Dagen: Vijf maandagen (14.00 – 16.30 uur)
Begeleiding: Janneke Krijger en Cees Savelkouls

 
C.O. Jellema (1936 – 2003) was dichter, essayist en germanist. Hij studeerde theologie en germanistiek, was leraar en vanaf 1967 tot 1988 docent voor nieuwere Duitse letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Jellema debuteerde in 1961 met de bundel Klein Gloria en andere gedichten. Hij is de vertaler van de middeleeuwse mysticus Meister Eckhart, die zich zo bekommerde om de verborgen kant van God. Jellema leest Eckharts preken als pure poëzie. Misschien mag je zelfs zeggen, dat zijn behoefte of verlangen om Eckhart te vertalen vooral voortkomt uit zielsverwantschap met deze mysticus.

 
En omdat dit hem niet ontging is de dichter blijven vragen: naar God, die toch onvergankelijk leek in het geloof van zijn jeugd, naar geloof hoewel hij uit het belijden van zijn kerk was weggegleden, naar blijvendheid toen de vergankelijkheid van alle leven steeds intenser werd, naar verenigd zijn toen hij de gescheidenheid van het bestaan steeds duidelijker begon te ervaren. Jellema hoopte voortdurend verlost te worden van een gescheidenheid, die nimmer went.

 
Jellema was behalve een goed en vaak groot ook een religieus dichter. Een groot religieus dichter. Een romanticus, maar iemand die – al wordt dat wel over hem ontkend – tegelijk ook door de secularisering is heengegaan. Hij is er alleen eerder en anders uitgekomen, anders dan velen: niet zonder geloof wel zonder feitelijk steen – en steevast belijden. God, samenhang, het voorbijgaan van de tijd en het verlangen naar vervulling… Hij aarzelde nooit om die thema’s op te nemen. Maar dan wel zoekend, vragend achter de woorden.

 
Zoals bij het gedicht: Kerkje van Fransum:
Kleine sarcofaag van het geloof dichtte hij over het kerkje en met dit beeld raakte hij bij velen een gevoelige snaar. Ik vraag naar heet het even verder. En van het uitblijvend antwoord noemt hij het kerkje de schrijn.

 
Het vertalen van Eckhart heeft ook zijn eigen spreken niet onberoerd gelaten. Ontmaskerend. Denkend, maar zoekend verder dan dat. Niet bang soms voor ironie. Niet aflatend eerlijk. Zich herinnerend, maar wat ook weer precies? Vragend: Heeft iemand iets gezegd? Ontwerpend aan eigen wereld en wereldbeeld.

 
Jellema roept herinneringen, vragen en ontwerpen op om je eigen ervaringen naast te leggen. Aan de hand van zijn verdichte ervaringen ook met het geloof der vaderen, en een galerij van beelden uit bijbel en traditie, zullen ze ter sprake komen de belevingen van bevrijding en verbondenheid en onthechting en van vervulling althans voor even. Contouren van een nieuwe religiositeit. Een levenshouding dichterlijk aan geschamper, schaamte en verstijving voorbij. Dat kan inspirerend zijn. We willen zien hoe we aan die vragende spiritualiteit kunnen leren.

Dagen: Vijf woensdagen (14.00 – 16.30 uur)
Begeleiding: Riet Spierings en Mart Vogten

 
Lucette Verboven wandelt al jarenlang met schrijvers, denkers, monniken, nonnen en kunstenaars. Zij treft hen aan op hun pad, stelt vragen en luistert naar hun verhalen over de weg die ze hebben afgelegd, over het doel van hun zoeken, over het beeld dat zij van de wereld maken en over wat de bestemming van dat alles kan zijn. Waarheen zijn deze mensen onderweg? Wat drijft hen?

 
Al lezende gaan we zelf een eind met elk van hen op stap.
Met Anselm Grün, de Duitse benedictijner monnik, die vertelt over dromen en het diepste heimwee van de ziel en hoe vaste rituelen structuur aan het leven geven.

 
Met Catharina Visser, voor wie taal een geschenk en schrijven een levensbehoefte is. Zij spreekt over het licht in de mens, waardoor de hemel ‘hier’ is. Toch begon de lange pelgrimstocht van deze vrouw met het helse beeld van een oorlogstafereel.

 

 

Met de Belgische dominicaan en professor Emilio Platti en de Pakistaanse moslima en feministe Durre Ahmad die de ontwikkeling in de hedendaagse islam laten zien.

 
Met de voormalige Noorse vice-minister van Buitenlandse Zaken Janne Haaland Matlary die verhaalt over haar weg van atheïsme naar de christelijke religie en hoe in haar ogen het feminisme opnieuw de vrouwelijkheid in de vrouw kan ontdekken.

 
Er wordt in deze bundel interviews – net zo min als in onze gesprekken – niet gestreden om de waarheid en er wordt niet brutaal inbreuk gepleegd op de gevoelswereld van de gesprekspartner. Diep respect voor de persoonlijke beleving van al deze mensen loopt als een rode draad door de gesprekken heen. Precies zó willen wij met elkaar een eindje oplopen en in gesprek komen over wat ons het meeste raakt wanneer we de verhalen lezen.

 
Olivier Clément is momenteel een van de meest vooraanstaande theologen van de orthodoxe kerk. Ofschoon hij afkomstig is uit een atheïstisch milieu, in zijn jeugd grote leegte en angsten kende en met bedelaars onder de bruggen van Parijs samenleefde, vond hij via eenzaamheid en vriendschap, moed en vertrouwen in het leven.

 
Iégor Reznikoff, vertelt gepassioneerd over sacrale muziek, haar invloed op het lichaam en de ‘bewegingen van de ziel’.

 
Sebastian Painadath, de Indische jezuïet en kenner van de mystieke weg in hindoeïsme en christendom wijst erop dat echte spiritualiteit sociale (politieke) gevolgen moet hebben.

 
Elaine MacInnes, toont ons de betekenis van meditatie. In Kamakura (Japan) leerde zij de zenmeditatie kennen en werd de eerste vrouwelijke rooms-katholieke zenmeester. Later begeleidde zij op de Philipijnen meditaties in gevangenissen. Haar levenslange inzet voor gevangenen werd in een film vastgelegd.

 
Gavin D’Costa, de Aziaat die in Afrika opgroeide, confronteert ons met een vreemdeling op de vlucht. Als hoogleraar theologie en betrokken op de interreligieuze dialoog, staat hij kritisch tegenover de moderne tijd die de religie bedreigt met de ondergang.

 
Om vruchtbaar aan de cyclus te kunnen deelnemen is het van belang het boek van Lucette Verboven Pelgrims onderweg, spirituele ervaringen en gesprekken, (Pelckmans/Meinema, Kapellen 2006 ) ter beschikking te hebben.

Dagen: Drie zaterdagen (11.00 – 16.30 uur)
Begeleiding: Frans Maas

 
In de nacht gebeuren dingen waar mensen geen controle over hebben. Dromen geven onbeheersbare bewegingen van de geest vrij spel. Wat zich onttrekt aan de regulering van het bewustzijn, dient zich aan in de nacht. De nacht is de ontketening van wat overdag aan banden gelegd of afgehouden wordt. Het is de tijd van het oneindige. De nacht is van vitaal belang voor de geestelijke gezondheid. Het is het moment waarop zich een dilemma voordoet: willen houden wat men bereikt heeft ofwel alles eraan wagen om verder te komen. Het is passen of spelen. Juan de la Cruz betrekt deze keuze op de nadering tot God. Het gedicht en het latere kommentaar De donkere nacht van de ziel gebruiken wij als gids bij deze levenskunst.

 
We lezen fragmenten uit: Jan van het Kruis, Donkere nacht (vert. Cees Bartels, Marika Meijer, Kees Waaijman), Sun/Carmelitana, Nijmegen/Gent, 2001, ISBN 90 6168 663 6.

Dagen: Vijf dinsdagen (19.30 – 22.00 uur)
Begeleiding: Ernst Evelo en Jan-Kees Kense

 
‘Is dit het nu?’ is een vraag die we onszelf ongetwijfeld meerdere keren stellen in het leven. Niet alleen op momenten van ziekte, verlies, werkloosheid, ouderdom of midlifecrisis, maar ook op momenten van vreugde en het vieren van zaken die we bereikt hebben. Het is een universele vraag waarop we in elke levensfase een antwoord moeten geven om verder te kunnen en willen gaan. De vraag weerspiegelt het ‘tekort van het oude’. Een gevoel van eenzaamheid bekruipt ons. We zullen ons op een nieuwe manier moet verhouden tot de werkelijkheid in afwachting van het nieuwe, van dat wat komen gaat. Het zijn momenten waarop een vraag als ‘hoe houd ik het vol?’ naar boven kan komen.

 
In deze cyclus willen we focussen op het perspectief en de antwoorden die de existentiële vraag ‘Hoe houd ik het vol?’ biedt. Hoe creëren we een nieuw uitzicht? Hoe komen we voorbij de pijn of de eenzaamheid van het moment? Wat drijft ons? Welke bron spreken we daarbij aan? Wie of wat voedt ons? Brengt het ons dichter bij of juist verder af van onze eigen (goddelijke) bron?

 
Het gaat dus over spiritualiteit. ‘Hoe houd ik het vol?’ is in onze ogen een ‘grondvraag’ van de definitie van spiritualiteit. Het zegt iets over de drijvende kracht in elk van ons die we zelf aanspreken en soms delen met anderen. Des te meer redenen om daar eens verder naar te kijken.

 
Al met al zijn er vragen te over waarop we tijdens de cyclus op een creatieve en verrassende manier antwoorden willen vinden. Zo zullen we als begeleiders op de eerste avond elkaar diepgaand bevragen en zo proberen om onze eigen plaats te bepalen. Een wederzijds gesprek waaraan iedereen uit de groep kan deelnemen. Daarmee willen we een aanzet geven voor de volgende avonden waarin we het thema uitdiepen. Tijdens het verloop van de cyclus zullen we ook mensen van buiten bevragen die op bijzondere wijze vorm hebben gegeven of geven aan hun leven, in een poging te ontdekken hoe zij het volhouden. Naast dit alles zijn we natuurlijk ook benieuwd naar elkaars verhaal en willen graag gebruik maken van uw creatieve kant. Elke avond sluiten we af met het maken van een ‘landkaart’ als resumé. Uiteindelijk komt op deze manier het landschap van het thema in beeld. Kortom, we bieden u tijdens de cyclus alle ingrediënten aan om te ontdekken wat nodig is om het vol te houden.

Dagen: Drie vrijdagen (10.30 – 16.00 uur)
Begeleiding: Dinette Kooiman en Mineke Kroes

 
Als een gazelle is mijn lief,
als het jong van een hert.
Kijk! Hij staat al bij de muur.
Hij blikt door het venster,
tuurt door de spijlen.

 


Mijn lief roept mij toe:
Sta op, vriendin!
Mooi meisje, kom!
Kijk! De winter is voorbij,
voorbij zijn de regens, weggegaan.

 


De bloemen zijn verschenen op het veld,
nu breekt de zangtijd aan,
het koeren van de duif klinkt op het land.

 


De vijgenboom is al vol vruchten,
de wijnstok rankt en geurt.

 
(Hooglied 2, 9-13)

 
Geen seizoen zo uitbundig als de maand mei! Vele bloemen springen open, bomen bloeien en frisse zoete geuren kunnen je zomaar overvallen. Het is een seizoen van nieuw leven, dat op alle fronten openbarst.

 
Dat leven komt van binnenuit. Vanuit de binnenkant, vanuit het donker en de diepte komt het naar boven en naar buiten. Nieuwe levensvormen ontplooien zich met de levenskracht die vanuit diepe, verborgen wortels naar boven stuwt, naar het licht. Met Pasen kunnen we het ook hebben ervaren: levenskracht die zich keert naar het licht en ondanks mislukking, verlies en dood, zich opnieuw ontplooit. Zouden wij ons naar deze weg van alle leven kunnen richten? Hoe kunnen wij zo – van binnenuit – leven?

 
We komen bij elkaar in het pand van het KCS, maar zullen ook genieten van de mooie parken, pleinen en singels van Haarlem. We ontmoeten elkaar op vrijdag in de periode tussen Pasen en Pinksteren rond poëzie (o.a. het Hooglied), een psalm of een icoon, er is gelegenheid voor stilte en eigen expressie, en we ondergaan de sensaties van een stadswandeling en meditatieve oefeningen in de buitenlucht.

Dagen: Drie dinsdagen (11.00 – 16.30 uur)
Begeleiding: Marjeet Verbeek en Wilbert Sentenie

 
De dood is geen taboe meer in de filmcultuur. Tot aan de jaren tachtig was overlijden iets wat in de cultuur in het algemeen en dus ook in de filmcultuur grotendeels buiten beeld bleef. De laatste jaren echter krijgt de laatste levensfase wereldwijd volop aandacht. Denk maar aan internationaal politiek en religieus gevoelige thema’s als de wens tot zelfbeschikking en euthanasie, met als tegenreactie de wens om stervenden tot aan hun levenseinde ‘total care’ te bieden op lichamelijk, psycho-sociaal en spiritueel vlak – ook wel palliatieve zorg genoemd.

 
Over deze levensfase zijn de laatste tijd in de westerse wereld een aantal boeiende films verschenen. Films als Les invasions barbares (Canada), Simon (Nederland), Mar adentro (Spanje), Iris en Wit (Groot-Brittannië). Al deze films brengen op een diverse wijze de ars vivendi en de ars moriendi, de kunst van leven en sterven in beeld.

 
Hoofdpersoon in het filmisch drama is vanzelfsprekend altijd de stervende. We worden getuige van zijn of haar levenslust én doodsangst, innerlijke onmacht én vrede, zijn of haar vragen naar zin én onzin van leven en dood, zijn of haar behoefte om met geliefden in het reine te komen en de eventuele rol van religie en spiritualiteit in dat proces.

 
In een aantal van deze films komt in de laatste fase van aanvaarding van de dood als onderdeel van het leven heel expliciet de wens tot zelfbeschikking (tot euthanasie bijvoorbeeld) aan de orde. De stervende verzet zich dan vooral tegen de voortgaande onbegrensde, ontluisterende lichamelijke aftakeling. Een lichamelijke aftakeling die het ondraaglijke gevoel geeft uitgeleverd te zijn aan de totale afhankelijkheid van zorg door anderen – professionele hulpverleners en/of familieleden – zelfs wanneer die zorg goed is. Bovendien voelt de stervende zich uitgeleverd aan ondraaglijke fysieke en/of psychische pijn, met een ervaring van identiteitsverlies als gevolg. Vanaf dat moment ervaart de stervende het leven niet meer als waard om nog verder geleefd te worden.

 
Pittige vragen stellen deze films aan de orde, waar we ook in Nederland mee worstelen – ook al is het recht op euthanasie wettelijk geregeld en staat de palliatieve zorg volop in de belangstelling. Immers, de ervaring van de dood in het leven blijft vol ambivalenties, waarmee we vroeg of laat geconfronteerd worden. Tijdens de filmcyclus zullen we deze en andere vragen door drie films op laten roepen en bespreekbaar maken.

 


Mar adentro
is een Spaans drama gebaseerd op het ware verhaal van Ramón Sampedro, die na een duikongeluk grotendeels verlamd raakte. Hij slijt zijn dagen in bed in het huis van zijn oudere, gelovige broer in Galicië. Vanuit die plek voert de man, die alleen nog maar zijn hoofd kan bewegen, zijn strijd voor een waardige dood.

 
De Britse film Wit toont het verhaal van Vivian Bearing, een gevierd professor in de 17e eeuwse Engelse poëzie. Ze krijgt te horen dat ze een agressieve vorm van kanker heeft in een vergevorderd stadium. Ten dienste van de wetenschap onderwerpt ze zich aan een langdurige en zware experimentele chemotherapie. Bearing is een autoriteit op het gebied van de poëzie van de dichter John Donne. Haar hele leven heeft ze zich door middel van zijn gedichten bezig gehouden met de dood. Ineens ziet ze zichzelf geconfronteerd met een ongeneeslijke ziekte.

 
Iris is een waar gebeurd verhaal van de levenslange liefde tussen de schrijfster Iris Murdoch en haar man John Bayley, van hun studententijd tot en met hun gevecht tegen het trage mentale aftakelingsproces als gevolg van Alzheimer.