Dagen: Vijf vrijdagen (10.00 – 12.30 uur)
Begeleiding: Mineke Kroes en Riet Spierings
De geschiedenis van Maria kent een haast onuitputtelijke bron aan mythen en legenden, kunstafbeeldingen, liederen, devoties en bedevaartsoorden. In de katholieke traditie is Maria eeuwenlang hoog vereerd en kon zij waarachtige vroomheid oproepen.
Maria is in diezelfde traditie langzamerhand verwaterd tot een zoetsappige verschijning of tot een hoogverheven steriele persoonlijkheid, die niemand meer kan aanspreken. Haar naam is dikwijls besmet en omringd door zoetelijke beelden en devotionele praktijken. Een voorbeeld zijn de Mariaverschijningen van de vorige eeuw en de daarmee verbonden trek naar deze ‘heilige’ plaatsen die soms een kermisachtige allure kregen.
Titels als ‘onbevlekte maagd en moeder’, ‘nederige dienstmaagd’ en ‘lijdende moeder’ maakten Maria tot een benauwend voorbeeld, waarmee mensen van deze tijd niets te maken willen hebben. Niet alleen in feministische kringen riep zo een Maria figuur afkeer en weerstand op. Kort gezegd: grote dubbelzinnigheid in de beelden en titels aan Maria toegekend, ging toenadering in de weg zitten.
Maar Maria lijkt terug van weggeweest. Recente publicaties, tentoonstellingen, studiedagen, films, muziekuitvoeringen gewijd aan Maria, wijzen op een hernieuwde aandacht en belangstelling. Hier wordt gezocht naar een beleving van Maria als sterke vrouw en als inspiratiebron voor eigentijdse geloofsbeleving.
Tegenover alle zweverige aanhankelijkheid waarbij de Mariafiguur misbruikt, ontkracht en van alle aantrekkelijkheid is ontdaan, bieden bijbelse beelden en liederen een krachtig alternatief. Vooral het Magnificat van Maria (Lucas,1, 46-55) getuigt van een vrouw met lef, levensmoed en vertrouwen. Dietrich Bonhoeffer noemt de Lofzang van Maria het hartstochtelijkste, wildste, ja, je zou kunnen zeggen het revolutionairste lied dat ooit gezongen is.
Maria laat een andere betrokkenheid zien tegenover macht dan het heersen van de een over de ander. Zij is een vrouw die betrokken is op anderen en opkomt voor de zwakke en vernederde. Het leed van de wereld gaat haar aan zonder er onderdoor te gaan. In het bijbelboek Openbaring van Johannes wordt Maria in een visioen opgevoerd als oervrouw die de kosmos draagt en mens en kosmos samenbrengt.
Hiermee staat Maria in een lange traditie van Venus tot madonna. Ze staat in de lijn van oude vormen van godinnenverering in vóórchristelijke tradities van het Midden Oosten. Maria is dan het vrouwelijk gezicht van God. Een te mannelijke godsdienst roept blijkbaar om belichaming van een andere pool, die van intimiteit, troost, barenskracht, ontvankelijkheid, zorg.
Als we Maria opnieuw ter sprake brengen door middel van teksten, liederen, afbeeldingen, dan is het om in haar een vrouw op het spoor te komen in wie we ons kunnen herkennen in ons zoeken naar een gelovige levenshouding, waarin overgave én strijd opnieuw bron van kracht zijn. Een levenshouding die gepaard gaat met betrokkenheid op de wereld om ons heen.
Dagen: Zes woensdagen (14.00 – 16.30 uur)
Begeleiding: Riet Spierings enn Mart Vogten
Als het christendom tam is geworden, moeten we opnieuw beginnen.
Lucette Verboven wandelt al jaren met schrijvers, denkers, monniken, nonnen en kunstenaars. Zij treft hen aan op hun pad, stelt hen vragen, zodat ze gaan vertellen over de weg die ze hebben afgelegd, over het doel van hun zoeken, over het beeld dat zij zich van de wereld maken en over wat de bestemming van dat alles kan zijn. Waarheen zijn zij onderweg? Wat drijft hen?
Haar interviews lezend gaan we zelf met elk van hen op stap.
Zij ontmoet Helen Prejean, die ter dood veroordeelden begeleidde. Spiritualiteit brengt ons altijd naar diepere lagen, naar een wereld waar onverzoenlijke tegenstellingen verzoend worden.
André Chouraqui, ooit onderburgemeester van Jeruzalem en persoonlijk adviseur van president David Ben Goerion. Doodgaan is terugkeren, niets om bang voor te zijn, une merveilleuse illumination.
Augustin Ichiro Okumera, een Japanse karmeliet, boeddhist én christen, in Rome raadgever voor de interreligieuze dialoog. Iemand zei (niet ik, maar ook niet iemand buiten mij): je aanvaardt nu alle mirakels, want zonder mirakels kan niemand het echte christendom verstaan.
Vincent Shigeto Oshida, dominicaan, boeddhist die Christus heeft ontmoet. Een pelgrim in het leven met niets in handen (arm), maar bevrijd van hoogmoed. Enzo Bianchi, stichter van een nieuwe gemeenschap van leken en monniken, mannen en vrouwen van verschillende geloofsovertuigingen. In de stilte wordt er gecommuniceerd.
Mary McAleese, expresidente van de Ierse Republiek. In plaats van een kogelvrij vest te dragen, zorgt zij ervoor dat haar ziel in een constante staat van genade is. Vergeven moet je telkens opnieuw doen, steeds weer leren niet aan de gevoelens van haat en bitterheid toe te geven.
Tessa Bielecki, karmelietes en medeoprichtster van het Spiritual Life Institute of America, een religieuze gemeenschap voor celibataire mannelijke en vrouwelijke kluizenaars. Politiek beleid is belangrijk maar beperkt. Alleen contemplatie leidt tot een radicale verandering van gedachten en gevoelens…, zodat je alleen nog maar kunt doen wat goed is voor de gemeenschap.
Raimon Panikkar. Ik ben als christen op zoek gegaan, heb mezelf als hindoe gevonden en keer terug als boeddhist, zonder dat ik opgehouden ben christen te zijn…Salaris is de moderne vorm van slavernij. Je werkt acht uur per dag, vijf dagen per week en op het einde van de maand krijg je geld. Wij leven onbewust en hebben angst voor de vrijheid. De westerse mens is geobsedeerd door zekerheid.
Willigis Jäger, benedictijner monnik en zenmeester. Religie biedt mensen beelden van God die zijn als vensters. Ze laten het licht erachter zien, maar het licht zélf zijn ze niet… Sacramenten zijn rituelen die we nodig hebben omdat we datgene wat we ervaren, ook willen uitdrukken en vieren. Echte mystiek is bij Jäger op de wereld gericht, creatief, sociaal en naar buiten tredend.
Paulo Coelho, de Braziliaanse succesauteur, constateert twee dingen als hij de evangeliën leest: Jezus geniet van het leven, is voortdurend met anderen aan het eten en drinken, reist veel en praat met iedereen, neemt initiatief om naar mensen te gaan. En: In het evangelie is geen scheiding tussen het sacrale en het profane. Jezus brak die muur af.
Om aan de cyclus te kunnen deelnemen is het van belang het boek van Lucette Verboven, Pelgrim in het leven (Pelckmans, Kapellen / Dabar-Luyten, Heeswijk 1999) ter beschikking te hebben. Dit boek is uitverkocht. Maar via het KCS is het verkrijgbaar.
Dagen: Zes donderdagen (14.30 – 17.00 uur)
Begeleiding: Gertruud Padberg en Vic Bos
In een van mijn New Yorkse seminars over mystiek en verzet kwam een student op me af en vroeg of ik Martin Luther King (1929-1968) wilde behandelen. Een beetje in de war gebracht vroeg ik: ‘King, geweldig, maar – een mysticus?’ Hij vroeg me of ik het verhaal van de keukentafel kende. Ik had geen idee en leerde op deze manier iets over ‘de donkere nacht van de ziel’ in het leven van King.
(Dorothee Sölle)
In deze tijd, waarin het ‘wij-zij-gevoel’ de kop opsteekt, is de spiritualiteit van Martin Luther King hoogst actueel. Kennismaken met zijn preken en toespraken geeft ons inzicht in de spirituele bronnen, die deze dominee en leider van de zwarte burgerrechtenbeweging de kracht gaven tot geweldloos verzet en verzoening. Daarmee staat hij op één lijn met Mahatma Gandhi en Nelson Mandela.
Gandhi was waarschijnlijk de eerste mens in de geschiedenis, die de ethiek van de liefde van Jezus uittilde boven de simpele interactie tussen individuen, tot een indrukwekkende en effectieve sociale kracht op grote schaal. (…) Het was in deze Gandhiaanse nadruk op liefde en geweldloosheid dat ik de methode ontdekte tot sociale verandering, waarnaar ik zoveel maanden op zoek was geweest.
King geloofde in een langzame weg naar verandering die zou leiden tot een solidaire samenleving, waarin zelfrespect en altruïsme het winnen van zelfgenoegzaamheid en egoïsme. Jezus was degene die hem inspireerde, terwijl hij van Gandhi de methode van geweldloos verzet overnam. Kings idealen en strijdbaarheid hebben hemzelf, zijn vrouw, kinderen en medestanders veel lijden bezorgd, maar hij bleef vertrouwen op God, die hij zag als levensnabije en zachtmoedige Vader. Een dag na de moord op Martin Luther schreef Thomas Merton aan Coretta King dat haar man het grootste heeft gedaan wat een mens kan doen: Zijn leven geven voor zijn vrienden en zijn vijanden.
Ter illustratie enkele citaten uit het gedachtegoed van King.
Geweld verwekt verbittering bij de overlevenden en wreedheid bij de daders. De oude wet van oog om oog leidt ertoe, dat tenslotte iedereen blind zal worden.
Wanneer ik het over liefde heb, heb ik het niet over een of andere sentimentele en zwakke respons. Ik heb het over die kracht, die alle grote godsdiensten hebben beschouwd als het soevereine eenmakende levensprincipe. Liefde is op een of andere wijze de sleutel, die de deur ontsluit die tot de uiterste werkelijkheid leidt.
Wij hebben macht, macht die niet schuilt in de molotovcocktails, maar wij hebben macht. Macht die niet schuilt in geweren en kogels, maar wij hebben macht. Het is de macht die zo oud is als de ideeën van Jezus van Nazaret en zo nieuw als de visie van Mahatma Gandhi.
Door aan elkaar uit te wisselen wat ons bij het lezen van Martin Luther King het meest raakt – in welke zin dan ook – willen we op het spoor komen van de bronnen die ook ons kracht kunnen geven tot een levenshouding van gerechtigheid en verzoening.De teksten die we gebruiken worden aan het begin van de bijeenkomsten uitgereikt.
Dagen: Vijf donderdagen (19.30 – 22.00 uur)
Begeleiding: Til Hermans en Krijn Kramer
Er was een ballingschap nodig,
een oorlog en lijden,
om alles wat er in mij is,
op te roepen;
het ging uiteindelijk mijn leven bepalen.
(Marc Chagall)
Marc Chagall heeft op een ongeëvenaarde wijze de religieuze expressie van het Eerste en het Tweede Testament in zijn werk herschapen. Wij mogen, aldus Chagall, ons leven, zolang het duurt, in kleuren van onze liefde en onze hoop uitbeelden. Voor hem is de volmaaktheid in leven en kunst te vinden in de Bijbel als bron.
Kunst die een meditatie waard is: dat is het uitgangspunt in de bijeenkomsten rond de schilderijen van Marc Chagall.
De volgende vijf levensthema’s komen aanbod:
Schepping en geboorte – de verloren zoon/dochter,
mensbeeld – eigenliefde en naastenliefde,
Godsbeeld – richtlijnen,
twijfel – onmacht,
roeping – vertrouwen.
We verstillen met elkaar in liefdevolle aandacht,
laten de beelden op zielsniveau op ons inwerken
en wisselen met elkaar die ervaringen uit.
Achtergrondinformatie over de kunstenaar Chagall zal worden gegeven aan de hand van de schilderijen die we bespreken.
De thematieken worden verder uitgediept aan de hand van bijpassende teksten uit het Eerste en Tweede Testament.
Dagen: Vijf donderdagen (10.30 – 13.00 uur)
Begeleiding: Marijke Rijkes en Harm van Grol
Deze titel is ontleend aan het laatste gedicht van Vasalis.
Ook Herman Andriessen gebruikt deze woorden in de titel van zijn boek: Een eigen weg te gaan. Ouderen en spiritualiteit, Kampen, Ten Have 2004.
Sub finem
En nu nog maar alleen
het lichaam los te laten –
de liefste en de kinderen te laten gaan
alleen nog maar het sterke licht
het rode, zuivere van de late zon
te zien, te volgen – en de eigen weg te gaan.
Het werd, het was, het is gedaan.
(M. Vasalis)
De laatste gedichten van Vasalis en de notities van Andriessen vormen het uitgangspunt voor een serie bijeenkomsten over het toeleven naar oud zijn.
Ouder worden dat willen we wel, niet meer werken en genieten van onze vrijheid. Eindelijk al die leuke dingen doen waar we nooit aan toe kwamen. Maar ‘oud zijn’? De ouderdom komt met gebreken, is een fase van afzien.
Maar is het daarmee gezegd? Als we Vasalis mogen geloven, is er veel meer: Het enige dat oud lijkt is dit ogenblik. De ouderdom is niet een dikke punt achter het leven, maar een levensfase in zichzelf, met alle mogelijkheden van dien, als we er ons voor openstellen. Wat zou het eigene van deze levensfase kunnen zijn?
Op zoek naar een antwoord op die vraag, volgen we de suggesties van Vasalis en Andriessen en gaan we vooral bij onszelf te rade. Wat is voor elk van ons het bijzondere van de ouderdom, de eigen weg die we hebben te gaan? Zit daar zin en waarde in? Kan het waar zijn dat we zo nog wat dichter bij onze kern komen? En is er voltooiing?
In vijf bijeenkomsten lezen we teksten van Vasalis en Andriessen en delen we onze eigen ervaringen met ouder worden, zodat we elkaar kunnen inspireren, op weg helpen en ons kunnen laten verrassen.
Dagen: Drie dinsdagen (11.00 – 16.30 uur)
Begeleiding: Marjeet Verbeek en Wilbert Sentienie
Alleen onder deze voorwaarde, dat hij aan alle kanten en tot in zijn diepste innerlijk altijd voor de smart openstaat, kan hij openstaan voor de fijnste en hoogste vormen van geluk.
(Friedrich Nietzsche)
Doodgaan doe je maar één keer…daarom grijpen sterven en alles wat er rond gebeurt, diep in het leven van de mens in. De dood van de geliefde ander treft ons tot in onze diepste vezels. Het contact met de dood overweldigt ons. De onafwendbaarheid en vooral de onomkeerbaarheid ervan, maken ons haast radeloos. Plots zal het nooit meer zijn zoals vroeger. De dood kan onverwacht komen of min of meer verwacht, maar altijd is ze een spelbreker die ons leven overhoop gooit.
Diep verdriet overvalt ons als een geliefde sterft. Het afscheid van alles wat ons dierbaar is, valt erg zwaar. Als je iemand verliest van wie je houdt, is het net alsof de hele wereld opeens veranderd is. Niet alleen je geliefde is er niet meer, maar alles en iedereen lijkt anders te zijn. De wegaanduidingen kloppen niet meer, de veilige plaatsen lijken verdwenen. Verdergaan durf je niet, want waarheen moet je gaan. Stilstaan kun je niet, want dat doet teveel pijn.
De steen, die al maanden op mijn borst lag
die de toegang naar mijn hart,
naar mijn creativiteit,
naar mijn levensvreugde en kracht
naar mijn toekomst
naar mijn nieuwe levensmogelijkheden afsloot,
is weg.
(Anselm Grün)
Als je rouwt sta je voor de uitdaging om die ‘nieuwe’, ongewenste maar heel reële wereld te verkennen, om stap voor stap een levenskaart te tekenen, die richting en zin geeft. Hoe kun je als overlevende omgaan met de rouw en de pijn? Hoe kun je je aanpassen aan de realiteit van het verlies? Hoe kom je door de ervaring van de pijn en het verdriet heen zonder eraan onderdoor te gaan? Hoe kan je gestalte geven aan een nieuw leven waarin de overledene niet meer aanwezig is? En tenslotte: hoe kun je de overledene emotioneel een nieuwe plaats geven en zelf verder gaan met leven?
Allemaal vragen die we gaan verkennen aan de hand van drie films.
La stanza del figlio (Nanni Moretti, Italië, 2000). Psychiater Giovanni, zijn vrouw Paola en hun beider kinderen Irene en Andrea vormen ogenschijnlijk een harmonisch en gelukkig gezin. Totdat hun zoon Andrea om het leven komt bij het uitoefenen van zijn duikhobby. Dan begint bij de drie nabestaanden een rouwproces dat geen einde lijkt te nemen. Ze vinden nauwelijks steun bij elkaar, de kerk biedt weinig soelaas, de levenslust vloeit weg. Totdat een eendagsvriendinnetje van Andrea opduikt.
Sous le sable (Francois Ozon, Frankrijk, 2000). Marie, professor Engelse literatuur aan een Parijse universiteit, is al 25 jaar gelukkig getrouwd met Jean. Tijdens een van hun zomervakanties aan de kust in Zuidwest Frankrijk, laat Jean Marie zonnebadend achter op het strand om te gaan zwemmen. Als Marie wakker wordt, kan ze Jean niet vinden. Heeft hij haar in de steek gelaten? Heeft hij zelfmoord gepleegd? Is hij verdronken? Ze weet het niet, want zijn lichaam is immers niet gevonden. Marie gaat zich gedragen alsof Jean nog leeft.
In America (Jim Sheridan, USA, 2002). Een jong Iers gezin vestigt zich anno 1982 illegaal in de ruige buurt Hell’s Kitchen van Manhattan. Na een hoopvol begin volgt een moeilijke start. Het is met name de elfjarige dochter Christy die het gezin bij elkaar houdt. Zij begrijpt als geen ander hoe haar ouders lijden onder het recente verlies van hun zoontje. Met haar kleine camcorder maakt ze een film in de film. Terwijl ze filmt denkt ze in voice-over na over haar overleden broertje en legt ze hem, over de grens van de dood heen, drie wensen voor.