Bij de poort van de hemel

Dagen: Drie zaterdagen (10.30 – 16.30 uur)
Begeleiding: Dinette Kooiman en Mineke Kroes

 

De veertig dagen voor Pasen zijn een tijd van zuivering, van vasten, van herbronning. Het is een tijd om een hernieuwd besef te ontvangen van wat wezenlijk van waarde is. We volgen in deze dagen het spoor van de ‘zegen’, de kracht van een rijk, gezegend leven dat vrucht draagt voor het leven van anderen. We volgen dat spoor tot op de bijbelse bronnen, tot op het woord van de Schepper die ons tot leven roept en ons bestaan met zegen bekrachtigt.

 

Ik hoef niet te wachten op een heldere nacht,
noch mijn hoofd in de nek te leggen
om de hemel te aanschouwen.
Hij is achter de rug, bij de hand en op de oogleden.
De hemel omwindt mij strak
en tilt mij van onderen op.

(Wislawa Szymborska in Hemel)

 

Je echt helemaal voelen leven. Van top tot teen, van op de huid tot diep van binnen. Innig verbonden met jezelf, met de ander en met God.

 

Tijdens deze periode van inkeer willen we ons bezighouden met wat het voor ons betekent: leven in verbondenheid, met overgave in het leven staan. Gaandeweg worden we geconfronteerd met ons eigen vermogen en onvermogen om zegen te ontvangen en tot zegen te zijn.

 

De hemel is alomtegenwoordig
zelfs in het onderhuidse duister.
Ik neem de hemel op, scheid hemel af.
Ik ben een val in een val,
een bewoonde bewoner,
een omhelsde omhelzing,
een vraag in antwoord op een vraag.
(Wislawa Szymborska in Hemel)

 

 

In deze cyclus lezen we verhalen, psalmen en gedichten; we zullen werken met een icoon en met speelse en meditatieve oefeningen.