Met genoegen bieden wij u bij deze het nieuwe programma 2012-2013 aan van het Karmelitaans Centrum voor Spiritualiteit. We hebben geprobeerd een veelzijdig programma samen te stellen waarin vele rijke schakeringen van het spirituele palet zijn vertegenwoordigd. Ons aanbod kent een grote schare trouwe deelnemers terwijl we ieder jaar ook veel nieuwe mensen mogen verwelkomen. In onze cycli proberen wij aan te sluiten bij wat mensen van nu beweegt, waar ze naar op zoek zijn en wat hen ter harte gaat. In reactie op de toenemende onrust en stress in onze samenleving wil het KCS juist een plaats zijn van onthaasting en rust. Een plaats met ruimte om stil te staan bij je eigen leven en persoonlijke beleving en daarover in gesprek te gaan met anderen.
Thema’s als rust, stilte en ontspanning zijn in ons aanbod dan ook ruim vertegenwoordigd. Zie hiervoor de cycli Innerlijke rust, Zen – zien – tekenen, Adem licht (Yoga en meditatie). Van oudsher waren het de christelijke spiritualiteit/mystiek en de kloostertradities die wezen op het belang van innerlijke aandacht en stilte. In dit kader zijn er opnieuw cycli rond benedictijnse spiritualiteit, waarbij in Kracht en tegenkracht van bezielde stilte tevens geput wordt uit zenboeddhistische bronnen. In de voorjaarscyclus wordt de benedictijnse spiritualiteit verrassend beschreven door een nog jeugdige maar hogelijk geïnteresseerde journalist (In gesprek met een aandachtige levensstijl). Verder is er een cyclus Levenskunst volgens Teresa van Avila, de wijze en eigenzinnige mystica wier vijfde eeuwfeest van haar geboorte uitgebreid gevierd zal worden in 2015.
Wie zich graag verdiept in de grote filosofen zal zich aangesproken voelen door het nieuwe aanbod rond Kierkegaard (Ieder mens is uniek), een serie die op veler verzoek wordt voortgezet.
Voor de boeiende relatie tussen kunst en spiritualiteit wordt op het KCS een belangrijke plaats ingeruimd. Voor liefhebbers van gedichten is er een cyclus rond het schitterende getijdenboek van Rilke (Van ieder ding het diep begrip…). De vertederende en wereldwijd gelezen klassieker De Kleine Prins staat centraal in de gelijknamige cyclus. Daarnaast is er weer een programma rond Chagall, waarbij ditmaal wordt ingegaan op zijn verbeelding van het verhaal van David: Door schade en schande mens worden… Een klassieker op het KCS is ook het filmaanbod. Dit jaar worden er prachtige films vertoond rond het thema Groeien in mededogen.
Tot slot een cyclus die direct wil aansluiten bij de eigen levensfase en ervaring van oudere deelnemers: Een leven lang groeien.
Als KCS zijn wij verheugd dat er de laatste jaren een goede samenwerking tot stand is gekomen met het Haarlemse Stem in de Stad en de Groenmarktkerk. Meer hierover en over het aanbod vanuit deze samenwerking (drie lezingen en een cyclus) kunt u lezen onder het kopje Samenwerking met Stem in de Stad, Groenmarktkerk en Speling en bij de cyclus Aarden in goede grond, die in het voorjaar wordt gegeven.
Daarnaast verdiepten we de samenwerking met het tijdschrift Speling en wordt voor het eerst op het KCS een Leesgroep Speling aangeboden. Zie ons aanbod in het najaar.
We vestigen ook graag alvast uw aandacht op het Speling Symposium Bronnen van bezieling, zie hiervoor Samenwerking met Stem in de Stad, Groenmarktkerk en Speling.
Tot besluit. Alle cycli op het KCS zijn er vooral op gericht dat deelnemers kunnen stilstaan bij hun eigen innerlijke ervaring en die van anderen en daarover met elkaar in gesprek kunnen gaan. Het KCS is geen studiecentrum waarin kennis wordt overgedragen of bediscussieerd. Voor zover het om kennis gaat, is dat kennis van het hart. Het gaat om verdieping en verrijking van ieders eigen ervaringen door wat er wordt aangeboden aan teksten, films, poëzie, yoga enz. en door het gesprek hierover, bij voorkeur in een enigszins meditatieve sfeer en met eerbied en respect voor elkaar.
Meer over onze doelstelling, werkwijze etc. is te lezen in KCS in vogelvlucht.
De benedictijnse spiritualiteit en het zenboeddhisme zijn de twee longen geworden waarmee ik adem. (Bieke Vandekerckhove)
Bieke Vandekerckhove (1969) wordt als 19-jarige psychologiestudente ziek. Ze lijdt aan de dodelijke spierziekte A.L.S.: Amyotrofische Lateraal Sclerose. ‘Verloop: progressieve verlamming van de spieren, ademhalingsmoeilijkheden, slikproblemen, met de dood als gevolg.’ De dokters schatten haar levensverwachting op twee tot vijf jaar. Na 3 jaar melden dezelfde dokters dat de ziekte is gestabiliseerd, maar altijd weer de kop kan opsteken. Beter worden blijft onmogelijk.
In 2010 schrijft Bieke Vandekerckhove hoe haar levensweg vanaf het moment van die onverbiddelijke diagnose is verlopen. Ze deelt haar ervaringen op een openhartige en ontroerende manier zonder te vervallen in goedkope en nietszeggende gemeenplaatsen. Ze zoekt, worstelt, wanhoopt, verlangt, zwijgt. Ze is stil en probeert te horen wat het leven haar (nog) te zeggen heeft.
In zevenentwintig korte hoofdstukjes geeft ze helder en indringend weer wat ze meemaakt en beleeft. Hoe autobiografisch Vandekerckhove ook schrijft, deze stukjes vormen geen chronologisch levensverhaal en kunnen afzonderlijk worden gelezen. Alle onderwerpen, zoals angst, troost, verveling, niet-weten, humor, leegte en veerkracht blijven dichtbij haar ervaring en beleving. De schrijfster verbloemt niks en is wars van mooipraterij. Haar tastende woorden zetten dan ook aan tot denken, tot nadenken over hoe je in het leven staat en kunt staan en hoe je wijsheid kunt puren uit de schoonheid en de rauwheid van het leven.
Haar boek De smaak van stilte. Hoe ik bij mezelf ben gaan wonen* kreeg in Leuven de Prijs voor het Spirituele boek 2011. Deze prijs bekroont een boek waarin op een toegankelijke wijze wordt bijgedragen tot de zoektocht naar zin, bezinning en bezieling in de huidige samenleving. Volgens de jury overstijgt ‘haar boek met verve het pure emo-verhaal. De auteur schrijft gedreven en goed gedocumenteerd over haar ontdekking van de benedictijnse spiritualiteit en over haar ontmoeting met de stilte van zen. Een boek dat traditie en leven met elkaar verbindt.’ Kortom: een boek dat naar meer smaakt.
Aan de hand van De smaak van stilte én onze eigen inzichten en ervaringen proberen we op het spoor te komen van een levenskunst die bij ons persoonlijke en maatschappelijke leven past. We lezen dit boek met de bedoeling ons ermee uiteen te zetten en ons te laten gezeggen, te laten raken door de tekst, ook als deze weerbarstig en paradoxaal is of haaks staat op wat wij menen te weten.
*Bieke Vandekerckhove, De smaak van stilte. Hoe ik bij mezelf ben gaan wonen. Ten Have/Lannoo, Kampen/Tielt 2010, 160 blz., ISBN 978 90 599 5979 8.
Dagen: Zes donderdagen (14.00 – 16.30 uur)
Data: 27 sep – 11 okt – 25 okt – 8 nov – 22 nov – 6 dec
Kosten: 60 euro
Begeleiding: Jetske Nicolaas en Vic Bos
In het jaarprogramma 2012-2013 vier films die mededogen thematiseren. Compassie is voor ieder van ons onontbeerlijk. ‘Mededogen is zelfs onze menselijke bestemming’, zegt Hein Stufkens. Karen Armstrong heeft met het Handvest voor Compassie aangetoond dat mededogen inderdaad van alle tijden en plaatsen het bindend visioen is van religies. Ook veel films laten zien hoezeer het in het leven en samenleven draait om mededogen. Soms in positieve beelden, denk maar aan de films Des hommes et des dieux en As it is in heaven, die tonen hoe een leven vanuit mededogen mogelijk is. Maar het kan ook gebeuren dat films verbeelden hoe moeilijk het is om te leven vanuit mededogen. Ze zetten de kijker eerder aan het denken over wat er nodig is om te groeien in compassie. Dat groeien in mededogen noodzakelijk is in onze globaliserende samenleving, staat echter buiten kijf. We zijn op elkaar aangewezen en hebben elkaar nodig, over de traditionele grenzen heen, tussen generaties en landen in. Filmbeelden kunnen ons helpen hoe daaraan gestalte te geven. Een Amerikaanse en drie Franstalige films helpen ons op weg. Ouders en kinderen, leraren en leerlingen, christenen en moslims, ze gaan elkaar in deze films vroeg of laat ontmoeten in mededogen.
De mythe van Job in een nieuw jasje
Gouden Palm winnaar 2011 The Tree of Life is een filmisch meesterwerk. Allereerst is de film een genot voor de zintuigen. Regisseur Terrence Malick vertrouwt op de kracht van poëtische beelden, klassieke muziek en meditatieve voice-overs om zijn verhaal te communiceren. Het overgrote deel van de film bestaat dan ook niet uit scènes met dramatisch geacteerde dialogen tussen personages, maar uit symfonieën. Zoals de sequentie waarin we hoofdpersoon Jack zien opgroeien en die begint bij de relatie van zijn ouders en eindigt als hij er een broertje bij krijgt. Op de tonen van Smetana’s De Moldau zwiert de camera door de natuur en door een Texaanse buitenwijk in de jaren vijftig en vertelt zo op wonderschone wijze het universele en toch altijd weer unieke ontstaan van leven. Nog abstracter is een eveneens elegante sequentie over het ontstaan van de aarde, die niets letterlijks met die jeugd te maken heeft, maar er slechts thematisch mee is verbonden. Ze begint met een caleidoscopisch kleurenspel begeleid door Preisners Lacrimosa, waarin de kiem van de filosofische en spirituele tegenstelling wordt verkend waar Malick in de rest van de film op voortbouwt: die tussen de weg van de natuur en de weg van genade als twee mogelijke levenspaden.
De film volgt de herinneringen van Jack O’Brien, oudste van drie zonen in een Amerikaans middenklasse gezin in de jaren vijftig. Langzaamaan komen we te weten hoe zijn jeugd en de dood van zijn broertje aan de basis liggen voor de volwassen Jack, een verloren ziel in de moderne wereld. Jacks serene moeder vertegenwoordigt met haar onvoorwaardelijke liefde de genade en levensvreugde, terwijl de controlerende vader met geweld en strengheid de natuur vertegenwoordigt. Beiden oefenen invloed uit op de jonge Jack; moeder door hem te beschermen en vader door hem met harde hand te leren zichzelf voor alles te stellen. De twee verschillende levensvisies vloeien in de film vrij in elkaar over, van het begin der aarde tot aan de volwassen Jack, van dinosaurussen tot aan wolkenkrabbers, van simpele huiselijke taferelen tot bomen, vanuit allerlei perspectieven tot imaginaire droomlocaties. En dat allemaal prachtig ritmisch aan elkaar en door elkaar gemonteerd. De film is een grote ‘stream of consciousness’ (stroom van bewustzijn) van de volwassen Jack, die evenals zijn ouders na de dood van het broertje op zoek is naar zijn relatie tot God en de wereld.
Jack vraagt zich af waar het kwaad in hemzelf vandaan komt en waarom onschuldigen worden gestraft? Antwoord krijgt hij echter niet. Als een moderne Job op de mestvaalt bidt hij weliswaar, maar hij blijft in het duister tasten. God antwoordt niet. Die stelt alleen een wedervraag aan Job. Die wedervraag vormt het motto waarmee de film opent: Waar was jij toen ik de aarde grondvestte? (Job 38, 4). Gods beschikkingen in de natuur vormen weliswaar aanwijzingen voor zijn beleid in het leven van de mens, maar de mens zelf kan die niet doorzien. The Tree of Life poogt een nieuwe gestalte te geven aan de oude mythe van Job en dat is waardevol. Eeuwige vragen, de mens stelt ze immers telkens weer opnieuw. Het zijn de eigentijdse verbeeldingen die ons het dichtst bij een ‘antwoord’ brengen. Waartoe ben ik hier op aarde en waarom is er kwaad, lijden en sterfelijkheid? Het ‘antwoord’ van The Tree of Life: het universum en onze plaats daarin, het blijft een wonderbaarlijk, ondoorgrondelijk mysterie. De weg van de natuur, het overlevingsinstinct is de meest basale, maar zeker niet de meest spirituele weg door het leven. Dat is de weg van de genade. Volwassen worden kan niet zonder verlies van onschuld, maar liefhebben maakt mededogen mogelijk.
Dag: Zaterdag (11.00–16.30 uur)
Datum: 29 september
Kosten: 20 euro
Begeleiding: Marjeet Verbeek en Wilbert Sentenie
Dit is mijn geheim, het is heel eenvoudig: alleen met het hart kun je goed zien. Het wezenlijke is voor de ogen onzichtbaar.
Dit prachtige moderne sprookje is geschreven voor jong en oud. Antoine de Saint-Exupéry schreef het in 1943. Het verhaal van De Kleine Prins werd wereldberoemd en is in meer dan 160 talen vertaald. De tekeningen zijn van de schrijver zelf en zijn minstens zo bekend geworden als de tekst. De taal is helder en tegelijk poëtisch.
Antoine de Saint-Exupéry (1900 – 1944) was vliegenier en schrijver. Hij behoort tot de pioniers in de luchtvaart. Met gevaar voor eigen leven heeft hij het luchtruim verkend. Hij werd beschoten, maakte noodlandingen en liep een aantal schedelbasisfracturen op. Op 31 juli 1944 keert hij niet terug van een verkenningsvlucht.
Als schrijver ontmoeten we hem in enkele novelles, een viertal romans (Postvlucht naar Dakar, Nachtvlucht, Het rijk der mensen, Oorlogsvlieger), en in zijn postume werk Citadelle, zijn geestelijk testament. Zijn meest bekende werk is het beeldende sprookje: De Kleine Prins.
Antoine de Saint-Exupéry, die je een moderne mysticus kunt noemen, gaat in zijn verhalen op zoek naar het wezen van de mens.
In De Kleine Prins maken we kennis met de verteller, een piloot die in de woestijn een noodlanding maakt. Hij herinnert zich in die benarde situatie hoe hij als zesjarige tekeningen maakte die niet begrepen werden. Zijn droom van een schildersloopbaan moest hij laten varen voor zaken die de grote mensen wél belangrijk vinden.
Daar in de woestijn ontmoet de vliegenier de kleine prins die van een andere planeet afkomstig is en die hem vraagt een tekening van een schaap voor hem te maken. Zijn zorgvuldig bewaarde kindertekeningen worden door de kleine prins wél begrepen.
De kleine prins vertelt hem van zijn reis door het heelal. Van zijn ontmoetingen met bewoners van andere planetoïden en van zijn komst in de woestijn. In de gesprekken tussen de vliegenier en de kleine prins krijg je als lezer het vermoeden dat dit tegelijk over iets meer gaat. En wie er oog voor heeft ervaart dat de gesprekken tussen verteller en kleine prins ook gaan over wie wij zijn, over onze innerlijke weg, over ons mens zijn en over ons omgaan met elkaar. Een weg naar het wezenlijke, alleen te zien met het hart.
De woestijn is zo mooi, doordat er ergens een put verborgen is, zei de kleine prins.
Tot mijn verbazing begreep ik ineens die geheimzinnige uitstraling van het zand.
We gebruiken de Nederlandse vertaling van Laetitia de Beaufort van Hamel. Het is nodig dat u over déze vertaling beschikt. Antoine de Saint-Exupéry, De Kleine Prins. Ad. Donker, Rotterdam 19511, 2010, ISBN 978 90 6100 639 8
Dagen: Vijf woensdagen (14.00 – 16.30 uur)
Data: 3 okt − 17 okt – 31 okt − 14 nov – 28 nov
Kosten: 50 euro
Begeleiding: Wil Simis−Goddijn en Riet Spierings
De titel van deze cyclus is ontleend aan het gelijknamige, prachtige boek van de benedictijner monnik Anselm Grün. In dit boek beschrijft hij hoe wij in onze tijd ten prooi zijn gevallen aan onrust, jachtigheid en gehaastheid. We weten niet eens altijd waar die onrust vandaan komt. Persoonlijke problemen kunnen er de oorzaak van zijn. Of zorgen die we ons maken over de wereld waarin we leven. Het kan ook te maken hebben met de vele mogelijkheden die het leven te bieden heeft en het gevaar onszelf daarin te verliezen, omdat we moeilijk keuzes kunnen maken.
Om duidelijkheid te krijgen in wat er schuilgaat onder de rusteloosheid en wat er speelt in de diepere lagen van ons gemoed is innerlijke rust van groot belang. Die komt ons echter niet zomaar aanwaaien.
In deze cyclus gaan we via verschillende wegen op zoek naar die innerlijke rust die een voorwaarde is om meer harmonieus met onszelf, met anderen en met de wereld om ons heen te kunnen leven.
Leven met aandacht lijkt daartoe onontbeerlijk. Dat vraagt niet alleen rust, maar ook het aanbrengen van ordening in de tijd, van ritmes waar werken, feesten, zorgen, samenzijn, alleen-zijn en stilte een rol in spelen. De Bijbelse Prediker zei in al zijn wijsheid al dat alles een tijd heeft. En dat vraagt naast beginnen ook ophouden en afbakenen. Zo brengen we niet alleen orde aan in de tijd maar ook in ons leven. En deze ordening zorgt ervoor dat er weer ruimte komt voor de ziel, dé plaats waar ieder mens haar diepste waarden heeft verankerd.
In vier middagen nemen we ruim de tijd voor de volgende thema’s:
1. Aandachtig leven. Wat is dat en hoe doe je dat?
2. Rust en onrust. Waar kan onrust vandaan komen? De rol van het lichaam en de emoties daarbij.
3. Ritme en ordening van de tijd. Welke ritmes brengen we aan gedurende de dag, in dag en nacht, gedurende de week, in het jaar en de seizoenen.
4. Leven vanuit de ziel als leven vanuit een innerlijke rust en ordening, waarbij we het leven ten diepste als een eenheid ervaren. Hoe kan zo’n eenheidservaring eruitzien?
Op onze zoektocht naar een harmonieus leven bewandelen we deze middagen diverse wegen:
- We lezen aansprekende teksten over stilte, rust en ruimte en het zoeken naar ritme en eenheid.
- We doen eenvoudige oefeningen om tot rust en ontspanning te komen.
- We luisteren naar verstilde muziek.
- We werken met meegebrachte symbolen.
- We gaan met elkaar in gesprek over ieders eigen ervaringen.
Als basisliteratuur bij deze cyclus gebruiken we o.a. hoofdstukken uit het hierboven genoemde boek.*
Iemand schreef eens: God woont niet in een hart dat bezet is. Iedereen heeft, om welke reden dan ook, wel eens het gevoel dat het hart niet helemaal vrij is of de ziel wat onder het stof ligt. Deze cyclus biedt de mogelijkheid om af te stoffen en ruimte te maken, zodat de ziel weer zingen kan. Welkom!
*Anselm Grün, Innerlijke rust. Hoe kom ik in harmonie met mezelf? Lannoo/Kok, 2002, ISBN 9059950712
Dagen: Vier vrijdagen (13.00 – 16.30 uur)
Data: 5 okt – 19 okt – 2 nov – 16 nov
Kosten: 50 euro
Begeleiding: Wil van der Heijden en Lia Vergouwen
maar onvoorstelbaar naamloze, jij die
bekleed werd en omkleed met zoveel namen
waar niemand meer van weet of weten wil,
laat soms me even merken dat je er bent,
niet in een blinkend inzicht, bliksemflits,
maar als een lichtheid in mij ademend.
Hans Andreus verwoordt hier in de slotregels van het gedicht Steeds de mogelijk diepere betekenis van de adem. Meestal gaan echter vele ademoefeningen vooraf aan een dergelijke ervaring.
Het ademen vergezelt ons van de wieg tot het graf als een levensnoodzakelijk ritme. Gelukkig is het een proces waar we doorgaans niet bij hoeven na te denken. Emoties en spanningen beïnvloeden het echter wel, omdat het een proces is dat binnen- en buitenwereld, lichaam en geest met elkaar verbindt. Daarom is het juist ook de adem die weer rust kan brengen in lichaam en geest. Hoe subtieler we leren ademen hoe meer we kunnen ervaren dat de adem het leven rustiger en lichter maakt.
In deze dagen van yogaoefeningen, meditatie en ontspanning is de adem de leidraad. We maken ons bewust van de wijze waarop we ademen en oefenen een diepe en volledige ademhaling, meestal in combinatie met fysieke oefeningen. In de ontspanning en de meditatie brengen we de adem in diepe rust. Misschien wordt dan even een verbinding gelegd met de naamloze als een lichtheid in mij ademend.
Iedereen is welkom, ook degenen die geen ervaring hebben met yoga en meditatie. Aan de yoga, zoals we die in deze cyclus beoefenen, kan iedereen meedoen. Van belang is om de eigen grenzen, die het lichaam stelt, in acht te nemen.
Wilt U het volgende meenemen naar de cyclus:
- Een dekentje of slaapzak om op de parketvloer te leggen voor de zittende en liggende oefeningen.
- Mocht U een rubber of kunststof matje bezitten dan kunt U dat ook meenemen. Evenals een poefje of bankje voor de meditatie. Noodzakelijk is dat echter niet.
- Vindt U het moeilijk om met het hoofd plat op de grond te liggen dan is een klein kussen ter ondersteuning prettig.
- Het is belangrijk om gemakkelijk zittende kleding te dragen.
Yoga beoogt het zoeken naar evenwicht met het in acht nemen van eigen grenzen en het ontdekken van je eigen mogelijkheden. Een goede leidraad in deze is het volgende citaat van Plato: Men moet de vaardigheden van het lichaam oefenen om die van de geest te verkrijgen.
Dagen: Drie vrijdagen (14.00 – 16.30 uur)
Data: 12 okt – 26 okt – 9 nov
Kosten: 30 euro
Begeleiding: Wil van der Heijden
Ik hou van je, jij allerzachtste wet
waaraan wij rijpten, wij die met je vochten;
jij reuze heimwee dat wij nooit bedwongen,
jij woud waaruit we nooit een uitweg zochten,
jij lied met ieder zwijgen weer gezongen,
jij donker net
waarin zich vluchtend de gevoelens drongen.
Het getijdenboek (Stundenbuch) is een eerste hoogtepunt in het vroege werk van Rilke (Praag 1875 – Valmont 1926). Het vormt, naar Rilke’s eigen zeggen, een uitdrukking van zijn directe relatie tot God, tot de grond van zijn leven; een relatie die ook zonder de traditionele en kerkelijke binding volledig kan bestaan.
Etty Hillesum schrijft in haar dagboek dat ze het Stundenbuch en Brieven aan een jonge dichter van Rilke, samen met de Bijbel wil meenemen in haar rugzak.
Vanuit Westerbork laat ze in een van haar brieven weten: ‘En waarover moet je nu praten als je met vele zorgen en verantwoordelijkheden op enige vierkante meters afgerasterde heidegrond zit (…). Natuurlijk over Rainer Maria Rilke. Zijn Stundenbuch dat ik altijd in mijn tas meedraag, lag daar opeens op de houten tafel tussen onze rooiekool die koud werd (…). Behalve aan mijn beschutte bureau blijkt Rilke nu ook te kunnen aarden in deze ingesloten, weerloze mensengemeenschap…’
‘Leven’, voor Rilke wil dat zeggen: ‘Alles is dragen, in ons omdragen, en dan baren. Iedere indruk en iedere kiem van een gevoel volkomen in zichzelf, in het donker, in het woordloze, onbewuste, zich laten voleinden, onbereikbaar voor het eigen verstand, en dan in diepe deemoed en geduld het uur, waarin de nieuwe klaarheid doorbreekt, afwachten’. Mystiek ook seculier.
Deze cyclus staat open voor mensen, die weliswaar langs het pad van de taal – wij lezen de Nederlandse tweetalige editie uit 2009* – willen delen, maar ook in zichzelf willen waarnemen, luisteren, ontvangen, toelaten. Openstaan voor hymnen die zwijgen. Het accent ligt niet op analyseren en verklaren van teksten, maar op de eigen beleving, het waarnemen van die onzegbare, structuurloze, onuitsprekelijke, ondenkbare Aanwezigheid in onszelf.
*Rainer Maria Rilke, Het getijdenboek. Gedichten uit Das Stundenbuch. Vertaling Piet Thomas, Ten Have, Kampen 2009, 119 blz., ISBN 978 90 259 5975 3.
Dagen: Vijf maandagen (14.00 – 16.30 uur)
Data: 22 okt – 29 okt – 12 nov – 26 nov– 10 dec
Kosten: 50 euro
Begeleiding: Janneke Krijger en Cees Savelkouls
Speling is een driemaandelijks tijdschrift voor bezinning. Het tijdschrift geeft ruimte aan eigentijdse spiritualiteit, die midden in het leven staat, en zoekt daarin naar verdieping. In 2009 vierde Speling haar 60-jarig bestaan. Ter ere van die verjaardag gaf Peter Nissen, redacteur van Speling, een lezing. Een korte impressie hieruit als aanbeveling van het tijdschrift: ‘De Nederlandse samenleving ruist en ritselt sinds het eerste decennium van de eenentwintigste eeuw van de spiritualiteit. Sinds enkele jaren staat de hele maand november in Nederland in het teken van de spiritualiteit. De boekhandels liggen vol boeken over spiritualiteit. (…) Ik vermoed in elk geval dat de Nederlandse karmelieten deze ontwikkeling zestig jaar geleden niet hadden durven voorspellen, toen zij in 1948 begonnen met het tijdschrift Carmel, met de ondertitel Tijdschrift voor Carmelitaanse geschiedenis en geestelijk leven, en nog minder veertig jaar geleden, toen zij hun tijdschrift Carmel omdoopten in Speling. Speling is al die jaren een toonaangevend tijdschrift geweest van christelijke spiritualiteit. (…)
Er is op de markt van zingeving en spiritualiteit behoefte aan onderscheidingsvermogen en dus aan bezinning, in de zin waarin het tijdschrift Speling die verstaat. Met een open oog en een open oor voor wat er ruist en ritselt in onze tijd, wil Speling de voorraadschuren van de christelijke traditie van spiritualiteit wijd open zetten om de spirituele honger van onze tijd te kunnen stillen, niet met fast food uit een religieuze McDonalds, maar met degelijke kost. Dat is waar Speling voor wil staan, in deze bewogen tijden. (…) Speling wil de vinger bij de pols van de tijd houden. Het tijdschrift is steeds op zoek geweest naar geaarde, belichaamde en bijdetijdse spiritualiteit. (…) Het heeft vanaf zijn oprichting de tekenen van de tijd willen verstaan, zonder trendy of modieus te willen worden.’
Op diverse plekken in het land zijn inmiddels leesgroepen opgericht. Artikelen uit recente Spelingnummers worden gelezen en besproken. Naar aanleiding daarvan worden persoonlijke ervaringen uitgewisseld. Ook in Haarlem willen we, onder de vleugels van het KCS, in het najaar starten met een dergelijke leesgroep. Er hebben zich inmiddels al enkele gegadigden gemeld.
Om een idee te krijgen: het jaarthema van 2012 is: Op zoek naar bronnen van bezieling. Ieder nummer diept een thema uit, te weten: muziek, de natuur, kunst en inspirerende mensen en teksten.
We willen starten met een avondbijeenkomst om ook werkende mensen in de gelegenheid te stellen deel te nemen aan deze in principe doorlopende groep. Onze gedachten gaan uit naar vier bijeenkomsten per jaar. Werkwijze, frequentie en tijdstippen zullen in de eerste bijeenkomst in onderling overleg worden vastgesteld.
Dag: Maandagavond 17 september (19.30 – 22.00 uur)
Data: Nader overeen te komen
Kosten: 40 euro per jaar
Begeleiding: Connie van den Herik en Krijn Kramer
Aarden in goede grond
Drie Stadslezingen
De laatste twee decennia heeft er een omwenteling plaats gevonden in de theologie. De grote woorden en dogmatische begrippen raakten op de achtergrond. Slechts de specialisten houden zich er (nog) mee bezig. Boeken over de ‘hardere’ theologische onderwerpen (zonde, genade, vergeving en kerk) worden nauwelijks meer verkocht, laat staan gelezen. De ‘zachte’ kanten van de religie namen een hoge vlucht, met het begrip spiritualiteit voorop. Ervaring en gevoel, de hartskant en de esoterie – daarvoor kun je goed terecht bij de boekhandels. Voor elk wat wils, een bricolage aan gedachtegoed, zingevingpakketten en zelfspiritualiteit is voorhanden om de zoekende mens anno nu te begeleiden. Geen kwaad woord daarover trouwens. Maar wel genoeg reden om weer eens te kijken naar de doorgegane ontwikkelingen in het hart van de theologie. We bedoelen dé grote ‘woorden’ – oftewel, hoe moderne theologen aankijken tegen God, Jezus en de Heilige Geest? Wat is de zeggingskracht ervan in een emo-cultuur als de onze? Waar staan ‘deze drie’ voor in een samenleving van ieder voor zich en ‘god’ voor ons allen, in een maatschappij waar kerken kleine minderheden zijn geworden?
Daarom in deze drie stadslezingen terug naar de ‘hardware’ van de theologie, in dialoog met de filosofie (die zo hoog scoort op dit moment) en de talloze maatschappelijke stromingen. Het zullen spannende avonden worden. Niet terug naar af, maar vooruit naar nieuwe vergezichten. Voor Stem in de Stad is dit tevens de drive op diaconaal-sociaal gebied, vandaar dit experiment.
We hebben gekozen voor de term masterclass. Dat wil zeggen, dat een meester of meesteres (kundige theologen in dit geval) ons op een studieuze, collegeachtige manier wegwijs maakt in het onderwerp, en daarna in het tweede deel van de avond de ‘nieren proeft’ van de deelnemers. Wij denken dat er op dit moment een grote behoefte bestaat aan een ‘terug naar de bronnen’. Als u dat met ons vindt, weet u dan van harte uitgenodigd. Jurjen Beumer
Data: dinsdag 18 september en woensdag 3, 10 en 17 oktober 2012 (20.00 uur).
Plaats: grote zaal Stem in de Stad, Nieuwe Groenmarkt 22 (± 100 personen)
Dinsdag 18 september
Het thema wordt ingeleid door een interactieve lezing van Anne Stael
Daarna volgen drie theologische masterclasses:
De GROND van ons bestaan
Een masterclass theologie over GOD met Erik Borgman (3 oktober)
Geboren in GOEDE AARDE
Een masterclass theologie over JEZUS door Rinse Reeling Brouwer (10 oktober)
Met beide benen op de GROND
Een masterclass theologie over DE GEEST door Jean-Jacques Suurmond (17 oktober)
Stem en in de Stad organiseert in samenwerking met Groenmarktkerk en het KCS op vrijdagmiddag 23 november (13.30-17.00 uur) het jaarlijkse SPELINGSYMPOSIUM. Het thema is: Bronnen van bezieling. Het symposium wordt gehouden in de Groenmarktkerk (Nieuwe Groenmarkt 14, Haarlem).
Verder organiseert Stem in de Stad op zaterdag, 1 december (19.30-21.30 uur) de Henri Nouwen Lezing met Antoine Bodar in de Janskerk (Janskerkhof 26) te Utrecht.
Ook wordt in samenwerking met de Filmschuur een FILMCYCLUS georganiseerd onder het thema Beginnelingen op de maandagen 5, 12, 19 en 26 november.
Voor het volledige programma van Stem in de Stad: zie www.stemindestad.nl
Voor het volledige programma van de Groenmarktkerk: zie www.groenmarktkerk.nl
Voor het tijdschrift Speling: zie www.speling.nl