Dagen: Zes donderdagen (14.00 – 16.30 uur)
Begeleiding: Gertruud Padberg en Vic Bos

 
Jezus (…) zei tot hen: ‘Zie, ik zend u als schapen midden onder wolven’ en hij gaf hun een richtsnoer. ‘Wees dan voorzichtig als slangen en argeloos als duiven.’ (…) Wij moeten (…) een waakzame, vaste geest verenigen met een zacht, vertrouwend hart.

 
In deze tijd, waarin het ‘wij-zij-gevoel’ de kop opsteekt, is de spiritualiteit van Martin Luther King (1929-1968) hoogst actueel. Kennismaken met zijn preken en toespraken geeft ons inzicht in de spirituele bronnen, die deze dominee en leider van de zwarte burgerrechtenbeweging de kracht gaven tot verzoening en geweldloos verzet. Daarmee staat hij op één lijn met Gandhi en Mandela.

 
Wat is tragischer dan een mens die zich door zelfzucht heeft opgewerkt tot de hoogste toppen van geestelijke weerbaarheid, maar tegelijkertijd is weggezonken naar de peilloze diepten van de hardheid van hart?

 
King geloofde in een langzame weg naar verandering die zou leiden tot een solidaire samenleving, waarin zelfrespect en altruïsme het winnen van zelfgenoegzaamheid en egoïsme. Jezus was degene die hem inspireerde, terwijl hij van Gandhi de methode van geweldloos verzet overnam. Kings idealen en strijdbaarheid hebben hem, zijn vrouw en kinderen veel lijden bezorgd, maar hij bleef vertrouwen op God die hij zag als levensnabije en zachtmoedige Vader. Een dag na de moord op Martin Luther schreef Thomas Merton aan Coretta King dat haar man het grootste heeft gedaan wat een mens kan doen: ‘Zijn leven geven voor zijn vrienden en zijn vijanden.’

 
Ter illustratie enkele citaten uit het gedachtegoed van King.

 
Is er onder ons wel iemand, die nooit de bittere kwelling heeft moeten doorstaan zijn verwachtingen vernietigd en zijn idealen gebroken te zien? (…) Haal uw mislukking naar de voorgrond van uw denken en zie haar moedig onder ogen. (…) Nagenoeg alles wat ons overkomt weet God voor zijn plan te gebruiken. Misschien kan het de koorden van ons mededogen langer maken; misschien kan het onze egoïstische eigendunk doorbreken.

 


De mens is niet een vleugje rook van een hoop smeulende as, hij is kind van God, ‘bijna aan de engelen gelijk’. (…) Zijn grenzenloze liefde bewaart en draagt ons, zoals een machtige oceaan de kleine droppels bewaart en draagt van elke golf. Met bruisende volheid stort Hij naar ons toe in continue beweging, en vult de kleine baaien en inhammen van onze levens met onbegrensde rijkdommen.

 
Door aan elkaar uit te wisselen wat ons bij het lezen van Martin Luther King het meest raakt – in welke zin dan ook – willen we op het spoor komen van de bronnen die ook ons kracht kunnen geven tot een levenshouding van gerechtigheid en verzoening.

 
De teksten die we gebruiken worden aan het begin van de bijeenkomsten uitgereikt.

Dagen: Drie dinsdagen (11.00 – 16.30 uur)
Begeleiding: Marjeet Verbeek en Wilbert Sentenie

 
De dood is geen taboe meer in de filmcultuur. Tot aan de jaren tachtig was overlijden iets wat in de cultuur in het algemeen en dus ook in de filmcultuur grotendeels buiten beeld bleef. De laatste jaren echter krijgt de laatste levensfase wereldwijd volop aandacht. Denk maar aan internationaal politiek en religieus gevoelige thema’s als de wens tot zelfbeschikking en euthanasie, met als tegenreactie de wens om stervenden tot aan hun levenseinde ‘total care’ te bieden op lichamelijk, psycho-sociaal en spiritueel vlak – ook wel palliatieve zorg genoemd.

 
Over de laatste levensfase zijn de laatste jaren in de westerse wereld een aantal boeiende films verschenen. Films als Les invasions barbares (Canada), Simon (Nederland), Mar adentro (Spanje), Le temps qui reste (Frankrijk) en Wit (Groot-Brittannië). Al deze films brengen op een diverse wijze de ars vivendi en de ars moriendi, de kunst van leven en sterven in beeld.

 
Hoofdpersoon in het filmisch drama is vanzelfsprekend altijd de stervende. We worden getuige van zijn of haar levenslust én doodsangst, innerlijke onmacht én vrede, zijn of haar vragen naar zin én onzin van leven en dood, zijn of haar behoefte om met geliefden in het reine te komen en de eventuele rol van religie en spiritualiteit in dat proces.

 
In een aantal van deze films komt in de laatste fase van aanvaarding van de dood als onderdeel van het leven heel expliciet de wens tot zelfbeschikking (tot euthanasie bijvoorbeeld) aan de orde. De stervende verzet zich dan vooral tegen de voortgaande onbegrensde, ontluisterende lichamelijke aftakeling. Een lichamelijke aftakeling die het ondraaglijke gevoel geeft uitgeleverd te zijn aan de totale afhankelijkheid van zorg door anderen – professionele hulpverleners en/of familieleden – zelfs wanneer die zorg goed is. Bovendien voelt de stervende zich uitgeleverd aan ondraaglijke fysieke en/of psychische pijn, met een ervaring van identiteitsverlies als gevolg. Vanaf dat moment ervaart de stervende het leven niet meer als waard om nog verder geleefd te worden.

 
Pittige vragen stellen deze films aan de orde, waar we ook in eigen land mee worstelen – ook al is het recht op euthanasie wettelijk geregeld en staat de palliatieve zorg volop in de belangstelling. Immers, de ervaring van de dood in het leven blijft vol ambivalenties, waarmee we vroeg of laat geconfronteerd worden. Tijdens de filmcyclus zullen we deze en andere vragen door drie films op laten roepen en bespreekbaar maken.

 
Mar adentro is een Spaans drama gebaseerd op het ware verhaal van Ramón Sampedro, die na een duikongeluk grotendeels verlamd raakte. Hij slijt zijn dagen in bed in het huis van zijn oudere, gelovige broer in Galicië. Vanuit die plek voert de man, die alleen nog maar zijn hoofd kan bewegen, zijn strijd voor een waardige dood.

 
De Britse film Wit toont het verhaal van Vivian Bearing, een gevierd professor in de 17e eeuwse Engelse poëzie. Ze krijgt te horen dat ze kanker heeft, een agressieve vorm in een vergevorderd stadium. Ten dienste van de wetenschap onderwerpt ze zich aan een langdurige en zware experimentele chemotherapie. Bearing is een autoriteit op het gebied van de poëzie van de dichter John Donne. Haar hele leven heeft ze zich door middel van zijn gedichten bezig gehouden met de dood. Ineens ziet ze zichzelf geconfronteerd met een ongeneeslijke ziekte.

 
Romain, de hoofdpersoon in de Franse film Le temps qui reste, is een mooie 30-jarige succesvolle, arrogante, homoseksuele Parijse modefotograaf op de top van zijn kunnen. Tijdens een zomerse fotosessie valt hij flauw. Het verdict van de dokter is hard: Romain heeft kanker in een terminale fase. Hij besluit zich niet meer te laten behandelen. Hij aanvaardt zijn lot en kijkt de naderende dood recht in de ogen. In de tijd die hem rest, rekent hij af met zichzelf. Hij vertelt niemand iets over zijn ziekte. Hij draagt zijn lot alleen.

Dagen: Drie vrijdagen (10.30 – 16.00 uur)
Begeleiding: Mineke Kroes en Riet Spierings

 
Zoekend de tegenwoordigheid van God die zich niet vinden laat,
verdwalen wij op onze weg, maar vinden wij hem terug
dan volgen wij de wonderbare melodieën die bij jou
overal over de wegen van de wereld weerklinken.

 
(Uit een liefdesgedicht van een Keltische monnik († 1086) voor zijn psalmboek)

 
De Keltisch-christelijke traditie vertegenwoordigt een rijk deel van onze geestelijke erfenis, die ons veelal onbekend is gebleven. Toch blijkt uit het aanbod in de boekwinkels Keltische spiritualiteit sterk in de aandacht te staan. Sommige bezoeken zelfs Iona, een afgelegen eiland voor de Schotse westkust. Nu een uithoek van Europa maar ooit een levendig centrum van christelijke cultuur. Van hieruit begon de Ierse monnik Columba met zijn metgezellen de kerstening van Europa. In de herbouwde abdij ontstond in 1938 de Iona Community, die gaandeweg ver over de grenzen aanhang en bekendheid verwierf en nieuwe gemeenschappen vormt, ook in Nederland.

 
Vorig jaar bespraken wij op het KCS het boek Aanwezig onderweg, een bundel artikelen door Nederlandse auteurs. Dit jaar zetten we onze verkenning voort met een boek van Ian Bradley, die diepgaand studie van de Keltisch-christelijke traditie heeft gemaakt.
De eigen elementen van deze traditie komen ter sprake, zoals de grote gevoeligheid voor beelden en poezie; het weet hebben van de aanwezigheid van God in de schepping en in het leven van alledag; een hoopvol beeld van de mens. Het besef altijd onderweg te zijn als pelgrim in het leven.

 
Door de poëzie, de kleurrijke legendes, kostbare bijbelmanuscripten en heilige plaatsen in het landschap krijgen we toegang tot een religieuze cultuur die het hart van de mens raakt met al zijn zintuigen. Ook de verhalen van legendarische heiligen zoals Columba, Patrick en Brigid horen daarbij. Zij beschouwden het leven als een pelgrimsreis (peregrinatio), waarbij het onderweg zijn vol van betekenis is omdat in de tijd een glimp van de eeuwigheid, van God kan worden opgevangen. Deze sterke nadruk op de dynamiek van het bestaan en het besef dat je bestemming zich al gaande ontvouwt, is een blijvende inspiratiebron.

 
Als leidraad gebruiken we o.a. het boek van Ian Bradley, Keltische spiritualiteit, Een oud geloof met perspectieven voor de toekomst, Meinema, Zoetermeer 2005, ISBN 90 211 3671 6 (Graag zelf aanschaffen).

Dagen: Vijf donderdagen (14.00 – 16.30 uur)
Begeleiding: Rini Rikkert en Harm van Grol

 
Woedeuitbarstingen zijn geen pretje. Ben je toeschouwer dan maak je je misschien uit de voeten. Of je probeert de persoon die zijn woede uitleeft, te kalmeren. Vermoedelijk zonder veel resultaat. Het mikpunt zijn van woede is nog lastiger. Vooral om niet zelf uit te barsten. Mensen kunnen elkaar gemakkelijk treffen en kwetsen. Vrij algemeen geldt in onze samenleving dat je met woede kwaad doet, en als je zo’n woedeuitbarsting meemaakt, weet je weer waarom. Je hoort je woede te beheersen, in te houden. En wordt je woedend, dan verlies je je gezicht. Je moet je schamen. En dat zul je weten. Woede is taboe.

 
In deze serie middagen willen we voorbij het taboe. We gaan ‘een weg door de woede’. Bijna letterlijk, in de zin van een verkenning van de woede. Waarom? Omdat we ervan overtuigd zijn dat woede niet alleen negatief is én dat we met het taboe op woede niet echt opschieten. Als we wat meer zicht hebben op (onze) woede, moet het mogelijk zijn op een volwaardiger manier om te gaan met die woede. Kennismaken met woede kan ook tot zelfbezinning leiden en zo kan een weg door de woede verrassend zijn.

 
We beginnen onze verkenning met een uitdagende tekst Warme woede – koude woede van theoloog en psycholoog Jan Bodisco Massink. Daarna lezen we teksten uit de Bijbel vanuit drie invalshoeken. Heilige woede: bestaat er zoiets als heilige woede? Is er niet zoiets als terechte verontwaardiging? En waar zou het dan om gaan? Oude woede: je kunt zo je gevoelige punten hebben. Momenten dat je je woede voelt opkomen. Dan gaat het om onverwerkte woede. En onverwerkte woede kan je persoonlijke heling en heelheid in de weg staan, zij kan blijven vreten. Woede hoeft geen probleem te zijn, wel woede die niet geuit wordt, woede die sluimert. Verwerking van actuele en oude woede is noodzakelijk om je zelf te zuiveren. De emotionele taal van de psalmen kan helpen in de bewustwording en verwerking van emoties, ook van woede. Blinde woede: woede kan je blind maken, kan je het zicht benemen op jezelf, op anderen en op God. In de bijbel, maar niet alleen daar, vinden we een God die oordeelt, en een God die vernietigt. God die zijn toorn op ons of anderen uitleeft. Hoe staat het met deze godsbeelden? Zijn zij projecties van woede en schuld? Komen we zo niet met een boog weer uit bij onszelf? Zuivering van emoties kan een noodzaak zijn op weg naar God.

Dagen: Vijf woensdagen (10.00 – 12.30 uur)
Begeleiding: Tony Lindijer en Riet Spierings

 
‘En ik zag zoiets als een marktplaats waar menselijke kostbaarheden alsook wereldse geneugten en allerlei soorten handeltjes te zien waren…
En zoals een marktkoopman zijn waren uitstalt om door de verlokkende aanblik daarvan vele kopers aan te trekken, zo biedt de duivel zijn kunsten aan, hij prijst ze hoog en noemt ze goedkoop, zodat de mensen er des te begeriger naar grijpen. De kooplustigen tuinen erin. Zij betalen met hun goed geweten de prijs…’

 
In de veelheid en de complexiteit van ons bestaan worden we vaak overladen met een constante stroom van indrukken. Iedereen kent dat wel. Het leven lijkt dan één grote marktplaats waar eenieder met loven en bieden vecht om voorrang. Hoe vinden we richting en houden we stand?

 
Daarbij is het niet alleen de grote overdaad die schaadt, maar ook de onmacht die wij voelen tegenover alle narigheid en ellende in de wereld die bij ons binnenkomt. In de terminologie van Hildegard van Bingen, een abdis, mystica en componiste uit de 12e eeuw, gaat het om het kwaad in de wereld en de duivel: de duistere krachten die er voor zorgen dat er aan de narigheid geen einde komt.

 
Het woord duivel, het boze beginsel als persoon gedacht, mag dan niet meer zo tot onze verbeelding spreken, toch blijven wij wel steeds te maken hebben met die grote verscheidenheid waarin licht en duister elkaar afwisselen, de goede en kwade dingen zich presenteren, meestal onontwarbaar met elkaar verbonden. Veelal worden het grijze, deprimerende gebieden waar we niet goed raad mee weten en die ons met een zekere verwarring achterlaten.

 
Hildegard ziet dat in haar tijd ook, de vele gedaantes van het kwaad, en zij zegt daar zinnige dingen over. Zo is alle positieve kracht waarmee wij dingen kunnen onderscheiden samengevat in de discretio, het onderscheidingsvermogen, de moeder van alle deugden. Ook andere positieve krachten kunnen ons helpen, zodat wij onze richting kunnen bepalen en het duistere tegemoet kunnen treden. Met deze positieve godskrachten of deugden komen we een heel eind in de verwarring van ons leven. Een sprankelend inzicht om de marktplaats vol verlokkingen tegemoet te treden? Wellicht voelen wij ons iets minder verloren temidden van het loven en bieden en de zuigende kracht van alle dubieuze aanbiedingen.

 
Met behulp van teksten van Hildegard, haar muziek en haar visioenen proberen we antwoorden te zoeken op de vragen die bij de wereld als marktplaats bij ons opkomen.

 
Na een korte inleiding op Hildegard van Bingen worden de visioenen gelezen waar het kwaad in diverse gedaantes naar voren komt. We kijken naar waar het ons leven raakt en waarover we met elkaar in gesprek willen gaan.

Dagen: Drie maandagen (10.30 – 16.00 uur)
Begeleiding: Wim Bonarius en Joop Stam

 
In Eeuwigheid in het Nu van Willigis Jäger staat in het voorwoord: Er zijn momenten in een mensenleven waarin de tijd stil lijkt te staan. Vaak zijn het momenten waarin we onszelf vergeten zijn, momenten van overgave – momenten waarin we volkomen ‘aanwezig’ zijn, onze gedachten en gevoelens zich terugtrekken en we er gewoon alleen maar zijn. We beleven zulke ogenblikken als momenten van geluk. Geen herinnering kwelt ons meer, geen zorgen houden ons meer bezig. In de pure aanwezigheid in het hier en nu wordt het lichter en helderder om ons heen. De wereld is in orde. Ze verschijnt in een ander licht en even bespeuren we haar alomvattende zin en betekenis. Dergelijke ervaringen van aanwezigheid zijn misschien minder bijzonder dan we denken. Ze zijn niet alleen voorbehouden aan grote mystici en leraren, die ze steeds opnieuw beleven. Ze vormen meer een stukje alledaagse spiritualiteit: ze kruisen ons levenspad om ons te helpen het contact met het wezen van onszelf en van de werkelijkheid in stand te houden.

 
Herkennen we die belevenissen in ons eigen leven? Kunnen we onze gevoeligheid voor die momenten meer bewust worden? We gaan dit jaar drie dagen met Willigis Jäger op pad aan de hand van zijn boek Wie de bron kent… Het alledaagse leven, geworteld in onze religieuze oorsprong, worden we ons dan mogelijk meer bewust. Daar kan een bevrijdende werking van uitgaan. Misschien kunnen we ook gevoeliger worden voor wat religies, en met name de christelijke religie, met ons willen delen. Een herwaardering van de religie kan daarvan het gevolg zijn.