mrt
Kosten: 60 euro
Begeleiding: Dinette Kooiman en Mineke Kroes